| |
Monnikendam.
b. Verdedigingswerken.
Van de voormalige noordeinderpoort (XVII) bestaat nog slechts een deel der belendende muren, waarin een gevelsteen. Een andere gevelsteen, van deze poort afkomstig, bevindt zich in den gevel van het Huis van Waterland (zie d 5), en nog een (XVIII) in een gevel naast den Speeltoren.
| |
d. Wereldlijke openbare gebouwen.
1. Het raadhuis, een voormalig heerenhuis (± 1750), heeft een baksteenen gevel met bergsteenen plint en hoekpilasters. Rijk versierde kroonlijst met getoogd middengedeelte, bekroond door een monniksbeeld (misschien afkomstig van het oude raadhuis, zie d 2). Ingang, geflankeerd door Ionische pilasters en gedekt door een hoofdgestel, met gesneden deur en halfrond bovenlicht. Hardsteenen stoep met ijzeren leuningen in den
| |
| |
vorm van slangen. Inwendig: Gang met stucversieringen (XVIIIc), eiken betimmering, deuromlijstingen en trap met geverfde leuning (alles XVIII b). Links van den ingang de raadzaal: stucplafond en deuren (XVIII b); schoorsteenstuk (Hollandsche school ± 1660), voorstellend Claes Dircksz. Amirael, burgemeester van Monnikendam. Achter deze zaal de trouwzaal: betimmering, stucplafond, marmeren schoorsteen met spiegel in gesneden omlijsting, waarboven een grauwtje (trant van Jac. de Wit) in dergelijke lijst (alles XVIII c); goudleerbehangsel, zes leunstoelen (XVII) met leer bekleed, in de rugleuning een verguld wapen; vier stoelen (XVII), bekleed met modern wasdoek. In de secretarie: drie stoelen (XVII); in de kleine secretarie twee eiken archiefkasten (XVII). Voorts zijn in het gebouw aanwezig: Fragment van een zilveren ordeketen (XVI) in étui. Gouden zegelring van admiraal Cornelis Dircksz. Eene verzameling tegels (XVI en XVII), en, op den zolder, eene kleine verzameling handschriften.
2. De ‘Speeltoren’, waartegen, wellicht ter plaatse eener overigens geheel verdwenen kerk, midden-XVII het vroegere raadhuis werd gebouwd, bestaat uit een vierkant benedengedeelte (± 1500) in baksteen met bergsteenen hoek- en negblokken, en een achtkant houten bovendeel (XVI d), met een opengewerkte peervormige bekroning. In het benedendeel, aan de westzijde, een spitsbogige ingang. Hierboven, in een spitsbogige nis, het gemeentewapen (XVI a). Aan de zuidzijde nissen, in de bovenste waarvan een uitbouwtje (XVI d) met beweegbare beelden (de ‘ruitertjes’ en de Faam); aan de oostzijde eveneens nissen; de noordzijde is vlak. Hiernaast bevindt zich in een muur een portiek, waarboven het wapen der stad (XVIII c). De bovenste geleding wordt gedekt door een balustrade op consoles (XVI d). Op de peer een gesmeed ijzeren kruis met windwijzer (gemeentewapen).
| |
| |
De toren bevat een klokkenspel van zestien klokken, waarvan vijftien in 1596 gegoten door Peeter van den Gheyn te Mechelen, en één in 1663 door Antoni Wilkes. Een deel van het handklavier ontbreekt. Uursklok in 1591 gegoten door Thomas Both, halfuursklok in 1595 gegoten door Peeter van den Gheyn.
3. De waag (XVII c), gerestaureerd 1904-1905 door J.F.L. Frowein, is een rechthoekig gebouw van baksteen met ruime toepassing van bergsteen, bestaande uit twee verdiepingen en een zolder. Aan de zuidoostelijke lange zijde een afdak, de voormalige beurs. De voorgevel, een haaksche halsgevel met pilasterverdeeling, heeft boven de kroonlijst der hoofdverdieping een geveltop met Ionische hoekpilasters, waartegen bergsteenen vleugelstukken met aanzetkrullen, en met festoenen op de zijkanten. Segmentvormig fronton, waaronder het wapen van Holland, omgeven door guirlandes. In het midden boven den eveneens met pilasterorden versierden zuidoostelijken gevel een dergelijke top, waarin een steen met het gemeentewapen. Vensterkozijnen met oorspronkelijke luiken en, ten deele, glas-in-lood. Het afdak (kap 1905 vernieuwd naar het model der beurs te Gouda) rust op zes hardsteenen Toscaansche zuilen en, tegen den gevel der waag, op zes pilasters.
4. De voormalige nieuwe doelen (XVIII d), thans hotel heeft een groot fronton, waarin het wapen der gemeente.
5. Het huis van waterland (1619), in 1908 geheel verbouwd, heeft in den voorgevel nog slechts twee leeuwenmaskers en een schildhoudenden topleeuw (XVII), benevens een steen (XVII) afkomstig van de Noordeinderpoort (zie b).
| |
e. Kerkelijke gebouwen.
1. De st. nicolaas- of groote kerk, XV a ter plaatse
| |
| |
eener oudere, is een gebouw in bak- en natuursteen, bestaande uit drie even lange en even hooge beuken, de middelste 3/8-, de beide zijbeuken rechtgesloten, en eenen vierkanten toren, tegen den middelsten beuk. Eensversneden steunbeeren, deels schuin, deels zadeldakvormig afgedekt, met bergsteenen banden en hoekblokken. Spitsboogvensters, gedeeltelijk met zandsteenen traceeringen. Aan de noordzijde bevinden zich twee portalen; het oostelijke heeft een puntgevel met verminkten top en toppilaster op kopje (XV d). Korfbogige ingang, waarboven twee spitsboognissen. Het westelijk portaal heeft, boven den ingang, een steen met opschrift in gothische minuskels, en een gedicht spitsboogvenster met zandsteenen negblokken en traceeringen. Te weerszijden van elk portaal staan overhoeksche steunbeeren. Tusschen deze beide portalen de kosterswoning, die een topgevel heeft met bergsteenen lijsten, enkele vensters met kruiskozijnen en korfbogen met bergsteenen sluit- en aanzetstukken, en een steen met: 1626. Benedengedeelte gewijzigd. De toren heeft een houten spits (XVII a); aan alle zijden spitsboognissen met vischblaas-traceeringen; elk zijner twee geledingen wordt bekroond door een zandsteenen balustrade (XVII c); in den westgevel een hoog, spitsbogig portaal, waarin een door een korfboog gedekte ingang. Tegen den noord-oostelijken hoek staat een achtkante traptoren ter hoogte van één geleding, voorzien van een spits, langs welker ribben hogels zijn aangebracht; en van lichtopeningen met bergsteenen omlijstingen. Aan de deur van dezen traptoren een ijzeren klopper. Inwendig: houten gewelven; onder de schinkels in de koornis baldakijns (XV d). De middenbeuk rust op vier en twintig zandsteenen zuilen met dubbele koolbladkapiteelen en achthoekige voetstukken. Trekbalken op sleutelstukken met peerkraal-profiel. In den traptoren en in de tweede geleding van den toren een steenen wenteltrap (XV d). De kerk bezit:
Eiken koorhek (gedeeltelijk XVI a, XVI c en XVII gewijzigd),
| |
| |
heeft stijlen (XVI a) met ledige nissen, baldakijns en gewonden zuiltjes; balusters, traceeringen en paneelvullingen (XVI c en XVII). Op twee balusters: 1562 en 1563. Kroonlijst nieuw.
Eiken koorafscheiding (XVI a) tusschen koor en omgang. Sporen van beschildering.
Kalksteenen doopvont (XV) met achtkante kuip (gerestaureerd).
Eiken preekstoel (grootendeels XVII d), 1911 uit de kerk te Winschoten hierheen overgebracht; de trap vernieuwd. Op het gebeeldhouwd fries van het klankbord een cartouche met: 1695. Boven het klankbord een balustrade en een siervaas (XVIII d).
Eiken doopbanken (XVII d).
Koperen predikantslezenaar en dergelijken voorzangerslezenaar (± 1700).
Koperen doopboog (XVII c).
Orgel (XVI a, later gewijzigd) met XVIII d overschilderde luiken. Benedengedeelte met vullingen (XVII).
Eiken banken (XVII b).
Grafzerken (wapens afgehakt): 1586, 1590, verschillende XVII en XVIII.
Gedenkteeken (XIX a) ter eere van J. Nieuwenhuyzen, door C.J.F. Sigault naar ontwerp van Jac. Kuiper.
Negen koperen kronen (XVII), waarvan zeven geschonden.
Avondmaalszilver: vier bekers, drie schotels, twee kannen en twee collecteschalen (alles 1787).
Klok, in 1641 gegoten door Everhardus Splinter te Enkhuizen.
Een luiklok, 1606 gegoten door Henricus Wegewart, met bijbehoorend uurwerk, afkomstig van den topgevel der kosterswoning, is thans in het Rijksmuseum (Catal. nr. 371).
2. De evang. luth. kerk (1838), in- en uitwendig vernieuwd, bezit:
Notenhouten preekstoel (XVIII c) met beeldhouwwerk en met een ingelegd klankbord.
| |
| |
Notenhouten doopbanken (XVIII c).
Eiken altaartafel (XVII A).
Koperen predikantslezenaar, gemerkt: Johannes Borchhardt, Enkhuizen 1767.
Koperen voorzangerslezenaar (1693) met het wapen van Alkmaar, gedragen door een zwaan.
Twee koperen doopbogen (XVII B).
Orgel (1782, vernieuwd 1836) met balustrade.
Twee koperen kronen (XVII B).
Twee psalmborden (1772).
Zilverwerk: een gegraveerde beker (XVII b), een bekertje (1647) voor ziekenbezoek, een kan (1772), een ouwelschaaltje (XVII), een doopbekken (1768).
3. De doopsgezinde kerk bezit:
Een koperen lezenaar (XVII).
| |
f. Gebouwen van liefdadigheid.
Het burgerweeshuis (XVI), meermalen gewijzigd, XVIII uitgebreid door toevoeging van het armenweeshuis, is een baksteenen gebouw, bestaande uit twee rechthoekig op elkaar staande vleugels. Aan de voorzijde: een rechte gevel, waarin twee driedeelige vensters met houten kruiskozijnen, luiken en glas-in-lood, en gedekt door korfbogen. In ankers: 1638. Een eenvoudige puntgevel. Twee gesmeed ijzeren windwijzers. Zijgevels (XVI?). Inwendig: Betimmeringen (XVII b), karbeelen en sleutelstukken (XVI). De stichting bezit: een tafel (XVI d); een tekstbord.
| |
g. Particuliere gebouwen.
1. Haven A 1352. In- en uitgezwenkte gevel met voluten en kraagsteenen. Bovendeel gewijzigd. Friezen met vlechtingen. In baksteen gemetseld: 1592.
| |
| |
Trapgevels (XVII a) van het z.g. Haarlemsche type (zie blz. 163):
2. Kerkstraat II, 99. Trapgevel met vernieuwde pui. Gevelsteen met cartouche: 1620.
3. Noordeinde A 133. Dergelijke gevel. Pui modern. Drie steenen.
4. Kerkstraat II, 28. Dergelijke gevel. Op den top een obelisk, waaronder: 1623.
Verder eenige trapgevels, meerendeels met toppilaster op kraagsteen, zandsteenen lijsten en afdekkingen, hoek- en negblokken.
5. Dam II, 124. Trapgevel met gewijzigden top. Fries met vlechtingen. Twee leeuwenmaskers en een cartouche: 1614.
6. Noordeinde III, 9. Trapgevel (XVII b). Drie steenen, waarvan een achter de deuromlijsting.
7. Zand II, 70. Trapgevel (XVII b).
8. Zand II, 71. Trapgevel (XVII b) met twee rondbooglichten, en gekoppeld pakhuisvenster met zijlichten.
9. Haven III, 90. Trapgevel (XVII c).
Halsgevels, meerendeels met fronton, waarin een schelp met aanzetkrullen, en met festoenen langs de zijkanten:
10. Noordeinde IV, 45. Halsgevel met cartouche: 1663.
11. Noordeinde II, 57. Halsgevel met vernieuwde pui. Oude kozijnen. Festoenen onder de vensters. Steen: 1681.
12. Noordeinde IV, 54. Halsgevel, waarin een lint: 1697. Twee omlijstingen van ovale lichten.
13. Kerkstraat IV, 28. Dergelijke gevel (XVII d).
Verder nog:
14. Noordeinde IV, 44. R.K. Zustersgesticht. Bergsteenen gevel (XVIII a) met rechte kroonlijst. Hoekpilasters. Attiek met beeldhouwwerk en vier siervazen. Versierde middentravee. Inwendig: in de gang stucplafond en deuren (XVIII a); in de
| |
| |
voorkamer links van de gang een stucplafond (XVIII a) en een geschilderd behangsel (± 1820), berglandschappen voorstellend. Schoorsteenmantel (XIX a) met marmeren zuilen en koperbeslag.
Fragmenten en details van buitenarchitectuur.
1. Noordeinde IV, 56. Fragment (XVI a) van een bak- en bergsteenen gevel. Ruitvormige versieringen van gele steen. In den gewijzigden top overblijfselen van twee pinakels op kraagsteenen.
2. Kerkstraat A 240. Fragment (XVI d) met kraagsteenen en voluten.
3. Zuideinde II, 3. Gedeelte van een kalf (XVI) met relief.
4. Weesland II, 56. Fragment van een gevel (± 1600) met in- en uitgezwenkten top, en met toppilaster.
5. Weesland II, 64. Fragment (± 1600) van een gevel met in- en uitgezwenkten top met pilaster. Gevelsteenen. Lijsten. Ankers.
6. Noordeinde III, 17. Fragment van een gevel met luiken en bovenlichten. Gesneden kalf met twee cartouches. Fries met drie gevelsteenen: 1611. Gekoppold drielichtskozijn.
7. Weesland II, 62. Fragment (XVII A) van een trapgevel. Vlechtingen.
8. Zand IV, 76. Fragment (XVII A) van een trapgevel met zandsteenen hoekblokken. Fries met vlechtingen. Ontlastingsboog.
9. Zuideinde I, 156. Ingezwenkte top (XVII B) met pilasters en vleugelstukken.
10. Havenstraat A 1508, 1521, 306. Fragmenten (XVII). In nr. 1521 een gevelsteen met cartouche. Nr. 306 heeft een luifel.
11. Kerkstraat II, 9 en 7. Fragmenten (XVII). Het laatste met fronton.
12. Kerkstraat A, 150. Fragment (XVII).
| |
| |
13. Kerkstraat I, 31. Dergelijk fragment.
14. Kerkstraat IV. 21. Dergelijk fragment.
15. Noordeinde IV, 70. Gesneden deur (XVIII A). Gebeeldhouwde gevelsteen (± 1600).
Gevelsteenen, voor zoover nog niet vermeld:
Zuideinde III, 128 (1567), Zuideinde II, 3 (cartouche: 1604). Haven III, 22 (een, 1610, twee met maskers), Haven III, 112, (cartouche XVII A), Noordeinde IV. 82 (XVII b), Noordeinde III, 57 (twee 1651), Noordeinde VI, 74 (XVIII).
Noordeinde III, 48. Uithangteeken (± 1700).
|
|