Iets bijzonders
Dat laatste was in het gezin James bijzonder belangrijk. Het was een welgestelde, van oorsprong Ierse, Amerikaanse familie, protestants, ontwikkeld, met een sterk gevoel van morele superioriteit. Vader James kreeg enige bekendheid met zijn geschriften en lezingen over religie. Echt beroemd werden zijn twee oudste zonen, William en Henry, de eerste als psycholoog en filosoof, de tweede als romanschrijver (onder andere The Awkward Age, The Wings of a Dove, The Ambassadors). Dan volgden twee niet erg succesvolle zonen, en ten slotte kwam Alice, als jongste en enige meisje.
Het behoren tot de familie James had een aantal niet onaanzienlijke voordelen: ze hadden geld, ze waren erudiet, en hadden een groot gevoel van saamhorigheid. Maar het bracht ook wel enige verplichtingen met zich mee: een James moest iets bijzonders zijn, en dat had weinig te maken met carrière of oppervlakkige successen; het ging ook niet om uiterlijke en voorbijgaande beloningen van lof, roem en lauwerkransen, het ging om iets als innerlijke waarden, morele kwaliteiten; ze moesten kortom iets Zijn, wat ze ook deden. Deze ‘opdrachten’ die de kinderen James meekregen, deze ideeën over wat een waardevol bestaan inhield, konden des te sterker werken door het isolement waarin ze een tijdlang verkeerden. Tijdens haar jeugd is Alice vele malen verhuisd, onder meer naar Europa, waar het gezin enkele jaren woonde - in Londen, Parijs, Genève - omdat vader James van mening was dat het onderwijs daar zo veel beter was dan in Amerika. Door deze verplaatsingen raakten ze sterk op elkaar aangewezen, wat behalve bescherming ook een gevoel van besloten superioriteit gaf. Door deze geslotenheid kon ook de dwang die uitging van de strenge familiemoraal ongelimiteerd werken. Deze familiemoraal had stimulerende kanten, waar vooral William en Henry van wisten te profiteren. Voor Alice waren het opdrachten waar ze voor een deel niet aan kon voldoen. Omdat ze een meisje was, luidt de meer of minder expliciete stelling van deze biografie van Jean Strouse.
Alice James, ± 1873
De kinderen James waren een speciaal geval, ‘but being a girl set her apart even from their brothers’. ‘In our family group,’ citeert Strouse Henry James, ‘girls seem scarcely to have had a chance’. Het verlangen iets te zijn, iets bijzonders, terwijl alle wegen buiten het huwelijk afgesloten waren en een huwelijk er maar niet van kwam - in het hele boek is zelfs geen minnaar die haar pad kruist - is Alice menigmaal behoorlijk opgebroken. Ze stortte in, voor het eerst toen ze negentien was, en daarna nog vele malen, eigenlijk haar leven lang.
Alices leven werd een aaneenschakeling van ziektes, zenuwtoevallen, doktersconsulten, behandelingen, en oplevingen. Hierin was ze geen uitzondering: een groot aantal vrouwen uit haar sociale klasse leed in die tijd aan mysterieuze zenuwkwalen. Ze zochten hun heil bij steeds weer andere geneesheren met steeds weer andere behandelmethoden. Het waren levens die zich afspeelden rond bezoeken aan artsen, verblijven in sanatoria en behandelingsinstituten, en reizen naar verre streken voor rust en frisse lucht of juist voor levendigheid en verstrooiing. Een paar van hen kwam bij Freud terecht, en misschien was Alices leven wel anders gelopen als ze zich had vervoegd bij deze Weense zenuwarts met zijn nieuwe psychoanalytische behandelmethode. De kwalen waar zij aan leed waren precies het soort klachten waar Freud zich mee bezighield en die hem inspireerden tot zijn psychoanalytische theorie.