John Barth
vervolg van pagina 54
in twijfel trekken, maar zelf ook allerminst betrouwbaar zijn. Zo schept Barth zich de mogelijkheden om tot in het oneindige door te gaan. Valt er dan helemaal niets te genieten aan Letters? Nou ja, niets... naar verhouding veel te weinig. Om de twintig bladzijden kom je een passage tegen waaruit blijkt dat Barth de Faulkner van Maryland had kunnen zijn. Op elke twintig woordspelingen is er wel één geslaagde. En het is best opvrolijkend om te zien hoe een schrijver die overtuigd zegt te zijn van de volmaakte zinloosheid van alles toch maar steeds weer het ene woord op het andere stapelt. En ja, heel dun door het boek gemengd zit een mooi Borgesiaans essay van een pagina of twintig over een schrijver die in de fictionele wereld van zijn eigen werk verzeild is geraakt.