Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
(1923)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekendb. Verdedigingswerken.Van de stadspoorten bestaat nog slechts: 1. De Sassenpoort, vermoedelijk in 1409 gebouwd, ter plaatse eener oudere (in 1393 vermeld), XVIII (?) gewijzigd, waarbij de dakruiter vervangen werd door een klassicistisch koepeltorentje; sinds 1893 Rijksmonument, 1893-1898 gerestaureerd, thans Rijksarchief, is een van baksteen, met spaarzame toepassing van bergsteen opgetrokken vierkant bouwwerk met vier hoektorens, | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 152]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
waarvan de twee aan de veldzijde rond, de beide kleinere, aan de stadszijde, achthoekig van grondplan zijn. Spitsbogige doorgang, overkluisd door een vierdeelig baksteenen kruisgewelf met zandsteenen ribben, rustend op gebeeldhouwde kraagsteenen. Gebeeldhouwde sluitsteen, voorstellend den aartsengel Michaël. De twee buitentorens gaan te halver hoogte van rond in achtkant over, door overkraging op een bergsteenen spitsboogstelling met gebeeldhouwde draagsteentjes. Aan de bovenzijde een dergelijke omloopende boogstelling, waarop een weergang met moderne kanteelen (1898) is overgemetseld. Tusschen de buitentorens een meezekooi met werpgaten, versierd door nissen in bergsteenen omlijsting. Boven de poortbogen spitsbogige nissen van vroegere heiligenbeelden. Dakruiter en spitsen met dakkapellen, in 1894-'98 vernieuwd. Inwendig: op de eerste verdieping, in een vensternis, een eiken spinde (XV) met beslag. In een ander vertrek boven een deurtje een toog en een latei van Bentheimersteen. In den hangtoren aan de zuidwestzijde, op de tweede verdieping, een gemetseld kielgewelf. Op dezelfde verdieping een lager van Bentheimersteen voor de kettingen van het vroegere valhek, en in twee hoeken gemetselde overkragingen der hoektorens. Gevangencel, waarin een ketting. Klok, in 1731 gegoten door de Grave en N. Muller, en een, in 1732 gegoten door N. Muller.
2. Nabij de Vosjessteeg de Wijndragerstoren (?), overblijfselen (XV d) van een ronden baksteenen vestingtoren, met een gedeelte van een spitsboogfries.
3. Aan de westzijde van het Pelserspoortje, bij de Waterstraat overblijfselen (XV d) van een ronden baksteenen vestingtoren, met geschutgaten in bergsteenen omlijsting. | |||||||||||||||||||||||||||||||
c. Pompen, enz.Gebeeldhouwde bergsteenen pomp (XVIII c), met twee uit- | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 153]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
laten, in de Hoogstraat. Een dergelijke pomp in de Kamperstraat, en een in de Luttekestraat. | |||||||||||||||||||||||||||||||
d. Wereldlijke openbare gebouwen.1. Het paleis van justitie is een in 1840 in nieuw-Griekschen trant opgetrokken gebouw.
2. Het huis van bewaring, aan den Spinhuiswal, heeft een ingang (1739), waarboven drie beelden en het wapen der provincie.
3. De Broerenkazerne, oorspronkelijk klooster der Dominicanen (zie e 12), sinds 1830 voor het tegenwoordige doel ingericht en daarbij gewijzigd, in 1877 gedeeltelijk verbrand en herbouwd, heeft boven de poort een sluitsteen met: 1821.
4. De hoofdwacht, in 1614 aan de noordzijde van het koor der St. Michaëlskerk, ter plaatse der vroegere gerfkamer, door Adam Straes van Weilburg naar het ontwerp van Thomas Berendsz. opgetrokken, in 1887 gerestaureerd, is een baksteenen gebouw, met rijke toepassing van bergsteen. Breede Ionische kroonlijst met cornissingen, rustend op consoles met kopjes, en bekroond door een balustrade met obelisken. Boven de middenpartij een topgevel, geflankeerd door gebeeldhouwde Ionische pilasters en zware vleugelstukken, en bekroond door een doorbroken driehoekig fronton, waarboven het stadswapen. In dezen top drie halfrond getoogde gekoppelde vensternissen, met kopjes als sluitsteenen. Hieronder een latijnsch opschrift en: 1614. Vensters met bergsteenen kruiskozijnen (1887). Te weerszijden van het middenvenster twee rondbogige ingangen, waarboven sluitsteenen met kopjes.
5. Het raadhuis, in 1447-1449 gebouwd door mr. Berend van Covelens, in 1821 uit- en inwendig sterk gewijzigd, in 1844 met het voormalige Wijnhuis (1448-1449) achter één gevel vereenigd, in 1863 en 1867 samengetrokken met het vroegere Meenthuis | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 154]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
(1448), den Raadhuistoren (1448-'52) en de School (1443-1445) en andermaal verbouwd, bezit van het oorspronkelijke gebouw nog slechts drie, een binnenplaats omsluitende, gepleisterde achtergevels, met korfbogige vensternissen en geprofileerde waterlijsten. Inwendig: De voormalige raadkamer, thans trouwzaal, in 1448 ingewijd, bezit van hare oorspronkelijke betimmering (schepengestoelte en schotwerk, in 1658 verwijderd) nog slechts vier eikenhouten muurkastjes, deels in 1448 door Geert den Kistemaker, deels in 1449 door mr. Johan van Lubecke vervaardigd, met cirkelvormige traceeringen door mr. Berend en smeedwerk van mr. Herman van Campen. Eiken zoldering, bestaande uit kinderbalken op zeven zware moerbalken met sleutelstukken, aan de zijkanten met bladornament, gesneden door Henric Claessoen, en gedragen door gebeeldhouwde figuren, vervaardigd door mr. Johan van Campen. Van den, in 1447 door mr. Herman van Colne (Keulen) vervaardigden schoorsteen bleef nog slechts de boezem bewaard; hierboven de mantel met beschilderd fries (XVIII?), waarin drie wapenschilden, en waartegen drie ijzeren luchters, in 1449 door mr. Herman van Campen gesmeed. Tegen de schacht een schildering (1606, op paneel), voorstellend het Laatste Oordeel, in een rijk gesneden omlijsting, in 1606 vervaardigd door mr. Sweer Kistemaker. Op de hoeken van den schoorsteenmantel twee gesneden borstbeelden op geprofileerde voetstukjes, waarin: 1550, van elders afkomstig. Tegen de achterzijde van den boezem vier gegoten ijzeren paneelen (XVI c), met zinnebeeldige voorstellingen. Gesneden houten kast (XVI c), waarin drie beulszwaarden. Eiken hek (XVII c), met balie en zitbanken. Twee koperen lichtkronen (XVI a), met Mariabeeld, vermoedelijk afkomstig uit de schepenkapel in de Groote kerk, en in 1685 hersteld door Adriaan Broekman. Geschilderde portretten (XVIIc-XVIIIc) der Oranje's, in gesneden vergulde lijsten. Schilderij (± 1625, op paneel), voorstellend een gezicht op Zwolle van het Noorden. Bord met raadsgebed, in 1727 geschilderd door G. Rembrantse te Zwolle. | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 155]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
In een der wanden een uurwerk, in 1728 vervaardigd door W. Bramer D oude. De kelder onder deze zaal is overkluisd met baksteenen tongewelven. Tusschen vestibule en binnenplaats een eiken deur (geverfd) met slotplaat en gehengen (XVI). In de bodekamer een secretaire (XVIII d) en twee stoelen (XVIII d). In de kamer van den secretaris een kastje (XVIII d), een spiegel (XIX a) en een albasten pendule (XIX a). | |||||||||||||||||||||||||||||||
e. Kerkelijke gebouwen.1. De ned. herv. of groote kerk (H. Michaël), in 1040 vermeld, als schenking van bisschop Bernulphus aan den proost van het kapittel te Deventer, omstreeks 1400 verbouwd, in 1452 overwelfd, XVI en XVII meermalen door brand, in 1682 door het instorten van den toren geteisterd, in 1686 hersteld, en andermaal, 1882-1896 met Rijkssubsidie, door Dr. P.J.H. Cuypers en L.C. Hezenmans, is thans een driebeukige, uitwendig grootendeels tufsteenen hallenkerk, wier zuidbeuk een travee korter is dan de beide andere, terwijl ze elk een ⅝-gesloten koor hebben (van het N. naar het Z.: O.L.V. koor, St. Michaëlskoor en St. Pieterskoor). Tegen de westzijde is in 1688, na het instorten van den toren, een achtkante consistoriekamer gebouwd. Aan de noordzijde een groot vierkant portaal (benedengedeelte met bergsteen bekleed, bovendeel baksteen met bergsteenen negblokken) met half-zeskanten traptoren tegen den oostmuur. Tegen den kerkmuur westelijk van dit portaal eenige moderne gebouwen; aan de oostzijde de hoofdwacht (zie d 2) ter plaatse van de voormalige gerfkamer. Tusschen midden- en zuidkoor een later aangebouwde Mariakapel. Aan de zuidzijde, tegen het St. Pieterskoor, een kapel (XVI a), volgens overlevering voor de melaatschen bestemd; voorts een portaal en eenige moderne aanbouwsels. Eensversneden steunbeeren. Het noordelijk portaal (XVI a, 1888 | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 156]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
gerestaureerd) heeft een tweedeeligen ingang met rechten bovendorpel, waarboven een venster met vischblaastraceeringen; het geheel is gevat in een rondbogig afgedekte nis. Hoog tentdak, bekroond door een beeld van den H. Michaël (nieuw). In een sluitingsmuur van het middenkoor, aan de zijde der Sassenstraat, een gebeeldhouwde boogtrommel (midden-XIII, Westfaalsch werk) van roode zandsteen, voorstellend het zitten in Abraham's schoot. Het zuidelijk portaal (1568, in 1720 vernieuwd door Lubbert Hage), geheel met bergsteen bekleed, heeft pilasters en een gebeeldhouwde bekroning (XVIII a). In de latei van een venster in den zuidmuur: 1720. Inwendig: in den oostwand van het noordelijk portaal een tot den traptoren toegang gevende deur (XVI a) met cirkelvormig gestoken kruisklampen, waarboven een spitsbogige trommel, gevuld met beeldhouwwerk (XVI A), voorstellend het wapen der stad, gehouden door twee engelen. Boven de deur in de kerk: 1719. Kruisribgewelf. In het zuidportaal een jaartal: 1720. De geheele kerk is overkluisd met kruisribgewelven. In den noordwesthoek, naast het orgel, een open bergsteenen wenteltrap (± 1680). In de consistoriekamer latijnsche opschriften betreffende den bouw (1688) en de herstelling (1898). Onder deze kamer een toegang tot de kerk, overdekt met een vlak baksteenen gewelf. Over de zuiderkapel twee kruisribgewelven (XVI a). De kerk bezit: Piscina (XV c). Gebeeldhouwd eiken koorhek, in 1597 vervaardigd door Sweer Kistemaker, met koperen spijlen, gegoten door Geerdt Swelinck. Rijk gesneden eiken preekstoel, in 1617-1622 vervaardigd door Adam Straes van Weilburg. Doophek en banken (XVII). Koperen lezenaar (XVII c), en een dergelijke (XVIII a). Orgel met rugpositief, 1719-1721 vervaardigd door de gebroeders Johan George en Frans Caspar Snitger uit Hamburg; rijk gebeeldhouwd front door Jurrien Westerman te Amsterdam, | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 157]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
waaraan lofwerk, gesneden door Herman van den Burg. In het lampet een cartouche met opschriften: 1721, en het wapen-Hueten. Het instrument werd in 1882 hersteld door de firma van Oeckelen te Groningen. Twee eiken ridderschapsbanken (XVIII c). Eiken banken en deuren (XVI d, XVII b en XVIII a). Eiken kast (XVII a). Gebeeldhouwde grafzerk met (zeer geschonden) voorstelling van Golgotha, waaronder een opschrift in gothische minuskels, en: 1425. Epitaaf (in den noordbeuk) met cartouche, waarin een opschrift, en waaronder gebeeldhouwd een kreeft den wereldbol dragend; een latijnsch opschrift er onder vermeldt het jaartal 1584. Overblijfselen (XVI b) van een grafteeken. Grafzerk van den schilder Gerard ter Borch († 1681). Verschillende zerken (XVI-XVIII). Muurschilderingen (XV): aan de westzijde van den pijler, waartegen de preekstoel staat, eene voorstellende Christus aan het kruis; aan de noordzijde van den eersten noordelijken pijler van het middenkoor twee heiligen; aan den noordoostelijken wand van het noordelijk koor een groote, niet meer te onderscheiden voorstelling; een tegen de westzijde van den laatsten pijler tusschen midden- en zuidbeuk; in den noordwand der oude Mariakapel een, voorstellende een zelfkastijder, met spreukbanden; tegen de oostzijde van den westmuur dezer kapel een kruisdraging; tegen den zuidoostelijken wand van den zuidbeuk drie figuren. Gewelfschilderingen: in alle gewelven sterk opgefrischt of nieuw bloemen- en rankenornament. In het westelijk gewelfvak der voorlaatste travee van het middelste koor een, voorstellend den H. Michaël met het stadswapen. In het noordelijk koor bij den sluitsteen een naaktfiguur met het stadswapen, waarboven: 1707. Schilderij (1691, door H. ten Oever), voorstellende de Zwolsche predikanten van dit jaar. | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 158]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Koperen kroon (1636), naar welke de andere bij de restauratie vervaardigd werden. Twee koperen lichtarmen (XVII c) op den preekstoel. Verguld houten lichtkroon (XVIII d) in de consistoriekamer. Rouwbord van Johannes van de Linde († 1742.) Avondmaalszilver: vier bekers met het wapen der stad en: 1680; vijf schotels met wapen-van de Linde, randschrift en: 1849. Uurwerk (1683) in het noordelijk koor.
2. De ned. herv. bethlehemsche kerk, in 1308 gesticht door Bernhard van Vullenho, als kerk van het klooster Bethlehem in 1324 afgebrand, op de tegenwoordige plaats herbouwd, XV verbouwd en gewijzigd, sinds ± 1580 in gebruik bij de Hervormden, is een tweebeukige baksteenen hallenkerk, bestaande uit een noordbeuk (XV b) met ⅝-gesloten koor, en een rechtgesloten zuidbeuk (XV), met een vierkanten traptoren tegen de zuidoostzijde. In den noordgevel rond- en spitsbogige nissen en overblijfselen van een rondboogfries (XIV a, vermoedelijk een vroegere gootlijst). In de vijfde travee overblijfselen van een grooten boog. In de koorsluiting van den noordbeuk een rondbogige ingang (XVII), met een sluitsteen, waarin het stedelijk wapen. In den zuidelijken muur zijn drie reliefs (XV b) van roode zandsteen aangebracht, voorstellend: de kruisiging, een nood Gods, en een Lorrijnsch kruis, vroeger geplaatst bij het graf van Johannes van Kempen, broeder van Thomas. Inwendig: steenen kruisribgewelven (XV). Tusschen beide beuken ronde zuilen met lijstkapiteelen en bezet met smalle, geriemde schalken, waarop de gordel- en scheibogen rusten. Tegen den noordmuur komen de gewelfribben neer op halve zuilen, tusschen welke zich dichtgemetselde scheibogen bevinden. Aan de zuidzijde rusten de ribben op muurzuiltjes met bladkapiteelen en gebeeldhouwde draagsteenen (midden-XVI). Boven de gewelven, tusschen de vierde en vijfde travee, overblijfselen van een gedeeltelijk gesloopten | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 159]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
muur. In een der kapgebinten boven den zuidbeuk sporen, waarschijnlijk van een vroegere torenconstructie. De kerk bezit: Orgel, met opschrift en: 1826, en het wapen-Queijsen. Zilveren beker met gegraveerde wapens van Zwolle en van Haerst, opschrift en: 1583; een dergelijke kelk met opschrift en: 1586; dergelijke, met Latijnsch opschrift, stedelijk wapen, wapenvan der Marsch en: 1587; een kleinere met opschrift, wapen-van der Lawick, en: 1605. Deze bekers behooren vermoedelijk tot het vroegere stadszilver.
3. De ned. herv. broerenkerk (H. Thomas van Aquino), in 1465-1468 gebouwd naar de plannen en onder leiding van P. Engelbertus Messemakers voor het tezelfdertijd gestichte klooster der Dominicanen, waarvan de bouwmeester de eerste prior was; in 1580 ontluisterd door de beeldstormers, in 1610 in gebruik genomen door de Hervormden, in 1795 gebruikt als paardenstal en voor militaire winteroefeningen, in 1809 weer ingericht tot Hervormde kerk, in 1830 tot kazerne, in 1909 bebelangrijk hersteld, is een baksteenen hallenkerk, bestaande uit een langgestrekten noordbeuk met ⅝-gesloten koor, een korter en smaller, rechtgesloten zijbeuk, en, tegen den noordmuur, een gang, overblijfsel van het vroegere pand van het klooster. Hooge spitsbogige vensters, waaruit de traceeringen zijn weggebroken. Steunbeeren. Aan de westzijde twee puntgevels met spitsbogige nissen, in de noordelijke waarvan de oorspronkelijke posten en traceeringen bewaard bleven. Over iederen beuk een zadeldak. Inwendig (geheel gewit): Steenen kruisgewelven, wier ribben in het midden neerkomen op slanke, ronde zuilen met smalle kapiteelen, omkransd door hanevoet-ornament. Dergelijk ornament aan de kapiteelen der korte, op gebeeldhouwde kraagsteenen rustende muurzuiltjes, die, tegen den noordwand, de aanzetten der gewelven dragen. De muurzuiltjes in den zuidbeuk en de schalken in het koor hebben eenvoudiger kapiteelen (XV d). In | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 160]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
den noordwand groote spitsbogige nissen met posten en traceeringen. De kloostergang is overdekt met steenen kruisribgewelven. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII c). Orgel (1824), met opschrift en wapen-Queijsen. Banken (XVII c). Grafzerken (XVII-XVIII). Zilveren beker met opschrift, wapen-Twenhuisen, gemeentewapen en: 1566; dergelijke beker, met opschrift, wapens en: 1573; een met opschrift, wapens en: 1585; en een (XVII) met opschrift en wapens.
4. De sint geertruidakerk, XV B gebouwd, onder leiding van Albert van Calcar, bouwmeester en rector van het Fraterhuis, sinds 1810 eigendom der in 1686 gestichte Waalsche gemeente, is een overblijfsel van een vermoedelijk omstreeks 1390 door Geertruid Kadeneter gesticht vrouwenconvent. Eenbeukig baksteenen kerkje met een ⅝-gesloten koor, en eenen met vijf zijden van een achthoek uitgebouwden traptoren. Inwendig: steenen netgewelven, wier ribben rusten op geprofileerde kraagsteentjes. In de drie meest oostelijke wanden der koorsluiting spitsbogige vensternissen, in twee waarvan de oorspronkelijke vischblaastraceeringen bewaard bleven. In den westwand boven den ingang een dergelijke nis. De kerk bezit: Preekstoel (XIX), ter vervanging van een, in 1685 door Hermannus van Arnhem vervaardigd. Een zilveren Avondmaalsbeker (1694), uit deze kerk afkomstig, is thans in het Overijsselsch geschiedkundig museum.
5. De luthersche kerk, in 1649 gebouwd tegen den ouden stadsmuur, in 1850 inwendig gewijzigd, in 1889 verhoogd en verbouwd, heeft twee windwijzers (1799), voorstellend een zwaan en een lam. Zij bezit: | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 161]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Eiken preekstoel (XVIII c).
6. De doopsgezinde kerk, reeds XVII d bestaande, werd in 1706 hersteld, en in 1846 verbouwd. Zij bezit: Twee zilveren bekers (1661), een (1670), en nog een (1851).
7. De r.k. kerk (O.L. Vrouw Hemelvaart), in 1463 gebouwd ter plaatse eener in 1393 door Gerard van Spoelde gestichte, in 1399 gewijde kapel, sinds de Hervorming buiten gebruik, in 1809 door Lodewijk Napoleon aan de Katholieken teruggegeven, in 1871 vergroot door den aanbouw van twee kapellen aan de noord- en twee aan de zuidzijde, in 1887 met een zuid- en in 1889 met een noordbeuk, is een oorspronkelijk eenbeukige kruiskerk, met een ⅝-gesloten koor, en eenen vierkanten toren, vóór 1484 begonnen, in 1487 en 1494 voortgezet tot aan de spits en met een pannendak gedekt, in 1538 verhoogd, aanvankelijk door Simon Pinet, die bedrog pleegde en opgevolgd werd door mr. Jacob van Ceulen; welke in 1540 den bouw voltooide. De spits brandde in 1815 af en werd in 1828 in den tegenwoordigen vorm hersteld. De toren bestaat uit een vierkant gedeelte van drie een weinig versnijdende geledingen (XV d), een achtkant (XVI b) van baksteen met bergsteenen banden, en een koepelvormige afdekking (1828). In de onderste geleding, aan de westzijde, een spitsbogige ingang met een nisje in den boogtrommel. In alle gevels spitsbogige nissen met vischblaastraceeringen. Op de hoeken der bovenste geleding van het vierkant voetingen van arkeltorentjes, waartusschen een balustrade (XIX b?). Het achtkant heeft op de hoeken eensversneden steunbeeren, tegen den zuidoostelijken hoek een halfachtkanten traptoren, en een gothisch geprofileerde waterlijst. Het noordelijke en het noordwestelijke venster van dit achtkant hebben nog de oorspronkelijke omlijsting, de overige zijn in 1828 gerestaureerd en gewijzigd. Het inwendige der kerk is geheel verbouwd. In den aan de burgerlijke gemeente behoorenden toren een overzolderde be- | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 162]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
nedenruimte, waarboven de met een kruisribgewelf overkluisde eerste en de tweede verdieping tot reserve-watertoren zijn ingericht (het reservoir bevindt zich op de tweede verdieping). Op de tweede verdieping, in den oostmuur, een dichtgemetseld spitsboogvenster. Op de derde verdieping een nieuwe ijzeren klokkestoel (de klokken zijn ± 1908 van de vierde naar de derde verdieping overgebracht). Op de vierde verdieping in de bovenhoeken gemetselde uitkragingen voor den overgang naar het achtkant. De kerk bezit: Orgel (vernieuwd in 1896). Houten kruis met corpus (XIV d, de armen van later tijd); houten beeld (XV d), voorstellend de H. Maagd met het Kind, staande op de halve maan; houten Pietá (XVI a); houten beeld (XVI a), voorstellend den H. Franciscus van Assisi; zilveren borstbeeld (XVIII d), voorstellend den H. Ignatius van Loyola op ebbenhouten met zilver gemonteerd voetstuk; soortgelijk borstbeeld (XVIII d), voorstellend den H. Franciscus Xaverius. Schilderij (XVII a trant van P. de Grebber op doek), voorstellend de kruisafneming. Schilderij (XVII b, Hollandsche of Vlaamsche school), voorstellend Maria Magdalena aan den voet van het kruis. Zilveren reliekhouder (XVIII c) met drijfwerk. Verguld zilveren ciborie (XVIII c) op voet (XVI d); twee verguld zilveren miskelken (1676 en XVIII c) met drijfwerk. Canonbordjes in gedreven zilveren lijsten (XVII c). Zilveren wierookvat (XVII b), met gedreven borstbeelden van heiligen. Bronzen schel met opschrift en: 1542. Vier groote zilveren kandelaars (XVII b) met wapens van Zwolsche geslachten, en twee dergelijke kandelaars zonder wapens. Vier kleine zilveren kandelaars (XVII a). Koperen lamp (XVII d). Koperen hangblaker (XVII). Roodzijden kasuifel (XVII a/b) met verguld zilver bewerkt, en bijbehoorend kelkvelum en bursa. | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 163]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Missaal. Aflaat-bul (1399) op perkament, van Paus Bonifacius IX, ten behoeve van den bouw der kerk. Vier klokken. waarvan een in 1484 gegoten door Gherard van Wou, een in 1714, door Claes Noorden en Jan Albert de Grave, een in 1759 door J. en P. Verbruggen en een zonder opschrift of jaartal. In de pastorie dezer kerk bevinden zich voorts nog: Schilderij (paneel), voorstellend Thomas van Kempen op den Agnietenberg. Schilderij (1654, op doek), voorstellend Thomas van Kempen, den Agnietenberg en omstreken.
8. De r.k. kerk (H. Michaël), in 1892 gebouwd door den architect N. Molenaar, bezit: Portret van Volquerus Herckinga, pastoor te Zwolle (1618-1622), door Eva van Marle (?) op paneel; portret (1650, door Evavan Marle) van denzelfde in priestergewaad, op paneel; portret (1622) van een missionaris; portret van pastoor Arnoldus Waeyer (1640-1692), op paneel; portret (± 1660-1670, door R. Koets, op doek) van Sophia de Zwiersen; portret (XVII c, door R. Koets, op doek) van een priester; schilderij (XVIII, door Herman Wolters, op doek), voorstellend Thomas van Kempen, geknield voor de H. Maagd; schilderij (XVIII), vermoedelijk voorstellend Thomas van Kempen, geknield voor de H. Maagd; schilderij (1719, op doek), voorstellend de aanbidding der herders, door J. de Wit; schilderij (door J. de Wit, vermoedelijk een copie naar Abr. Bloemaert), voorstellend de opwekking van Lazarus. Kleinen verguld zilveren reliekschrijn (XVI d). Gebeeldhouwden reliekschrijn (1673), geschenk van keurvorst Maximiliaan van Keulen, bevattend de overblijfselen van den H. Thomas van Kempen (geborgen in een in 1897 door W. Mengelberg vervaardigd gedenkteeken). Houten ziekenbusje (1660). | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 164]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
9. De r.k. kerk (H. Thomas van Aquino) van het Dominicanen-klooster (1901-1902, door J. Kayser) bezit: Schilderij (XVII, Vlaamsche school, op doek), voorstellend Alanus de Rupe († 1475) met de H. Maagd en het Kind; dergelijke schilderij, op paneel, in een zwarte houten lijst met opschrift. Voorts portret (1804, door H.A. Bauer) van bisschop N.J.A. Steins O.P. (1756-1836); schilderij (XVII), voorstellend Eelco Liauckama (1328), afkomstig uit de kapel van Wiarda-State te Goutum. Gedreven zilveren monstrans (± 1700), afkomstig van de stad Groningen.
10 De ned.-israëlietische synagoge bezit: Eikenhouten ark (XVIII b). Twee zilveren thora's (XVII b). Zilveren schild (XVII c). Drie zilveren leeswijzers (XVII c-XVIII d).
11. Van het voormalig klooster bethlehem bestaat, behalve de kerk (zie e 2), nog slechts het vroegere refectorium of reventer, ± 1350 gebouwd, na de Hervorming herhaaldelijk gewijzigd, in 1876 door verbouwing verminkt, in 1915-1917 gerestaureerd met Rijkssubsidie en geheel vernieuwd, thans handelsschool. Tegen den oostelijken gevel een traptorentje, waarin een steenen wenteltrap. Oorspronkelijke kelders (XIV B), waarvan een met baksteenen tongewelven (als onder het raadhuis), en een met kruisgewelven op vierkante pijlers. In de muren spaarnissen. De keldervloer is geplaveid met reuzenmoppen, afkomstig van de vroegere afbraak.
12. Van het vroegere predikheeren- of broerenklooster in 1465-1493 gebouwd, bestaan, buiten de kloosterkerk (zie e 3) nog slechts de volgende overblijfselen: Fragmenten (XV d) van den voormaligen kloostergang, op de | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 165]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
binnenplaats der Broerenkazerne (zie d 3). Het oostelijk deel hiervan brandde in 1877 af en werd herbouwd. Achter de Broerenkerk de voormalige librije, in 1614 in het openbaar verkocht, sinds 1743 in het bezit der stad, in 1758-1899 als synagoge gebruikt, in 1901 aan het Rijk afgestaan en hersteld onder leiding van Dr. P.J.H. Cuypers. | |||||||||||||||||||||||||||||||
f. Gebouwen van liefdadigheid, wetenschap en kunst, enz.1. Het huis der weezen, ter plaatse van het voormalige klooster der H. Caecilia (convent ter Kinderhuis, vóór 1394 gesticht, in 1417 gebouwd, na de Hervorming grootendeels tot weeshuis ingericht) opgetrokken, omstreeks 1795 huis der Hervormde weezen genoemd, het achtergedeelte in gebruik als dolhuis tot ± 1835; XVII, XVIII en XIX herhaaldelijk verbouwd, het laatst in 1907, heeft een voordeur geflankeerd door zandsteenen pilasters (XVII b), en afgedekt door een kroonlijst, waarboven beelden van een weesjongen en -meisje en een cartouche met ovale lichtopening en gemeentewapen. Het gesticht bezit: Eiken kast (XVII b). Delftsch aardewerk (XVII d): drie kommen, twee potten en een vaas. Schilderij (XVII c, doek door P. van Noort), voorstellende jacht en visscherij. Schilderij, voorstellend een heer in kleederdracht van 1650-1660 (gaat door voor het portret van Herman van den Busch [† 1508], blijkens een bordje met geschilderd opschrift). Koperen offerbus (XVI b), met bordje.
2. Het oude mannen- en vrouwenhuis der Ned. Herv. gemeente bezit: Koperen kaarsenkroon (XVII), in de gang. In de regentenkamer een schilderij (XVII c, waarschijnlijk door H. ten Oever) voorstellende een familiegroep in een landschap, met, op den achtergrond, de torens van Zwolle. | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 166]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
In het bureau der ned. herv. diaconie, Nieuwe Markt 28, bevinden zich: eiken kleerkist (XVII a); schilderij (XVI d, Hollandsche school), voorstellende het Laatste Oordeel; twee offerbussen.
3. Het r.k. gesticht van liefde, in 1847 gebouwd ter plaatse van het voormalig burgerweeshuis (1655-1795 gevestigd in het vroegere klooster der Augustinessen), bezit: Zilveren ciborium (XVII c), oorspronkelijk een kelk. Rozenkrans (XVIII), rijk met goud gemonteerd.
4. Het Vrouwenhuis, Melkmarkt, in 1742 gesticht door Aleida Greve, heeft een geschonden baksteenen trapgevel (XVII b) met ontlastingsbogen, zandsteenen afdekkingen, waterlijsten en boogblokken. Gevelsteen met: 1742. Sierankers. Inwendig: gang, in het voorgedeelte met een poortje in omlijsting van profielsteen, in het achtergedeelte met een gesneden houten tongewelf. In de zg. steenen kamer (in 1885 gerestaureerd) een spiegel (XVIII c) en stoelen (XVII c); schilderij (± 1640, Hollandsche school), voorstellend een zeegezicht; schilderij (1689, door Cornelia van Marle), voorstellend Aleida Greve en Cornelia van Marle met hare huishoudster in de steenen kamer. In de regentenkamer, meubels (XVII c), stoelen (XVII d) en vier matgewerkte zilveren bekers (XVIII) met gepolijste wapens; vijf ovale portretten (1648, door Eva van Marle?), voorstellende leden der familie Greve; een dergelijk portret (niet gemerkt); schilderij (XVII c, door P. van Stenvelden), voorstellend een gezicht op Gibraltar; schilderij (1686, door Cornelia v. Marle), voorstellend Diana in een landschap; schilderij (1686, door Sophia Holt), voorstellend Cleopatra; portret (1686, door Cornelia Holt) eener dame met vruchten; dergelijk portret (1686, door dezelfde) eener dame met papegaai; zelfportret (1687) door Aleida Greve; portret (1688, door Aleida Greve) van een heer; twee kleine landschappen (1689, door dezelfde); stilleven (1689, door dezelfde) van doode vogels; schoor- | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 167]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
steenstuk (XVII d of XVIII a) met bloemvaas; op de deur, aan de buitenzijde een damesportret (XVIII b), aan de binnenzijde een landschap met eenden. In een der andere vertrekken een schoorsteenbetimmering (XVIII c).
5, De Emmanuelshuizen, in 1636 gesticht door Anna van Haerst, weduwe van Emmanuel van Twenhuizen, als tehuis voor R.K. vrouwen, werden XIX geheel verbouwd. De stichting bezit: Huisaltaar (XVII b), hout met schildpad ingelegd. Eiken tafel (XVII b). Vijf stoelen (XVI c), met leer bekleed. Portret (1593, op paneel) eener dame; schilderij (XVII c, Hollandsche school, op doek), voorstellend pater Cornelis Enschede († 1642); schilderij (XVII d, Hollandsche school), voorstellend Thomas van Kempen op den Agnietenberg, met Zwolle op den achtergrond; twaalf schilderijtjes (XVII, Hollandsche school, vermoedelijk copiëen naar oudere prenten), voorstellende tafereelen uit het lijden van Christus; portret (XVII b, Hollandsche school, in den trant van N. Moeyaert) van Anna van Haerst, met opschrift en alliantie-wapen Twenhuizen-van Haerst; schilderij (XVI, Hollandsche school?) voorstellend Veronica met doek; jongensportret (1633); twee meisjesportretten (1647) en een jongensportret (1645) van dezelfde hand; portret (1613) van een heer met tegenhanger: damesportret (1615), waarop huismerk en initialen B.W.; schilderij (XVII a, Hollandsche school, op paneel), voorstellende Christus aan het kruis; schilderij (1628, in den trant van A. de Lorme en Ger. Houckgeest), voorstellende het inwendige eener gothische kerk bij kaarslicht; portret (1695, door R. Koets) eener zittende dame; twee schilderijen (XVII d, Hollandsche school), voorstellend de verkondiging aan Maria. Overblijfselen (1617) van vijf gebrandschilderde glazen met wapens en opschriften, en een (1632). Houten beeld (XV c) der H. Barbara. | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 168]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Rouwbord (1669). Twee koperen kandelaars (XVII b). Gegoten ijzeren haardplaat (XVI d), waarop een voorstelling van de aanbidding der drie koningen. Eenige handschriften (XV), waaronder een verlucht getijdenboek der Cisterciensen, en wiegedrukken in leeren banden (XVI).
6. De Vilsterenhuizen, Bloemendalstraat 13, in 1468 gesticht door Herman van Vilsteren en zijn echtgenoote Wendelmoet van Haerst, werden later herhaaldelijk uitgebreid en verbouwd. Eenvoudige gevel (XIX b, beraapt), met rechte kroonlijst en driehoekig fronton boven de middenpartij. De stichting bezit: Ebbenhouten kast (XVII c) ingelegd met parelmoer. Schilderij (1569, op paneel), voorstellend een mansportret; dergelijk schilderij (1577, op paneel), voorstellend een vrouwenportret; schilderij (XVII, navolging van Rembrandt, in den trant van Naeranus, op doek), voorstellend den marteldood van den H. Laurentius.
7. Het Binnengasthuis, ter plaatse van het in 1302 gestichte H. Geestgasthuis (in 1660 Binnengasthuis genoemd en, nadat hiermee het Buitengasthuis in 1826 vereenigd was, in 1851 grootendeels verbrand, waarna de voormalige kapel in 1866 tot woonhuis verbouwd werd), bestaat thans uit een groep grootendeels zwaar gepleisterde gebouwen, die een binnenplaats omsluiten. Het hoekhuis, Koningsplein 11, heeft in den voor- en zijgevel ontlastingsbogen, zandsteenen boogblokken, banden en een waterlijst (alles XVII a). Aan de Oude Vischmarkt, boven een poortje, een zandsteenen siervaas (XVIII d). Op de binnenplaats een fragment van een topgevel (± 1500). Inwendig: in de regentenkamer een houten schouw (XVII c). Geschilderde wapens (1723 en 1724) der kerkmeesters Jan van Duren en Bernard ten Cate. | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 169]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
8. Het Buitengasthuis bezit: Twee schilderijen (XVII a, Vlaamsche school, op paneel), voorstellende de geschiedenis van Juda en Thamar en de ontmoeting van David en Abigail. Schilderij (XVIII d, op doek) voorstellend een gezicht op het oude Leprozenhuis. Twee geschilderde borden (XVIII B en XIX A) met de namen der proveniers.
9. De bank van leening, in 1490-1497 gebouwd als weême of ‘domus dotis’ der St. Michielskerk, ter plaatse eener oudere pastorie (reeds in 1396 vermeld), werd omstreeks 1514-1517 ingesloten door deelen van het toen opgerichte Arme-Fraterhuis, en XVII in gebruik genomen als lombard. Van het oorspronkelijke gebouw bestaan nog twee rechthoekig op elkaar staande, uitwendig ten deele gepleisterde en gewijzigde vleugels, die een binnenplaats omsluiten. Op deze binnenplaats tegen den oostelijken vleugel een traptoren, waarvan het bovendeel is weggebroken. Het hoofdgebouw heeft aan de binnenplaats een baksteenen gevel (XV d), waarin ellipsvormig getoogde, dichtgemetselde vensters met zandsteenen lateien en negblokken, en een waterlijst. Ingang (XV d) met geprofileerde bergsteenen omlijsting. In den oostelijken zijgevel overblijfselen van oude vensters met zandsteenen kozijnen. Aan de zuidzijde een puntgevel, waarin duivengaten met uitvliegsteenen, Inwendig: in het hoofdgebouw verschillende vertrekken met moerbalken op sleutelstukken (XV d) met peerkraalprofiel. Dergelijke zoldering in een benedenruimte van den oostvleugel. De traptoren, in welks muren verschillende baksteenen met nestgaten, heeft een gemetselde wenteltrap, voerend naar een bovenvertrek, overdekt met een balkenzoldering op geprofileerde sleutelstukken (XVI en XVII). Fragment van een schouw, waarin consoles (XVII?). Enkele kleine vensters met glas-in-lood. In de wanden eenige nisjes. Twee kelders, waarvan een met een ribloos kruisgewelf en een met kruisribgewelven, rustend op twee achtkante baksteenen zuilen (XV d). Tegen den zijkant een eenvoudige schouw (XV d). | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 170]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
10. De meisjesschool, Bloemendalstraat 7 A. Eenvoudige gevel (XVIII c) met rechte kroonlijst. Dakvenster met gebogen afdekking.
11. Groote Markt. De societeit de Harmonie (1828, vergroot in 1867 en in 1886) heeft een pilastergevel. | |||||||||||||||||||||||||||||||
g. Particuliere gebouwen.A. Late gothiek.
1. Melkmarkt 10. Huis (XV d), vermoedelijk gebouwd ter plaatse van den vroegeren Bisschopshof, in 1920 gerestaureerd naar plannen van den architect G. de Hoog Hzn. Bergsteenen gevel. Twee friezen met grootendeels oorspronkelijke traceeringen. Onderpui nieuw. Inwendig: op de eerste verdieping een voorvertrek met zoldering op eiken moerbinten met geprofileerde sleutelstukken. De strijkbalk rust hier op geprofileerde draagsteenen aan de hoofdposten der vensters. Een beschilderde zoldering (XVI) is door een betimmering aan het gezicht onttrokken. 2. Melkmarkt. Woonhuis (XVIa, belangrijk gewijzigd XVII c). Gevel van baksteen met rijke toepassing van zandsteen. Twee verdiepingen met geprofileerde korfbogige vensternissen (XVI a). Dergelijke nissen in de gepleisterde zijgevels. Rechte kroonlijst (XVIII c) met consoles en bekroond door een rijk gebeeldhouwde Rococo-balustrade. Ingang, geflankeerd door Ionische pilasters. Gesneden deur (XVIII c) met bovenlicht (± 1800). In dit gebouw bevindt zich thans het museum der Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis (zie h).
B. Renaissance.
3. Sassenstraat 33. Huis, genaamd ‘Karel V’. Gevel met in- en uitgezwenkte zijkanten, waartegen bergsteenen afdekkingen met gebeeldhouwde figuren in den trant van H. Vredeman de Vries. In den met een driehoekig fronton afgedekten top een ovale cartouche met borstbeeld, voorstellend Karel V, en een | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 171]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
steenen lint met: 1571. Geblokte pilasters met bossagewerk. Gebeeldhouwde fries met leeuwekoppen. Inwendig: in de beneden verdieping een zoldering (XVIII A?) met inlegwerk. 4. Wolweverstraat 7. Breede pakhuisgevel (XVII A) met recht afgedekten top en kleine segmentvormig getoogde vensters (Amsterdamsch type.)
Trapgevels, meerendeels met zandsteenen waterlijsten, hoeken boogblokken, afdekkingen en toppilaster, waarin een vooruitstekend nokanker: 5. Luttekestraat 12. Trapgevel. Gevelsteen met: 1609. Sierankers. 6. Koestraat 33. Dergelijke gevel (XVII a). 7. Nieuwe Markt 5. Dergelijke gevel, met geschonden top. Vensters ten deele dichtgemetseld. In een der boogtrommels een cartouche met: 1647. Twee hoeksteenen met leeuwenkoppen. Sierankers. 8. Diezerstraat 81. Dergelijke gevel (XVII A). Windwijzer (vogel). 9. Thorbeckegracht 74. Dergelijke gevel (XVII A, gepleisterd). 10. Diezerpoortenplas 3. Degelijke gevel. Gevelsteen: 1661. 11. Diezerpoortenplas 36. Dergelijke gevel (XVII). 12-13. Nieuwe Markt 13 en 14. Twee dergelijke gevels (XVII, gepleisterd). 14. Nieuwstraat 49. Dergelijke gevel (XVII, gepleisterd). Hijschbalk. Twee sierankers. 15. Roggestraat 3. Dergelijke gevel (XVII). 16-17. Steenstraat 13 en 15. Twee dergelijke gevels (XVII, gepleisterd). Onder de toppilasters gebeeldhouwde zandsteenen figuren. Uithangteeken (varkenskop).
Puntgevels: 18. Nieuwstraat 13. Puntgeveltje. Ankers: 1614. | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 172]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
19. Thorbeckegracht 16. Puntgevel (XVII d) met aanzetkrullen (verbouwde halsgevel?). 20. Waterstraat 109. Dergelijke gevel (XVII). 21. Waterstraat 128. Dergelijke gevel (XVII). Overblijfselen van een baksteenen tandlijst.
C. Lodewijkstijlen. Halsgevels, herinnerend aan den trant van Vingboons, met doorgaande hoekpilasters en middenpilasters, driehoekig fronton, en met gebeeldhouwde zandsteenen vleugelstukken, of wel zandsteenen afdekkingen der ingezwenkte zijkanten. Onder de vensters zandsteenen bloem- en vruchtenslingers. 22. Diezerstraat 43. Halsgevel. Onder het fronton een cartouche met ovale lichtopening. In het fronton: 1667. In den middendam een krans. Onderpui verbouwd. 23. Thorbeckegracht 17. Dergelijke gevel, in 1920 gerestaureerd. Tusschen de middenpilasters een steenen lint met: 1671. Inwendig: In de binnenkamer eene betimmering (XVIII d), bestaande uit een gesneden schoorsteenmantel, waarin een spiegel, en een geschilderd behangsel. In de achterkamer een geschilderd behangsel (XVIII d, nabootsing van wandtapijt) tegen drie wanden. Tegen den vensterwand een schildering (XVIII d) in grijs. Spiegels en gesneden gangdeur (XVIII d). 24. Melkmarkt 14. Dergelijke gevel (XVII c), maar met afzonderlijke pilasters voor elke verdieping (type Vingboons).
Haaksche halsgevels, meerendeels met gebeeldhouwde zandsteenen vleugelstukken, aanzetkrullen, en driehoekig of gebogen fronton: 25-26. Nieuwstraat 34. Twee halsgevels, waarvan een met een gevelsteen: 1687, en in den top het jaartal 1878. 27. Melkmarkt 20. Dergelijke gevel (XVII d). Onderpui vernieuwd. Een zolderschildering (XVI) in dit huis is door een eronder gespannen doek aan het gezicht onttrokken. | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 173]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
28. Thorbeckegracht 41. Dergelijke gevel. In de afdekking van den top: 1721. Gevelsteen ('t Veerschip op Utrecht). 29. Thorbeckegracht 59. Dergelijke gevel. Onder het fronton een zandsteenen lint met: 1740. 30. Diezerstraat 3. Dergelijke gevel. In den top: 1737. Inwendig: in de achterkamer een gesneden schoorsteenmantel met schildering (XVIII b), voorstellende Mercurius en Argus. 31. Diezerstraat 5. Dergelijke gevel. In den top: 1762. 32. Melkmarkt 46. Dergelijke gevel (XVIII, gepleisterd). Steen met wapen. 33. Diezerstraat 54. Dergelijke gevel (XVIII, gepleisterd). Blank wapenschild.
Halsgevels met ingezwenkte zijkanten, meerendeels afgedekt met rollagen of gebeeldhouwde zandsteenen lijsten, met driehoekig of gebogen fronton en zandsteenen aanzetkrullen: 34. Diezerstraat 111. Halsgevel. Onder het fronton een cartouche (XVII), met het jaartal 1796 (later aangebracht). 35. Thorbeckegracht 73. Dergelijke gevel (gepleisterd). In den top: 1696. Drie ronde lichtopeningen. 36. Diezerstraat 52. Dergelijke gevel. In den top: 1698, 37. Diezerstraat 49. Dergelijke gevel (XVII d). 38. Waterstraat 107. Dergelijke gevel (XVII d) met recht afgedekten top. 39. Diezerstraat 13. Dergelijke gevel (± 1700) met rozetvormige kuif. 40. Diezerstraat 21. Dergelijke gevel (± 1700) met overeenkomstige kuif. 41. Diezerstraat 31. Gevel (± 1700) ongeveer gelijk aan de beide voorgaande. 42. Waterstraat, hoek Roodetorenplein. Dergelijke gevel (± 1700, gepleisterd). Top geschonden. Hijschbalk. 43. Luttekestraat 18. Dergelijke gevel. Gevelsteen: 1722. | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 174]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
44. Buitenkant 7. Dergelijke gevel (gepleisterd). Geschonden top, waarin een gevelsteen en: 1724. 45-46. Sassenstraat 27. Twee dergelijke gevels van een dubbel huis. Onder de afdekking der toppen: 1730. 47. Nieuwstraat 50. Dergelijke gevel. Gevelsteen: 1740. 48. Vischpoortenplas 1. Dergelijke gevel (gerestaureerd). Gevelsteen: 1740. Benedenpui verbouwd. 49. Nieuwstraat 52. Dergelijke gevel. In den top: 1742. 50. Diezerstraat 1. Dergelijke gevel. Boven het topvenster: 1743. 51. Luttekestraat 23. Dergelijke gevel (XVIII A), met in- en uitgezwenkte zijkanten. Onderpui verbouwd. 52. Koestraat 38. Dergelijke gevel. In het fronton: 1758. Deur (XVIII d) geflankeerd door pilasters. 53. Walstraat 16. Dergelijke gevel. Top geschonden. Gevelsteen: 1762. 54. Diezerstraat naast 126. Dergelijke gevel. Fronton met kuif. In den top: 1764. 55. Smeden 32. Dergelijke gevel. In den top: 1764. 56. Diezerstraat 67. Dergelijke gevel (XVIII c). 57. Thorbeckegracht 30. Dergelijke gevel (XVIII c) met kuif. 58-59. Waterstraat 32-34. Twee dergelijke gevels (XVIII c). 60. Vijfhoek, tusschen 1a en 3. Dergelijke gevel. In de afdekking van den top: H.V.D. en: 1789. 61. Walstraat 17. Dergelijke gevel. Onder het fronton een gevelsteen: 1791. 62. Diezerstraat 101. Dergelijke gevel. Onder het fronton: 1792, maar met aanzetkrullen (XVII d). 63. Smeden 1. Dergelijke gevel. Gevelsteen: 1792. 64. Diezerstraat 51. Halsgevel (gepleisterd; zonder aanzetkrullen). In het fronton: 1795. 65. Smeden 11. Dergelijke gevel. Gevelsteen: 1796. 66. Diezerstraat 41. Dergelijke gevel (XVIII d, gepleisterd). | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 175]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Op het fronton een siervaas. Ronde lichtopening in den top. 67. Diezerstraat 109. Dergelijke gevel (XVIII d) met recht afgedekten top. 68. Diezerpoortenplas, naast nr. 1. Dergelijke gevel (XVIII). 69. Nieuwe Haven 1. Dergelijk geveltje (XVIII, gepleisterd). 70. Oude Vischmarkt 18. Dergelijke gevel (XVIII?). Geschonden top, waarop een windwijzer. 71. Sassenstraat 15. Dergelijke gevel (XVIII). 72. Sassenstraat 53. Dergelijke gevel (XVIII). 73. Thorbeckegracht 61. Dergelijke gevel (XVIII). In den top twee blanke wapenschilden.
Pakhuisgevels:
74. Waterstraat 79. Groote puntgevel (XVII d). In den top twee ovale lichtopeningen en een hijschbalk. Luiken. 75. Buitenkant 6. Puntgevel (XVII). 76. Waterstraat 1. Halsgevel (± 1700) met geschonden top, waarin een ovale lichtopening. Rollaag op de kanten. 77. Nieuwstraat 4. Halsgevel (XVIII) met recht afgedekten top. 78. Sassenstraat 20. Gepleisterde gevel (XVIII).
Gevels met rechte kroonlijst:
79. Diezerstraat 58. Huis ‘De witte leeuw’ (1666). Baksteenen gevel met rijke toepassing van zandsteen. Onder de vensters vruchtenslingers en cartouches, waarop een leeuw, 1666, en twee blanke wapenschilden. Boven de kroonlijst een dakvenster met driehoekig fronton met gebeeldhouwde vleugelstukken. Kruiskozijnen. Wolfdak, waarop twee schoorsteenen met geprofileerde afdekking. Benedendeel geheel verbouwd. 80. Voorstraat 43. Gepleisterde gevel met doorgaande pilasters. Onder de vensters der eerste verdieping twee zandsteenen linten met: 1666. Daartusschen een vruchtenslinger. Onder de kroonlijst twee ronde lichtopeningen in omlijsting. | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 176]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
81. Bloemendalstraat 14. Dergelijke gevel (XVII c). Ingang in zandsteenen omlijsting, waarboven een blank wapenschild, gedekt door een kroon. 82. Koestraat 16. Gevel (XVII d). Middenpartij in gesneden omlijsting. 83. Nieuwe Markt 4. Gevel (± 1700). Middenpartij in omlijsting. 84. Kamperstraat 11. Gevel (XVIII a). Versierde middentravee. Inwendig: in de voorkamer een fragment (XVIII d) van een geschilderd behangsel, nabootsing van een wandtapijt. 85. Nieuwstraat 55. Dergelijke gevel (XVIII a) met pilasters. 86. Kamperstraat 10. Dergelijke gevel (XVIII a). Kroonlijst met verhoogde middenpartij, waarin alliantiewapen van Wolter Joan van Haersolte tot Oldenhof en Geertruit van Haersolte. 87. Voorstraat 17. Dergelijke gevel (XVIII a) met versierde middentravee, waarboven twee blanke wapenschilden. 88. Melkmarkt 49. Dergelijke gevel. In de verhoogde middenpartij der kroonlijst: 1731. 89. Kamperstraat 12. Dergelijke gevel. Boven de deur een venster in gesneden omlijsting, bekroond door een alliantiewapen van Christiaan Albrecht, graaf van Rechteren van Borch beuningen en Vellner en Johanna Elisabeth Adriana, baronesse van Lintelo tot d'Ehse, waaronder: 1747. 90. Diezerstraat 83. Dergelijke gevel (XVIII b). In de kroonlijst een getoogd middengedeelte met snijwerk. 91. Koestraat 20 en 22. Gevel (XVIII b). In nr. 22 een gesneden deur. 92. Kamperstraat 19. Dergelijke gevel (XVIII A). Versierde middentravee. 93-119. Buitenkant 9-35. Huizen (XVIII A, ten deele gepleisterd of gesausd) met op balkkoppen overgebouwde verdiepingen. 120. Waterstraat 3. Huis (XVIII A) met overgebouwde bovenverdieping op balkkoppen. Gesneden deurtje. | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 177]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
121-122. Waterstraat 15-17, hoek Steenstraat. Twee dergelijke huisjes (XVIII A). 123. Bloemendalstraat 18. Gevel (XVIII c). Groot dakvenster met gebogen fronton. Deur met bovenlicht. 124. Kamperstraat 21. Openbare leeszaal. Dergelijke gevel (XVIII c). Deur met bovenlicht. 125. Blijmarkt 16. Breede gevel (XVIII d) met driehoekig fronton boven een vooruitspringende middenpartij. Deur, stoep en stoephek. 126. Koestraat 36. Dergelijke gevel (XVIII d). In het midden, boven den ingang, een groote arkel. Gesneden deurkalf. Op de hoeken geblokte pilasters. Inwendig: schilderij (midden-XVII, Hollandsche school), voorstellend Thomas van Kempen op den Agnietenberg; schilderij (door H. ten Oever), voorstellend een knaap met dieren, en eenige portretten (XVIII). 127. Thorbeckegracht 13. Dergelijke gevel (XVIII d). Midden travee met dubbele deur in omlijsting met eenvoudig snijwerk. 128. Thorbeckegracht 78. Breede pilastergevel (XVIII d). Dakvenster met driehoekig fronton, waarin overblijfselen van gesneden ornament. Dubbele stoep met ijzeren leuning. Twee gesneden deuren met bovenlichten. 129. Kamperstraat 19. Dergelijke gevel (XVIII). Deur met vonster erboven in gesneden omlijsting. 130. Luttekestraat 14. Dergelijke gevel (XVIII). Twee steenen, herinnerend aan E.J. Potgieter (1808-1875). 131. Blijmarkt 25. Dergelijke gevel (XIX a) met vooruitspringende middenpartij. 132. Koestraat 8. Societeit. Gevel (XIX a) met ingang geflankeerd door Ionische pilasters. In den zijgevel een venster in omlijsting van vruchtenslingers (XVII c). In den voor- en zijgevel van een nevengebouw ontlastingsbogen (XVII a) en een waterlijst. Zandsteenen kruiskozijnen (XVII a). 133. Walstraat 28. Gevel (XIX a). Deur met venster daarboven in omlijsting. | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 178]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
134. Nieuws raat 41. St. Josephskring. Klassicistische gevel (XIX b). Hoofdingang met tympan.
Fragmenten van buitenarchitectuur:
| |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 179]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Details van buitenarchitectuur:
| |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 180]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Details van binnenarchitectuur:
Gevelsteenen, voor zoover nog niet vermeld:
Hofvliet (1546, jager en opschrift); Groote Markt 15 (1669, hondje); Kromme Jak, in den achtergevel van Koestraat 15 (twee, 1669); Nieuwstraat 81 (drie, 1677); Waterstraat 36 (XVII c, dakpan in cartouche); Hasselter Dijk (1685, in een boerenhuis); Groote Markt 5 (XVII, koning David); Hoornsteeg, zijgevel van Melkmarkt 8 (± 1700); wapenschild); Ossenmarkt 12 (+ 1700); Waterstraat 84 (drie, 1719 en opschrift); Diezerstraat 57 (hoed, | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 181]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
opschrift en: 1725); Walstraat 101 (1728, hamer en nijptang); Sassentraat 5 (twee, 1738; wapen); Melkmarkt 15 (1777); Friesche wal (1788, stadswapen).
Ankers, voor zoover nog niet vermeld:
Kromme Jak 15 (1614); Nieuwstraat 13 (1664); Thorbeckegracht 24 (16..).
Uithangteeken:
Sassenstraat 51. Pauw. Reeds in 1677 vermeld. | |||||||||||||||||||||||||||||||
h. Musea enz.Het Museum der Vereeniging tot beoefening van Over-IJsselsch Regt en Geschiedenis, sinds 1906 gevestigd in het huis Melkmarkt 41 (zie g 2), bestaat uit de verzamelingen der genoemde vereeniging en uit die der voormalige Provinciale vereeniging tot bevordering van welvaart. Gelijkvloers: gang (XVIII a), waarin rechts een kamer met schoorsteen en zoldering van stuc (XVIII c); links een kamer met gesneden betimmering (XVIII b), en een vertrek met betimmering (XVIII c), een groot buffet (XVIII c), en een zoldering met beschilderingen (1665, door Joannes Janssens), afkomstig uit de meisjesschool in de Bloemendalstraat (zie f 10). Eveneens hieruit afkomstig zijn twee geschilderde nabootsingen van wandtapijten, voorstellend de geschiedenis van Jozef. Kinderportret en landschap (1650, door J.L. Monsma). Portret van het echtpaar Sloet van Rechteren (midden-XVIII). Schoorsteenstuk (school de Hondecoeter), voorstellend pluimvee. Gildestuk (XVIIId) van het schilders- en glazenmakersgilde. Schilderij (XVII b), voorstellend Daniël en Suzanna. Dergelijk schilderij (midden-XVII) voorstellend Simson en Delila. Twee wintergezichten (door H. Averkamp, sterk gesleten). Portret (door C. Netscher) van een lid der familie Sloet. Keuken (XVII c), bekleed met tegels; groote schoorsteen en een fornuis met rook- | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 182]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
vang. Van de gelijkvloersche naar de eerste verdieping een hardsteenen wenteltrap (XVI A) met gewrongen spil. Op de eerste verdieping een later hier ingerichte kamer (XVII), waarin een zoldering (XVI) met moer- en kinderbalken. Vertrek met betimmering (XVIII d) en zoldering (XVI) met moer- en kinderbalken; wandschilderingen (1775, door H. Meijer, op doek). Twee portretten (1679, door B.v. Vollenhove), voorstellend een heer en dame. Eenvoudig vertrek (XVI a), waarin de topografische atlas der provincie Overijsel. Tuinkamer, waarin een zoldering (XIX a) en een gesneden houten schoorsteen (XVIII b). Verzameling gildevoorwerpen, waaronder twee koperen gildetafels (XVII-XVIII) met namen, meesterteekens en keuren der Zwolsche zilversmeden. Zegelstempels (XVI-XIX). Houten balans (1669), afkomstig uit de voormalige Waag. Gebrandschilderd glas, voorstellend een gezicht op Zwolle, in 1662 door deze stad aan de Ned. Herv. kerk te Blokzijl geschonken. Overblijfselen van glasschilderkunst (XVII en XVIII A). Overijselsche topografica in schilderij, teekening en prent, waaronder twee schilderijen (± 1700, door J. Grasdorp), voorstellend een gezicht op den bouwvalligen toren der Sint Michielskerk en een op den Kruitmakerstoren. Portret (1540, Hollandsche school) van Georg Schenck van Toutenburg in harnas. Portretten (± 1660, door B. van Vollenhove), voorstellend Gerrit Gerritz. Poth en diens vrouw H. Marienburg, Pieter Everard Sabé, burgemeester van Kampen, en diens vrouw. Schilderij door H. ten Oever, een jachtstuk voorstellend. Portretten (XIX A) van de Zwolsche schilders H. van Ulsen en Jan Plugger. Verschillende meubelen (XVII en XVIII). Kostuum (XIX a) van een lid der Overijselsche ridderschap. Zijden vaandels van oude burgervendels, waaronder vier (1747) van Zwolle. Verzameling munten en penningen, waaronder noodmunten van Deventer en Kampen en landspenningen. Afgietsels van klokken van Geert van Wou. Voorts: praehistorische voorwerpen; een ethnografische verzameling; een verzameling delfstoffen, schelpen, enz. |
|