Engelands glorie
Twee nieuwe romans van Muriel Spark
Loitering with intent door Muriel Spark Uitgever: The Bodley Head, 222 p. f34,75
Territoriale rechten door Muriel Spark vertaling: Dorien Veldhuizen Uitgever: Elsevier, 173 p. f16,90
Doeschka Meijsing
Het moet een jaar of vijftien geleden zijn dat de toenmalige uitgeverij Contact veel werk maakte van Engelse auteurs in haar fonds. Er verschenen vertalingen van Iris Murdoch, van Colin Wilson, van Penelope Mortimer. De Engelse literatuur leek een hoge vlucht te nemen in het Nederlandstalige gebied. De Engelse literatuur leek te stralen van energie. Engeland had, zo staat me bij, nog iets weg van een zeer belangrijke oom. Nu, vijftien jaar later, is het ineengeschrompeld tot zorgenkindje.
Een van de auteurs in dat fonds van Contact was Muriel Spark. En zij stond, meer nog dan de anderen als ik het me goed herinner, model voor wat je de Engelse ‘spirit’ zou moeten noemen, want het woord ‘geest’ is een zwaar continentaal woord. Maar wat hield die dan in, die spirit? Wel, het had iets te maken met elegantie en intelligentie en met het vermogen niet al te zwaar aan de dingen te tillen. Muriel Spark bezat die eigenschappen. Of het nu ging over de dreigende aanwezigheid van de dood in een bejaardentehuis (in Memento Mori), of over de samenzwering van de hele wereld tegen één persoon (in Juffrouw Brodie's beste jaren), of om commotie in een klooster (in The Abbess of Crewe) - het was nooit écht somber of dreigend. Integendeel, die boeken hadden iets zonnigs over zich, ze waren satirisch en je kon erom lachen.
Toen ik nu van Muriel Spark Territoriale rechten gelezen had, dat in de vertaling bij Elsevier is uitgekomen, had ik het gevoel dat de Engelse literatuur die vijftien jaar geleden nog zo straalde, in een treurig diep dal terecht was gekomen. Of dat de humor ook niet meer was wat ie vroeger was.
Territoriale rechten is, dat staat buiten kijf, bedoeld als een grappig boek. Geheel in Spark-stijl is het een satirische schildering van een groepje mensen dat op de meest bizarre manier met elkaar te maken krijgt. Ditmaal spelen de verwarringen zich af in Venetië. Het verhaal is zo onwaarschijnlijk dat ik bij het navertellen de indruk moet wekken verschillende verhalen door elkaar heen gelezen te hebben.
In ieder geval gaat het om een moord die bij de bevrijding in 1945 op een Bulgaarse koning gepleegd is; om het lijk dat in een tuin in Venetië in twee afzonderlijke helften begraven is; om een aantal personen die hun fascistische verleden proberen te verbergen en daarmee gechanteerd worden door een jongen die aan het eind van het boek de wonderbaarlijke ommezwaai heeft gemaakt van homoseksueel naar heteroseksueel en in die hoedanigheid samen met zijn vriendin brandschattend als terrorist door Italië trekt. De vader van de jongen is ook in Venetië, samen met zijn maîtresse en achtervolgd door een detective-bureau in opdracht van de moeder van de jongen en wettige echtgenote van de vader. Ook de vriendin van de moeder, en vroegere minnares van de vader, reist naar Venetië om te kijken wat de man van haar vriendin daar uitspookt. Ook de dochter van de vermoorde Bulgaarse koning is in Venetië, op de hielen gezeten door de geheime dienst van haar land.