Twee overhuifde heerenbanken (1647, monogram op de zuidelijke).
Twee eenvoudige heerenbanken (XVII B) en eene (XVIII c).
Koperen doopboog (1652), twee koperen armen (XVII).
Orgel (XVII d, vernieuwd 1836).
Drie koperen kronen (XVII).
Zerken: twee gothische, waarvan één priesterzerk, een (1820), eenige bedekt.
Tien-gebodenbord (XVIII d).
Drie psalmbordjes (XVIII a).
Twee gesneden opschriftborden (1647, met wapen van P.C. Hooft).
Opschriftbord (1602, ter herdenking van een pestepidemie) in een lijst (XVIII d).
Twee gebrandschilderde ruiten (1646) en fragmenten (1647) van een derde.
Twee zilveren bekers (XVII B).
Eenig tinwerk (XVIII).
Twee klokken, in 1520 door Henricus de Both gegoten.
Uurwerk (XVII).
Onder de witsellaag bevinden zich eenige muurschilderingen.
2. De r.k. kerk bezit:
Gedreven zilveren hostiedoos (1680 blijkens jaarletter, geschonken in 1708).