Plaatjes kijken 8
Ad van der Blom
Je schaamt je soms dood als je ziet hoe Nederlandse kunstenaars in de jaren dertig met negers zijn omgesprongen. Negerinnen werden meestal meteen maar uitgekleed en in een beetje wulps standje op een divan gelegd: dat was dan het geheimzinnige, erotische Afrika, weet je wel. En een zwarte man was natuurlijk het toppunt van kracht en lenigheid, want negers waren een ‘natuurvolk’, een beetje eng maar wel mooi. Als ze maar vér weg bleven. Dat soort discriminatie zie je telkens terugkomen, maar de Amsterdamse kunstenares Nola Hatterman deed er niet aan mee. Haar schilderijen en prenten van negers zijn de leukste en vriendelijkste die je je maar kunt voorstellen, en ze zouden eigenlijk veel bekender moeten zijn.
Niet alleen in haar werk was Nola tegen racisme en andere discriminatie: ze zette in 1933 meteen haar handtekening tegen het Hitler-regime, in 1935 werd ze lid van een linkse kunstenaarsvereniging en in de oorlog weigerde ze lid van de Kultuurkamer te worden: ze liet zich niet door de Nazi's gebruiken.
De ‘dansende negers’, waar je hier het plaatje van ziet, zijn niet geschilderd, maar met vet krijt op een gladde steen getekend en daarna telkens opnieuw op papier afgedrukt. Zoiets heet litho of steendruk. Je kunt van één steen wel een paar duizend afdrukken krijgen, maar meestal worden er zo'n honderd gemaakt.
Na de houtsnede (van Jessurun de Mesquita), de ets (van Ostade) en deze litho hebben we in Plaatjes Kijken nu de belangrijkste grafische technieken gehad.
‘Dansende negers’, litho uit ongeveer 1937 van Nola Hatterman (geboren in 1899, vanaf 1954 woont zij in Suriname)