William Faulkner
vervolg van pagina 38
schrijftafel is gaan zitten), is het uitermate verfrissend om een boek als Het gehucht te lezen, omdat daarin de verbeelding aan de macht is, omdat daarin mensen opstaan en een schaduw werpen, omdat iets verhaald wordt waarvan de beelden en de personen je voor altijd bijblijven en omdat het, dankzij Faulkners onvolprezen humor, de draak steekt met pretenties, gewichtigdoenerij en humbug en laat zien dat de enige taak van de schrijver is om, zoals Faulkner zelf zei bij de uitreiking van de Nobelprijs, te schrijven over de ‘oude waarheden en waarachtigheden van het hart, de oude universele waarheden, waarzonder elk verhaal een ééndagsvlieg is en ten dode gedoemd: liefde en eer, mededogen en trots, erbarmen en opoffering.’