Reynaert in tweevoud. Deel 1. Van den vos Reynaerde
(2002)–Anoniem Van den vos Reynaerde– Auteursrechtelijk beschermdEerste indagingaant.Nu es Brune up die vaertGa naar voetnoot497
Ende hevet in ziere herten onwaertGa naar voetnoot498
Ende het dochte hem overdaetGa naar voetnoot499
500[regelnummer]
Dat yement soude sijn so quaet
Ende dat hem Reynaert hoenen soude.
Dort doncker van eenen woudeaant.
Quam hi gheloepen dor eene wostineGa naar voetnoot503
Daer Reynaert hadde de pade sine
505[regelnummer]
Ghesleghen crom ende menichfoude,Ga naar voetnoot505
Also als hi huten woudeGa naar voetnoot506
Hadde gheloepen om sijn bejach.Ga naar voetnoot507
Beneden der woestinen lachGa naar voetnoot508
| |
[pagina 36]
| |
Een berch oech ende lanc.Ga naar voetnoot509
510[regelnummer]
Daer moeste Bruun sinen gancGa naar voetnoot510-
Te middewaerde over maken,
Sal hi te Manpertus gheraken.Ga naar voetnoot512aant.
Reynaerd hadde so menich huus,
Maer die casteel Manpertus
515[regelnummer]
Dat was die beste van sinen borghen.Ga naar voetnoot515
Daer trac hi in als hi in zorghen
Ende in noede was bevaen.Ga naar voetnoot517
Nu es Brune die beere ghegaen
Dat hi te Manpertuus es comen,
520[regelnummer]
Daer hi de porte hevet vernomenGa naar voetnoot520
Daer Reynaerd hute plach te gane.
Doe ghinc hi voer die barbecaneGa naar voetnoot522
Sitten over sinen staertGa naar voetnoot523
Ende sprac: ‘Sidi in huus, Reynaert?
525[regelnummer]
Ic bem Bruun, des coninx bode.Ga naar voetnoot525
Die hevet ghezworen bi sinen Gode,Ga naar voetnoot526
Ne comdi niet ten ghedingheGa naar voetnoot527
Ende ic hu niet voer mi bringhe,Ga naar voetnoot528
Recht te nemene ende te gheveneGa naar voetnoot529
530[regelnummer]
Ende in vreden voert te levene,Ga naar voetnoot530
Hi doet hu breken ende raden.Ga naar voetnoot531
Reynaerd, doet dat ic hu rade
Ende gaet met mi te hove waert.’
Dit verhoerde al nu Reynaert,Ga naar voetnoot534
| |
[pagina 37]
| |
535[regelnummer]
Die voer in sine poerte lach,Ga naar voetnoot535
Daer hi vele te ligghene plachGa naar voetnoot536
Dor waremhede van der zonnen.Ga naar voetnoot537
Bi der tale die Bruun heeft begonnen
Bekenden altehant ReynaertGa naar voetnoot539
540[regelnummer]
Ende tart bet te dale waertGa naar voetnoot540
In sine donckerste haghedochte.Ga naar voetnoot541
Menichfout was zijn ghedochteGa naar voetnoot542-
Hoe hi vonde sulken raet
Daer hi Bruun, den fellen vraet,Ga naar voetnoot544
545[regelnummer]
Te scherne mede mochte drivenGa naar voetnoot545
Ende selve bi ziere eeren bliven.Ga naar voetnoot546
Doe sprac Reynaert over lanc:Ga naar voetnoot547aant.
‘Huwes goets raets hebbet danc,Ga naar voetnoot548
Heere Bruun, wel soete vrient.
550[regelnummer]
Hi hevet hu qualic ghedientGa naar voetnoot550
Die hu beriet desen gancGa naar voetnoot551
Ende hu desen berch lanc
Over te loepene dede bestaen.Ga naar voetnoot553
Ic soude te hove sijn ghegaen,
555[regelnummer]
Al haddet ghi mi niet gheraden,
Maer mi es den buuc so gheladenGa naar voetnoot556
Ende in so utermaten wijseGa naar voetnoot557
Met eere vremder niewer spise,Ga naar voetnoot558
Ic vruchte in sal niet moghen gaen.Ga naar voetnoot559
| |
[pagina 38]
| |
560[regelnummer]
Inne mach sitten no ghestaen;
Ic bem so utermaten zat.’Ga naar voetnoot561
‘Reynaert, wat haetstu, wat?’Ga naar voetnoot562
‘Heere Brune, ic hat crancke have.Ga naar voetnoot563
Arem man dannes gheen grave,Ga naar voetnoot564
565[regelnummer]
Dat mooghdi bi mi wel weten.Ga naar voetnoot565
Wi aerme liede, wi moeten heten,
Hadden wijs raet, dat wi node haten.Ga naar voetnoot567
Goeder versscher honichraten
Hebbic couver arde groet.Ga naar voetnoot569
570[regelnummer]
Die moetic heten dor den noet,Ga naar voetnoot570
Als ic hel niet mach ghewinnen.Ga naar voetnoot571
Nochtan als icse hebbe binnen,Ga naar voetnoot572
Hebbicker af pine ende onghemac.’Ga naar voetnoot573
Dit hoerde Brune ende sprac:
575[regelnummer]
‘Helpe, lieve vos Reynaert,
Hebdi honich dus onwaert?Ga naar voetnoot576
Honich es een soete spijse
Die ic voer alle gherechten prijseGa naar voetnoot578
Ende voer alle gherechten minne.
580[regelnummer]
Reynaerd, helpt mi dat ics ghewinne.Ga naar voetnoot580
Edele Reynaert, soete neve,Ga naar voetnoot581
Also langhe als ic sal leven
Willic hu daeromme minnen.
Reynaerd, helpt mi dat ics ghewinne.’
585[regelnummer]
‘Ghewinnen, Bruun? Ghi hout hu spot!’Ga naar voetnoot585
| |
[pagina 39]
| |
‘In doe, Reynaert, so waer ic zot,Ga naar voetnoot586
Hildic spot met hu, neen ic niet.’
Reynaert sprac: ‘Bruun, mochtijs yet?Ga naar voetnoot588
Of ghi honich moghet heten,
590[regelnummer]
Bi huwer trauwen, laet mi weten.Ga naar voetnoot590
Mochtijs yet, ic souts hu saden.Ga naar voetnoot591
Ic saels hu so vele beraden,Ga naar voetnoot592
Ghi ne hatet niet met hu tienen,
Waendic hu hulde daermet verdienen.’Ga naar voetnoot594
595[regelnummer]
‘Met mi tienen? Hoe mach dat wesen?
Reynaert, hout huwen mont van desenGa naar voetnoot596
Ende sijts seker ende ghewes:Ga naar voetnoot597
Haddic al thonich dat nu es
Tusschen hier ende Portegale,
600[regelnummer]
Ic haet al up teenen male.’Ga naar voetnoot600
Reynaerd sprac: ‘Bruun, wat sechdi?
Een dorper, heet Lamfroit, woent hier bi,Ga naar voetnoot602
Hevet honich so vele te waren,Ga naar voetnoot603
Ghi ne hatet niet in vii jaren.
605[regelnummer]
Dat soudic hu gheven in hu ghewout,Ga naar voetnoot605
Heere Brune, wildi mi wesen houtGa naar voetnoot606-
Ende voer mi dinghen te hove.’
Doe quam Brune ende ghinc ghelovenGa naar voetnoot608
Ende sekerde Reynaerde dat,Ga naar voetnoot609
610[regelnummer]
Wildine honichs maken zatGa naar voetnoot610
| |
[pagina 40]
| |
- Des hi cume ombiten sal -Ga naar voetnoot611
Hi wilde wesen overalGa naar voetnoot612
Ghestade vrient ende goet gheselle.Ga naar voetnoot613
Hieromme louch Reynaert die felleGa naar voetnoot614
615[regelnummer]
Ende sprac: ‘Bruun, heelt mare,Ga naar voetnoot615
Verghave God dat mi nu wareGa naar voetnoot616-
Also bereet een goet gheval
Alse hu dit honich wesen sal,
Al wildijs hebben vii hamen.’Ga naar voetnoot619
620[regelnummer]
Dese woort sijn hem bequame,Ga naar voetnoot620
Bruun, ende daden hem so sochte,Ga naar voetnoot621
Hi louch dat hi nemmee ne mochte.Ga naar voetnoot622
Doe peinsde Reynaerd daer hi stoet:Ga naar voetnoot623
‘Bruun, es mine avonture goet,Ga naar voetnoot624
625[regelnummer]
Ic wane hu daer noch heden latenGa naar voetnoot625
Daer ghi sult lachen te maten.’Ga naar voetnoot626
Na dit peinsen ghinc Reynaert huutGa naar voetnoot627
Ende sprac al overluut:Ga naar voetnoot628
‘Oem Bruun, gheselle, willecome!Ga naar voetnoot629
630[regelnummer]
Het staet so: suldi hebben vrome,Ga naar voetnoot630
Hier ne mach zijn gheen langher staen.Ga naar voetnoot631
Volghet mi, ic sal voeren gaen.
Wi houden desen crommen pat.Ga naar voetnoot633
| |
[pagina 41]
| |
Ghi sult noch heden werden zat,
635[regelnummer]
Saelt na minen wille gaen.Ga naar voetnoot635
Ghi sult noch heden hebben sonder waenGa naar voetnoot636
Also vele als ghi moghet ghedraghen.’Ga naar voetnoot637
Reynaert meende van groten slaghen;
Dit was dat hi hem beriet.Ga naar voetnoot639
640[regelnummer]
Die keytijf Bruun ne wiste nietGa naar voetnoot640
Waer hem Reynaerd die tale keerde,Ga naar voetnoot641
Die hem honich stelen leerde
Dat hi wel seere sal becoepen.Ga naar voetnoot643
Al sprekende quam dus gheloepen
645[regelnummer]
Reynaert met sinen gheselle Brune
Tote Lamfroits bi den tune.Ga naar voetnoot646
Wildi horen van Lamfreyde?
Dat was, eist waer so men mi seide,
Een temmerman van goeden love,Ga naar voetnoot649
650[regelnummer]
Ende hadde bi sinen hoveGa naar voetnoot650
Eene eecke brocht huten woudeGa naar voetnoot651
Die hi ontwee clieven soudeGa naar voetnoot652
Ende hadde twee wegghen daerin ghesleghen,Ga naar voetnoot653
Also temmermans noch pleghen.
655[regelnummer]
Die eecke was ontdaen wel wijde.Ga naar voetnoot655
Des was Reynaert arde blide.
Te Brunen sprac hi ende louch:Ga naar voetnoot657
‘Siet hier hu grote ghevouch,Ga naar voetnoot658
| |
[pagina 42]
| |
Bruun in de eik (r: xxx verso)
| |
[pagina 43]
| |
Brune, ende nemet wel goem.Ga naar voetnoot659
660[regelnummer]
Hier in desen selven boem
Es honichs utermaten vele.
Prouft of ghijs in huwe keleGa naar voetnoot662
Ende in huwen buuc moghet bringhen.
Nochtan suldi hu selven dwinghen:Ga naar voetnoot664
665[regelnummer]
Al dincket hu goet die honichraten,
Hetet te zeden ende te maten,Ga naar voetnoot666
Dat ghi hu selven niet verdervet.Ga naar voetnoot667
Ic ware ontheert ende onthervet,Ga naar voetnoot668
Wel soete oem, mesquame hu yet.’Ga naar voetnoot669
670[regelnummer]
Brune sprac: ‘Reynaert, ne sorghet niet.
Waendi dat ic bem onvroet?Ga naar voetnoot671
Mate es tallen spele goet.’Ga naar voetnoot672aant.
‘Ghi secht waer,’ sprac Reynaerd,
‘Waeromme bem ic oec vervaert?Ga naar voetnoot674
675[regelnummer]
Gaet toe ende crupet daerin.’Ga naar voetnoot675
Reynaert peinsde om zijn ghewinGa naar voetnoot676
Ende Brune liet hem so verdorenGa naar voetnoot677
Dat hi thoeft over die horenGa naar voetnoot678
Ende die twee voerdere voete instac.Ga naar voetnoot679
680[regelnummer]
Ende Reynaert poghede dat hi bracGa naar voetnoot680
Die wegghen beede huter eecken,
Die daer te voren ghinc so smeeken.Ga naar voetnoot682
Bruun bleef ghevanghen in den boem.
| |
[pagina 44]
| |
Nu hevet de neve sinen oem
685[regelnummer]
In boesheden bracht met sulker achteGa naar voetnoot685
Dat hi met liste no met crachteGa naar voetnoot686
In gheere wijs ne can ontgaenGa naar voetnoot687
Ende bi den hoefde staet ghevaen.
Wat raeddi Brunen te doene?
690[regelnummer]
Dat hi was sterc ende coeneGa naar voetnoot690
Sal hem niet ghehelpen moghen.
Hi sach wel, hi was bedroghen.
Hi began briesschen ende dulen.Ga naar voetnoot693
Hi was ghegrepen bi zier mulen
695[regelnummer]
So vaste ende bi den voeten voren,
Al dat hi pijnde, was verloren.Ga naar voetnoot696
Hi ne waende nemmermeer ontgaen.
Van verren was Reynaert ghestaen
Ende sach commen Lamfreyde,
700[regelnummer]
Die up sinen hals brochte beideGa naar voetnoot700Ga naar voetnoot700-
Een scaerpe haex ende eene baerde.
Hier mooghdi horen van Reynaerde,
Hoe hi sinen oem ghinc rampineeren:Ga naar voetnoot703
‘Oem Brune, vaste gaet mineeren!Ga naar voetnoot704
705[regelnummer]
Hier comt Lamfroyt ende sal hu scijncken.Ga naar voetnoot705aant.
Haddi gheten, so souddi drineken!’Ga naar voetnoot706
Na der talen so ghinc Reynaert
Weder te sinen casteele waert,
Sonder orlof, ende mettienGa naar voetnoot709
710[regelnummer]
Hevet Lamfroyt den beere versienGa naar voetnoot710
| |
[pagina 45]
| |
Ende vernam dat hi was ghevaen.Ga naar voetnoot711
Doe ne was daer gheen langher staen.Ga naar voetnoot712
Hi liep wech metter haest
Daer hi die hulpe wiste naest,Ga naar voetnoot714
715[regelnummer]
Daer dat naeste dorp stont,
Ende dede hem allen contGa naar voetnoot716
Dat daer stont ghevaen een beere.
Doe volchde hem een mekel heere:Ga naar voetnoot718
Int dorp ne bleef man no wijf.
720[regelnummer]
Den beere te nemene sijn lijfGa naar voetnoot720
Liept al dat loepen mochte.Ga naar voetnoot721
Sulc was die eenen bessem brochte,Ga naar voetnoot722aant.
Sulc eenen vleghel, sulc een rake,Ga naar voetnoot723
Sulc quam gheloepen met eenen stake,Ga naar voetnoot724
725[regelnummer]
So si quamen van haren werke.Ga naar voetnoot725
Selve die pape van der kerkeGa naar voetnoot726
Brochte eenen cruusstaf,Ga naar voetnoot727
Die hem de coster noede gaf.Ga naar voetnoot728
Die coster drouch eene vaneGa naar voetnoot729
730[regelnummer]
Mede te stekene ende te slane.Ga naar voetnoot730
Des spapen wijf, vrauwe Julocke,aant.
Quam gheloepen met haren rocke,Ga naar voetnoot732
Daer so omme hadde ghesponnen.Ga naar voetnoot733
Voer hem allen quam gheronnenGa naar voetnoot734
735[regelnummer]
Lamfroyt met eere scerper haex.
Al hadde Brune lettel ghemaex,Ga naar voetnoot736
| |
[pagina 46]
| |
Hi ontsach meer onghevalGa naar voetnoot737
Ende sette al jeghen al,Ga naar voetnoot738
Doe hi dat gheruchte hoorde.Ga naar voetnoot739
740[regelnummer]
Hi spranc up sodat hem scordeGa naar voetnoot740
Van sinen aensichte al die huut.Ga naar voetnoot741
Al brochte Brune dat hoeft huut
Met aerbeide ende met pinen,Ga naar voetnoot743
Nochtan liet hi daer van den zinenGa naar voetnoot744-
745[regelnummer]
Eene oere ende beede sine lier.Ga naar voetnoot745
Nye maecte God so leelic dier!Ga naar voetnoot746
Hoe mochte hi zeerre sijn mesrocht?Ga naar voetnoot747
Al haddi thoeft hutebrocht,
Eer hi die voete conde ghewinnenGa naar voetnoot749
750[regelnummer]
Blever alle die claeuwen binnen
Ende sine twee anscoen beede.Ga naar voetnoot751
Dus gherochte hi huut met leede.Ga naar voetnoot752
Hoe mochte hi zijn ontheert meer?
Die voete waren hem so zeerGa naar voetnoot754
755[regelnummer]
Dat hi tloepen niet conste ghedoghen.Ga naar voetnoot755
Dat bloet liep hem over die hoghen,
Dat hi niet wel conste ghesien.Ga naar voetnoot757
Hi ne dorste bliven no vlien.Ga naar voetnoot758
Hi sach suut onder die zonneGa naar voetnoot759
760[regelnummer]
Lamfroyt commen gheronnen;
Daerna die priester, die heere,
Hi quam gheloepen vele zeere;Ga naar voetnoot762
| |
[pagina 47]
| |
Daerna die coster metter vane;
Daerna aile die prochiane,
765[regelnummer]
Die houde lieden metten jonghen.
Daerna quam up haren stap ghespronghenGa naar voetnoot766
Sulke quene die van houdenGa naar voetnoot767
Cume eenen tant hadde behouden.Ga naar voetnoot768
Wie so wille, wachte hem dies:Ga naar voetnoot769
770[regelnummer]
Die scade hevet of verliesGa naar voetnoot770
Ende groet ongheval,
Over hem so willet al.Ga naar voetnoot772
Dit sceen arem man Brunen wel.Ga naar voetnoot773
Sulc dreechdem nu an sijn velGa naar voetnoot774
775[regelnummer]
Die des ghesweghen hadde stille,Ga naar voetnoot775
Hadde Bruun ghestaen tsinen wille.Ga naar voetnoot776
Dit was beneden eere riviereGa naar voetnoot777aant.
Dat Brune, onsalichst alre diere,
Van meneghen dorper was beringhet.Ga naar voetnoot779
780[regelnummer]
Doe was daer lettel ghedinghet.Ga naar voetnoot780
Hem naecte groet onghemac:Ga naar voetnoot781
Die een slouch, die ander stac,
Die een slouch, die ander warp.
Lamfroyt was hem alrescaerpst.Ga naar voetnoot784
785[regelnummer]
Een hiet Lottram Lancvoet,
Hi drouch eenen verhoernden cloetGa naar voetnoot786
Ende stacken emmer na dat hoghe.Ga naar voetnoot787
| |
[pagina 48]
| |
De aframmeling van de beer (r: xxxiii recto)
| |
[pagina 49]
| |
Vrauwe Vulmaerte scerpe logheGa naar voetnoot788
Ghinckene koken met eenen stave.
790[regelnummer]
Abelquac ende mijn vrauwe Bave
Laghen beede onder die voeteGa naar voetnoot791
Ende streden beede om eene cloete.Ga naar voetnoot792
Ludmoer metter langher nese
Drouch eenen loedwapper an een peseGa naar voetnoot794
795[regelnummer]
Ende ghincker met al omme zwinghen.Ga naar voetnoot795
Ludolf metten crommen vingheren
Dede hem alles te voren,Ga naar voetnoot797
Want hi was best gheboren,Ga naar voetnoot798
Sonder Lamfroy alleene.Ga naar voetnoot799
800[regelnummer]
Hughelijn metten crommen beene
Was zijn vader, dat weet men wale,Ga naar voetnoot801
Ende was gheboren van Abstale
Ende was sone vrauwe Ogernen,
Eens houtmakigghe van lanternen.Ga naar voetnoot804
805[regelnummer]
Ander wijf ende ander man,
Meer dan ic ghenomen can,Ga naar voetnoot806
Daden Brunen groet onghemac,
Sodat hem zijn bloet huutlac.Ga naar voetnoot808
Brune ontfinc al sulc paymentGa naar voetnoot809
810[regelnummer]
Als hem elc gaf daeromtrent.
Die pape liet den cruusstaf
Ghedichte slaen, slach in slach,Ga naar voetnoot812
| |
[pagina 50]
| |
Ende die coster metter vane
Ghinc hem vastelike ane.Ga naar voetnoot814
815[regelnummer]
Lamfroyt quam ter selver wijlenGa naar voetnoot815
Met eere scerper bijlen
Ende slouchene tusschen hals ende hoeft,
Dat Brune wart zeere verdoeft,
Dat hi verspranc van den slagheGa naar voetnoot819
820[regelnummer]
Tusschen der riviere enter hagheGa naar voetnoot820
In eenen trop van houden wivenGa naar voetnoot821
Ende warper een ghetal van vivenGa naar voetnoot822
In die riviere die daer liep,
Die wel wijt was ende diep.Ga naar voetnoot824
825[regelnummer]
Des papen wijf wasser eene.
Des was spapen bliscap cleene.Ga naar voetnoot826aant.
Doe hi zijn wijf sach in die vliet,Ga naar voetnoot827
Doe ne luste hem langher nietGa naar voetnoot828
Bruun te stekene no te slane.
830[regelnummer]
Hi riep: ‘Siet, edele prochiane,
Ghindre vloot vrauwe JulockeGa naar voetnoot831
Beede met spillen ende met rocke.Ga naar voetnoot832
Nu toe, die haer helpen mach!Ga naar voetnoot833
Ic gheve hem jaer ende dachGa naar voetnoot834
835[regelnummer]
Vul pardoen ende aflaetGa naar voetnoot835
Van alre sondeliker daet.’
Beede man ende wijf
Lieten den aermen keytijfGa naar voetnoot838
| |
[pagina 51]
| |
Brune ligghen over dootGa naar voetnoot839
840[regelnummer]
Ende ghinghen daer die pape gheboot,
Beede met stringhen ende met haken.Ga naar voetnoot841
Die wijle dat si die vrauwe huuttraken,
So quam Brune in die riviere
Ende ontswam hem allen sciere.Ga naar voetnoot844
845[regelnummer]
Die dorperen waren alle gram:
Si saghen dat hem Brune ontswam,
Dat si hem niet mochten volghen.Ga naar voetnoot847
Upt touver stonden si verbolghenGa naar voetnoot848
Ende ghinghen na hem rampineren.Ga naar voetnoot849
850[regelnummer]
Bruun die lach in die ryviere
Daer hi vant den meesten stroem.Ga naar voetnoot851
Al dryvende bat hi dat God den boem
Moeste verdrouven ende verwatenGa naar voetnoot853
Daer hi zijn hoere in hadde ghelatenGa naar voetnoot854
855[regelnummer]
Ende beede sine lier.
Voert vloucte hi dat felle dier,Ga naar voetnoot856
Den boesen vos Reynaerde,
Diene met sinen brunen baerdeGa naar voetnoot858
So diepe in die eecke dede crupen.
860[regelnummer]
Daerna Lamfroyt van der stupenGa naar voetnoot860
Daer hi hem so leede dede.Ga naar voetnoot861
In aldustanen ghebedeGa naar voetnoot862
Lach Brune also langhe wijle
Dat hi wel een halve mile
865[regelnummer]
Van der stede was ghedreven
| |
[pagina 52]
| |
Daer die dorpers waren bleven.
Hi was verpijnet ende moedeGa naar voetnoot867
Ende ondercommen van den bloede,Ga naar voetnoot868
Sodat hi hadde crancke vaert.Ga naar voetnoot869
870[regelnummer]
Doe zwam hi te lande waert
Ende croep ligghen in dat hoever.Ga naar voetnoot871
Ghi ne saghet noint droeverGa naar voetnoot872
Gheen dier no gheenen man.Ga naar voetnoot873
Hi lach jammerlic ende stanGa naar voetnoot874
875[regelnummer]
Ende slouch met beede sinen lancken.Ga naar voetnoot875
Des mochte hi al Reynaerde dancken.Ga naar voetnoot876
Nu hoert wat Reynaert heeft ghedaen.
Hi hadde een vet hoen ghevaen
Bi Lamfroyts an der heydenGa naar voetnoot879
880[regelnummer]
Eer hi danen was versceiden.Ga naar voetnoot880
Hi hadt up eenen berch ghedreghen
Verre huut allen weghen,Ga naar voetnoot882
Daer het eenlic was ghenouch.Ga naar voetnoot883
Dat was wel zijn ghevouch,Ga naar voetnoot884
885[regelnummer]
Dordat daer was niemens gancGa naar voetnoot885
Ende hi dor niemens bedwancGa naar voetnoot886
Sine proye dorste rumen.Ga naar voetnoot887
Doe hi dat hoen toten plumenGa naar voetnoot888
Hadde gheleit in sine male,Ga naar voetnoot889
890[regelnummer]
Doe ghinc hi neder te daleGa naar voetnoot890-
Eenen verholenliken pat.
| |
[pagina 53]
| |
Hi was utermaten zat.Ga naar voetnoot892
Dat weder was scone ende heet.
Hi hadde gheloepen dat hem dat zweet
895[regelnummer]
Neder liep neven die liere.
Daeromme liep hi ter riviere,
Dordat hi hem vercoelen soude.
In bliscap arde menichfoudeGa naar voetnoot898
Was sijn herte doe bevaen.Ga naar voetnoot899
900[regelnummer]
Hi hopede wel al sonder waenGa naar voetnoot900
Dat Lamfroyt hadde den beere versleghenGa naar voetnoot901
Ende hine thuuswaert hadde ghedreghen.Ga naar voetnoot902
Doe sprac hi: ‘Hets mi wel ghevaren.Ga naar voetnoot903aant.
Die mi te hove meest soude daren,Ga naar voetnoot904
905[regelnummer]
Die hebbic doot in desen daghe.
Nochtan wanic sonder clagheGa naar voetnoot906-
Ende sonder wanconst bliven.
Ic mach te rechte bliscap driven.’Ga naar voetnoot908
Doe Reynaert was in dese tale,
910[regelnummer]
Sach hi nederwaert te dale
Ende vernam Bruun daer hi lach.Ga naar voetnoot911
Enten eersten als hine sach,Ga naar voetnoot912
Hadde hijs rauwe ende toren.Ga naar voetnoot913
Daer die bliscap was tevoren,Ga naar voetnoot914-
915[regelnummer]
Daer lach nu thoren ende nijt
Ende sprac: ‘Vermalendijt,Ga naar voetnoot916
Lamfroyt, moet dijn herte sijn!Ga naar voetnoot917
| |
[pagina 54]
| |
Du best dulre dan een zwijn,Ga naar voetnoot918
Lamfroyt, ergher puten sone!Ga naar voetnoot919
920[regelnummer]
Lettel eeren bestu ghewone.Ga naar voetnoot920
Hoe es di dese beere ontgaen,
Die di tevoren was ghevaen?
Hoe menich morseel leghet der an,Ga naar voetnoot923
Dat gherne hetet menich man.
925[regelnummer]
O wy, Lamfroyt, verscroven druut,Ga naar voetnoot925
Hoe rikelike een beerehuut
Heefstu heden verloren,
Die di ghewonnen was tevoren!’Ga naar voetnoot928
Dit scelden hevet Reynaert ghelatenGa naar voetnoot929
930[regelnummer]
Ende ghinc neder bi der stratenGa naar voetnoot930
Dor te siene hoet Bruun stoet.Ga naar voetnoot931
Doe hine sach ligghen al een bloetGa naar voetnoot932
Ende ziec ende onghesont,Ga naar voetnoot933
Den aermen beere, te dier stontGa naar voetnoot934
935[regelnummer]
- Dat sach Reynaert arde gherne -
Doe bescalt hine te sinen scherne:Ga naar voetnoot936aant.
‘Siere priester, dieu vo saut.Ga naar voetnoot937
Kendi Reynaert, den rybaut?Ga naar voetnoot938
Wildine scauwen, so siettene hier,Ga naar voetnoot939
940[regelnummer]
Den roden scalc, den fellen ghier.Ga naar voetnoot940
Seght mi priester, soete vrient,
| |
[pagina 55]
| |
Bi den Heere dien ghi dient,
In wat ordinen wildi hu doen,Ga naar voetnoot943
Dat ghi draghet roeden capproen?Ga naar voetnoot944
945[regelnummer]
So weder sidi abd so pryhore?Ga naar voetnoot945
Hi ghinc hu arde na den horeGa naar voetnoot946
Die hu dese crune hevet bescoren!Ga naar voetnoot947
Ghi hebt huwen top verloren,Ga naar voetnoot948
Ghi hebt hu anscoen afghedaen,Ga naar voetnoot949
950[regelnummer]
Ic wane ghi wilt zinghen gaenaant.
Van huwen complete dat ghetijde.’Ga naar voetnoot951
Dit hoerde Brune ende wart omblijde,Ga naar voetnoot952
Want hi ne const doe niet ghewreken.
Hem so dochte sijn herte brekenGa naar voetnoot954
955[regelnummer]
Ende slouch weder in die riviere.Ga naar voetnoot955
Hi ne wilde van den fellen diere
Nemmeer hoeren die tale.Ga naar voetnoot957
Hi liet hem neder daer te daleGa naar voetnoot958
Metten strome dryven tehantGa naar voetnoot959
960[regelnummer]
Ende ghinc ligghen up dat zant.Ga naar voetnoot960
Hoe sal nu Brune te hove comen?aant.
Al mocht hem al de weerelt vromen,Ga naar voetnoot962-
Hi ne ghinghe niet over sine voete.
Hi was ghenoopt so onsoeteGa naar voetnoot964
965[regelnummer]
In die eecke, daer hi tevoren
Van tween voeten hadde verloren
| |
[pagina 56]
| |
Alle die claeuwen ende dat vel,
Hi ne conste niet ghepeinsen welGa naar voetnoot968
Hoe hi best ten coninc gaet.
970[regelnummer]
Nu hoert hoe hi die vaert bestaet.Ga naar voetnoot970
Hi zat over sine hamenGa naar voetnoot971
Ende began met groter scamenGa naar voetnoot972
Rutsen over sinen staert.Ga naar voetnoot973
Ende als hi dus moede waert,
975[regelnummer]
So wentelde hi dan eene wile.Ga naar voetnoot975
Dus dreef hi meer dan eene mileGa naar voetnoot976
Eer hi tes coninx hove quam.
Doe men Brune vernam
In derre wijs van verren comen,
980[regelnummer]
Wart ghetwifelt van hem zomenGa naar voetnoot980
Wat daer quam ghewentelt zoe.Ga naar voetnoot981
Dien coninc wart de herte onvroe,Ga naar voetnoot982
Die Brune bekende tehant,Ga naar voetnoot983
Ende seide: ‘Dit es mijn serjant,Ga naar voetnoot984
985[regelnummer]
Brune; hem es dat hoeft so roet,
Hi es ghewont toter doot.
Ay God, wie heeftene so mesmaect?’Ga naar voetnoot987
Binnen desen so was Brune ghenaectGa naar voetnoot988
Dat hi den coninc claghen mochte.
990[regelnummer]
Hi stan ende versuchte onzochteGa naar voetnoot990
Ende sprac: ‘Coninc, edel heere,
Wreket mi dor hu selves eereGa naar voetnoot992
Over Reynaerde, dat felle dier,Ga naar voetnoot993
| |
[pagina 57]
| |
Die mi mine scone lier
995[regelnummer]
Met ziere lust verliesen dedeGa naar voetnoot995
Ende daertoe mine hoere mede
Ende hevet mi ghemaect als ghi siet.’
Die coninc sprac: ‘Of ic dit nietGa naar voetnoot998
Ne wreke, so moetic zijn verdoomt!’Ga naar voetnoot999
1000[regelnummer]
Ende hierna so hevet hi ghenoomtGa naar voetnoot1000
Alle die hoechste bi namenGa naar voetnoot1001
Ende ontboet dat si quamenGa naar voetnoot1002
Allegader an sinen raetGa naar voetnoot1003
Ende rieden hoe dese daetGa naar voetnoot1004
1005[regelnummer]
Best werde gherecht tes conincs eere.Ga naar voetnoot1005
Doe rieden die meeste heerenGa naar voetnoot1006
Dat menne twee waerven daghen soude,Ga naar voetnoot1007
Reynaerde, of die coninc woude,Ga naar voetnoot1008
Ende horen tale ende wedertale.Ga naar voetnoot1009
1010[regelnummer]
Oec seiden si, si wilden waleGa naar voetnoot1010
Dat Tybeert die cater van desenGa naar voetnoot1011
Tote Reynaerde bode soude wesen.
Al ware hi cranc, hi ware vroet.Ga naar voetnoot1013
Dese raet dinct den coninc goet.Ga naar voetnoot1014
1015[regelnummer]
Doe sprac die coninc: ‘Heere Tybeert,
Gaet wech. Eer ghi wederkeert,Ga naar voetnoot1016
Besiet dat Reynaert met hu come.Ga naar voetnoot1017
Dese heeren segghen some,Ga naar voetnoot1018
| |
[pagina 58]
| |
Al es Reynaert andren dieren fel,Ga naar voetnoot1019
1020[regelnummer]
Hi gheloevet hu so welGa naar voetnoot1020
Dat hi gherne doet huwen raet.
Ne comt hi niet, hets hem quaet.Ga naar voetnoot1022
Men salne drie waerven daghenGa naar voetnoot1023aant.
Te lachtre alle sinen maghen.Ga naar voetnoot1024
1025[regelnummer]
Gaet Tybeert, dit secht hem.’
‘Ay heere,’ sprac Tybeert, ‘ic bem
Een arem wicht, een cleene dier.Ga naar voetnoot1027
Heere Brune, die staerc was ende fier,Ga naar voetnoot1028
Ne conste Reynaert niet ghewinnen.Ga naar voetnoot1029
1030[regelnummer]
In welker wijs salics beghinnen?’Ga naar voetnoot1030
Doe sprac die coninc: ‘Heere Tybeert,
Ghi zijt wijs ende wel gheleert.Ga naar voetnoot1032
Al sidi niet groet, nochtan
Hets menich die met luste canGa naar voetnoot1034
1035[regelnummer]
Dat werken ende met goeden radeGa naar voetnoot1035
Dat hi met crachte niet ne dade.Ga naar voetnoot1036
Gaet, doet sciere mijn ghebod.’Ga naar voetnoot1037
Tybeert sprac: ‘Nu helpe mi God
Dat het mi moete wel vergaen.Ga naar voetnoot1039
1040[regelnummer]
Ic sal eene vaert bestaenGa naar voetnoot1040
Die mi doet zwaer in minen moet.Ga naar voetnoot1041
God ghevere mi af al goet!’Ga naar voetnoot1042
|
|