Een geval van lyriek
Vervolg van pagina 5
Zulke vermengingen van woordverzamelingen hebben iets experimenteels; het minste dat ik ervan kan zeggen is dat ik benieuwd ben naar hoe deze praktijk zich zal ontwikkelen, want zoals het er nu staat is het effect voornamelijk bevreemding. De aandacht wordt bruusk op de fremdkörper gevestigd, zonder dat ik ervan overtuigd word dat de courante equivalenten niet beter hadden gewerkt. Ze versterken de indruk van kunstigheid, meer dan van onvermijdelijkheid. Ik vermoed dat er voor een spel met woordverzamelingen (ooit voorbeeldig gespeeld door Achterberg) een andere versificatietechniek nodig is. Zolang de gedichten, zoals in Furie, in metrisch en grammaticaal opzicht zo archaïsch zijn en zolang, boven alles, de toon zo onschokbaar emotiebevestigend is - wat zeggen wil: de lyrische sensatie tot geen enkele prijs in twijfel trekkend, maar hem integendeel op een narcistisch voetstuk plaatsend -, zolang zal elk terminologisch experiment de indruk wekken van nieuwe wijn in oude kruiken.
Alles bij elkaar tekent de bundel te weinig verzet aan tegen de extase. Begrijp me wel, ik geloof in lyriek als het begin van alle verbeelding, het denken, nietwaar, begint met glimlachen tegen een muze die tà tà tà roept. Over de waarachtigheid van andermans extase kan ik geen oordeel vellen; ik beschouw poëzie dan ook nooit als het bewijs van echt meegemaakt. Het enige dat ik kan concluderen is dat deze poëzie, die zich zo door zijn eigen dichterlijkheid heeft laten meeslepen, mij op de grootst mogelijke afstand heeft geplaatst van waar het bij Elly de Waard om begonnen moet zijn - het lyrisch ogenblik. Daarzonder geen poëzie, en zonder poëzie geen inzicht, - ook al zou het zich zelf excusabel gepoëtiseer van zoveel andere tegenwoordige dichters dat niet doen vermoeden. De kuil van de lulligheid - daar zal Elly de Waard niet licht in vallen. Maar extase, herhaalde extase, hoe breed ook uitgemeten, veroorzaakt geen extase, - zelfs niet als er tussen de overspannen regels nu en dan een prachtige zin als ‘Hoe diep geworteld ligt behoedzaamheid’ te lezen is.
TOPOR