Is een gestreepte pyama een gevangenis?
De taal die kleren wel of niet spreken
The Fashionable Mind door Kennedy Fraser Uitgever: A. Knopf, 270 p., f42, - Importeur: Van Ditmar
The Language of Clothes door Alison Lurie Uitgever: Random House, 273 p., f60,20 Importeur: Van Ditmar
Lodewijk Brunt
De manier waarop vrouwen uit de hogere kringen in de Verenigde Staten zich omstreeks de eeuwwisseling kleedden was voor de socioloog Thorstein Veblen aanleiding om te spreken van een ‘demonstratieve verspilling’. Schoenen met hoge hakken, lange rokken, een knellend corset en elegante hoeden hadden niets met bescherming tegen de weersomstandigheden te maken of met het gemak van de draagster, maar drukten in de eerste plaats uit dat het hier ging om iemand met een hoop geld en daardoor een hoge status.
Vrouwen met zulke kleren lieten op niet mis te verstane wijze zien, dat ze waren vrijgesteld van alles dat zweemde naar produktieve arbeid. Hoe eleganter de stijl, hoe duidelijker het bewijs van gedwongen nietsdoen. Het corset was hierin een centraal element. Veblen noemde het dragen van dit kledingstuk een vorm van ‘verminking’, die nodig was om vrouwen te beroven van een deel van hun levenskracht, zodat ze totaal arbeidsongeschikt werden. Misschien verloren ze zo iets van hun aantrekkelijkheid, maar dat werd ruimschoots goedgemaakt door de hoge status die te beurt viel aan een duur en ziekelijk wezen.
Mannen demonstreerden hun onafhankelijkheid van produktieve arbeid op andere manieren, bij voorbeeld door zich altijd te scheren. Veblen was over die gewoonte trouwens niet erg te spreken, hij vond het een ongewenste naäperij van een mode die was voorgeschreven aan lijfbedienden en verwachtte dat dit gebruik ‘...spoedig de weg zou gaan van de gepoederde pruik die onze grootvaders droegen’.
Foto uit The Language of Clothes door Alison Lurie
Kleding, uiterlijk in het algemeen, zo was de strekking van Veblens overwegingen, fungeert als een soort reclameboodschap: mensen kunnen er gebruik van maken om de superioriteit van hun levensstijl mee uit te dragen
Gezien het nieuwe boek van Alison Lurie, The Language of Clothes, heeft deze zienswijze nog weinig aan actualiteit ingeboet. Lurie gaat echter een stuk verder dan Veblen, ze beweert dat kleding veel méér uitdrukt dan alleen status en rijkdom. ‘Lang voordat ik je op straat, tijdens een vergadering of op een feestje voldoende genaderd ben om je aan te spreken, heb je me door je kleren al laten weten tot welk geslacht je behoort, hoe oud je bent en uit welke klasse je stamt,’ spreekt ze de lezer zelfverzekerd toe, ‘en het is zeer waarschijnlijk dat ik al goed geïnformeerd (of misleid) ben over je beroep, milieu, persoonlijkheid, opvattingen, smaak, seksuele verlangens en huidige stemming.’ Kleding is in haar ogen een klare taal, waarvan de woorden bestaan uit kledingstukken, haardracht, lichaamsversierselen en make-up. The Language of Clothes is te zien als een soort woordenboek van de kledingtaal.
Wie op grond van Luries reputatie als romanschrijfster zou verwachten hier een dictionaire aan te treffen die kan dienen als onfeilbare gids in het dagelijkse leven, komt echter bedrogen uit. ‘De Rus met zijn beremuts en zijn berejas is een Russische beer,’ merkt ze op in haar hoofdstuk over de relatie tussen kleding en seks, ‘en het meisje dat in haar nieuwe jas van schapevacht naar haar eerste bal gaat is een lam dat naar de slachtbank wordt gevoerd.’ Luries betoog is een grauwe opéénhoping van dergelijke banaliteiten, de schitterende illustraties die door Doris Palca bijeengezocht zijn, vormen de vlag op een modderschuit. Er wordt heel wat gesuggereerd bij Lurie, nergens maakt ze haar pretenties over de grote informatiewaarde van kleding waar; het kan steeds vriezen, maar voor hetzelfde geld ook dooien.