[Klein alfabet voor de verkiezingen]
vervolg van pagina 67
deren, je man, je vrouw, je ouders zorgen, je buren denken dat je lui bent, je bent nog jong en je weet niet wat je met je tijd moet doen, en: het is vaak de schuld van anderen, de directeuren bij voorbeeld, die wel weer ergens aan het werk komen. De politiek, de regering en het parlement kunnen er wel iets aan doen, en dat moet ook wel, want een half miljoen mensen heeft geen werk. Alleen: wat? Daar gaat het in de verkiezingstijd vooral over. |
X = afkorting van Iksieërnietsin. Lullige houding. Kijk onder H. |
IJ = IJdelheid. Ja, dat zijn de meeste politici. Maar dat geven ze ook wel toe. Heeft te maken met bekendheid, en in het openbaar optreden. Hebben kunstenaars ook wel. En quizmasters. En meesters en juffrouwen, leraren. En niet te vergeten: journalisten. Gaat vaak over als je geen minister meer bent. Of als je het niet wordt. |
Z = Zijlstra. Dat is tot 1 januari de baas van de Nederlandsche Bank. Waar ons geld ligt. Zijlstra zegt elk jaar één keer in een boek, en een paar keer op televisie dat het slecht met ons gaat en dat we moeten inleveren. Iedereen luistert dan. De mensen die het met hem eens zijn, noemen hem ‘Doctor Zijlstra’, zoiets als KoningKaskoeskielewan. Dat klinkt wat plechtiger. |
|
|