Vrouwen
Chandler theoretiseert over misdaadboeken, over films en filmmakers, en hij doet dat prachtig, met zijn bekende onderkoelde humor. Aardig en intelligent. Maar na het sterven van zijn vrouw worden de brieven fascinerend. Wat zij voor hem betekende is al bijna een beroemd citaat: ‘For thirty years, ten months and four days, she was the light of my life, my whole ambition. Anything I did was just the fire for her to warm her hands at. That is all there is to say.’
Hij is dan zo ontzettend eenzaam dat hij aan allerlei vriendinnen hartverscheurende brieven schrijft, over zijn vrouw, over vrouwen, over hoe goed hij met vrouwen kan omgaan, over wat hij van vrouwen weet, en wat hij ermee zou kunnen en willen, dat de tranen je bijna in de ogen springen. Hij gaat naar restaurants waar je kan dansen, niet voor de vrouwen, niet de seks, maar gewoon om te dansen. Jawel. Het zijn brieven aan zijn agente, Helga Green, die in zijn laatste maanden nog met hem wilde huwen om hem naar Engeland te krijgen, het zijn brieven aan een onbekende Australische die hem een keer iets aardigs schreef, het zijn brieven van een verschrikkelijke pathetiek die veel uitwissen van wat eerder werd geschreven. Selected Letters of Raymond Chandler is, op twee manieren, een boek om te janken.
Frank MacShane heeft dit verzamelwerk eigenlijk verknoeid. Hij heeft de keus van de brieven niet goed verantwoord. Hij heeft te weinig verklarende voetnoten aangebracht. En hij heeft bovenal verzuimd, terwijl hij als biograaf toch wist hoe treurig het leven van Chandler is verlopen, de brieven van behoorlijke achtergrondinformatie te voorzien.
In 1950 schreef Chandler een beroemd geworden essay, The Simple Art of Murder, waarin hij zijn held, en dus zich zelf, voor de wereld verklaarde. ‘Down these mean streets a man must go who is not himself mean, who is neither tarnished nor afraid.’ ‘Door dit smerige leven gaat een man die zelf niet smerig is, die zuiver blijft en niet bang is. In de verhalen die ik schrijf is de detective zo'n man. Hij is de held, hij is alles. (...) Zijn privé-leven kan me niks schelen, hij is geen eunuch en evenmin een satyr: misschien zou hij een gravin verleiden, en ik weet zeker dat hij een maagd met rust zou laten: als hij in één ding een man van eer is, is hij het in alles.’ Alweer dat eergevoel. Chandler zou een gelukkig mens geweest zijn als hij had kunnen leven als ridder in een land van louter maagden. Ook dan zou hij hele nachten aardige en intelligente brieven hebben geschreven.
■