Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel V, I. De provincie Noord-Holland (uitgezonderd Amsterdam)
(1921)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekendVoorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel V, I. De provincie Noord-Holland (uitgezonderd Amsterdam). A Oosthoek, Utrecht 1921.
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel V, I. De provincie Noord-Holland (uitgezonderd Amsterdam) van de serie Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst uit 1921.
redactionele ingrepen
Het gebruikte exemplaar bevat een grote hoeveelheid dubbele blanco pagina's. Deze zijn in deze digitale editie genegeerd.
p. 9: eu → en: ‘twee provooststaven (1618 en 1629)’.
p. 49: bet → het: ‘van het raadhuis te Haarlem geplaatst’.
p. 96: in het origineel is een gedeelte van de tekst onleesbaar. In deze digitale editie is ‘[...]’ geplaatst.
p. 97: in het origineel is een gedeelte van de tekst onleesbaar. In deze digitale editie is ‘[...]’ geplaatst.
p. 97: in het origineel is een gedeelte van de tekst slecht leesbaar. De redactie heeft de tekst tussen vierkante haken aangevuld.
p. 99: in het origineel is een gedeelte van de tekst onleesbaar. In deze digitale editie is ‘[...]’ geplaatst.
p. 100: in het origineel is een gedeelte van de tekst onleesbaar. In deze digitale editie is ‘[...]’ geplaatst.
p. 102: in het origineel is een gedeelte van de tekst onleesbaar. In deze digitale editie is ‘[...]’ geplaatst.
p. 161: in het origineel is een gedeelte van de tekst slecht leesbaar. De redactie heeft de tekst tussen vierkante haken aangevuld.
p. 375-379: de errata zijn in deze digitale versie doorgevoerd in de lopende tekst. De opgave ervan is verplaatst naar dit colofon.
p. 413: Lambertsehaag → Lambertschaag: ‘Lambertschaag .... 3’.
p. 413: Land-en-Bosehzigt → Land-en-Boschzigt: ‘Land-en-Boschzigt (Buiten) .... 107’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. II, IV, 380) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
VOORLOOPIGE LIJST DER MONUMENTEN IN DE PROVINCIE NOORDHOLLAND
(uitgezonderd Amsterdam).
[pagina III]
VOORLOOPIGE LIJST DER NEDERLANDSCHE MONUMENTEN VAN GESCHIEDENIS EN KUNST
DEEL V, 1
DE PROVINCIE NOORDHOLLAND
(uitgezonderd Amsterdam)
opgemaakt en uitgegeven door afdeeling A der rijkscommissie voor de monumentenzorg ingesteld bij koninklijk besluit van 10 mei 1918, No. 66
Utrecht - A. OOSTHOEK - 1921
[pagina 375]
Toevoegsels en verbeteringen.Blz. 51, 8e r.v.b. na ‘Boekenrode’ in te voegen: huis (XVIII b, doch met ouderen kern); siervazen op de hoeken. Gang met stucwerk en trap (XVIII b). In het oudere deel een kamer met beschilderde balkenzoldering (XVII c). Verzameling van zestig portretten (XVI d-XIX) van het geslacht Teding van Berkhout, w.o. vier door M.v. Mierevelt, twee door D.v. Sandvoort, vier door Nic. Maes, de meeste in de oorspronkelijke lijsten. Stalgebouw (1737). Tuinkoepel (XVIII d).
Blz. 83, 12e r.v.b. lees: bord i.p.v. steen. - Blz. 95, 1e r.v.b. lees: de stichting de Vries, i.p.v. deze stichting. - Blz. 100, 7e r.v.o. Het poortje (1625) is door den eigenaar, Mr. J. de Vries van Doesburgh, afgestaan aan het Rijksmuseum te Amsterdam. Blz. 109, na de 4e r.v.b. in te lasschen:
Het raadhuis (1758) heeft een gevel met hoekpilasters en versierde middenpartij.
De ned. herv. kerk is een gemoderniseerd gebouw met een toren (XV, bovenste geleding nieuw), versierd met rondboognissen en een spitsboogfries. Zij bezit:
Rood zandsteenen altaarsteen voor de torendeur.
Eiken preekstoel (XVII b, beschilderd) met koperen lezenaar (XVIII b).
[pagina 376]
Twee doopbanken (1690).
Koperen doopboog (XVII c).
Drie koperen kronen en twee lichtarmen (XVII).
Zerken: 1619, 1688, 1689-'95.
De r.k. kerk bezit het volgende zilverwerk:
Gedreven vergulden monstrans (XVII c).
Vergulden Miskelk (XVII c).
Ampullenblad (Amsterdamsch werk, 1667 blijkens jaarletter) en twee ampullen (XVII c, hals en oor XVIII d).
Crucifix (XVII c).
Wierookvat (bovendeel XVI, overigens XVII c) en -scheepje (XVII c).
Zes kandelaars (XVII d).
Het weeshuis heeft boven een poortje twee houten beelden van weeskinderen (XVII) en een schildhoudenden leeuw.
Huis G 294. Trapgevel. In het fries twee steenen (1643).
Huis no. 80. Gevelsteen (XVII).
De moderne ned. herv. kerk bezit het volgende koperwerk:
Predikantslezenaar (XVIId); voorzangerslezenaar (XVIIIA).
Doopbekkenhouder (XVII).
De r.k. kerk (1877) bezit het volgende zilverwerk:
Monstrans (XVII b).
Miskelkje (XVII a) met cartouches en medaillons; Miskelk (1632, bovendeel vernieuwd).
Hostiedoos (XVII b).
Gegraveerd ampullenblad (XVII b); gedreven ampullenblad (XVII c).
Wierookvat (XVII b) en wierookscheepje.
[pagina 377]
Altaarschel (XVIII d).
Missaalbeslag (XVII c en XVIII c).
Vier groote en vier kleine kandelaars (XVII d).
Blz. 144, 19e r.v.b. in te lasschen: drie damesportretten (XVII d, kniestukken in den trant van C. Netscher).
Blz. 155, 11e r.v.o. lees: f 4 i.p.v. f 3.
Blz. 189, 5e r.v.b. lees: XIV, i.p.v. XVI.
Blz. 191, na den 9en r.v.b. (onder Heemstede) in te voegen:
Het buiten Bosch-en-Hoven (in hoofdzaak XVIII b) heeft een kroonlijst met balustrade en wijzerklok (afkomstig van het voorm. buiten Bronstee). In de rechtervoorkamer een stucplafond, een marmeren schoorsteen en een witje. In de linkervoorkamer een stucplafond (XVIII c). Traphal en lichtkoepel met stucversiering (± 1730). Portretten van het geslacht Onderwater. In den tuin: een koepel met stucplafond en drie witjes; een zonnewijzer met aardbol op voetstuk (XVIII a); vier zandsteenen beeldgroepen (XVIII a, Simson), gem. I.P.V. B(aurscheit). Twee inrijhekken met siervazen (XVIII a en XVIII d).
Het buiten Bosbeek (XVIII b) heeft een gevel met hoekpilasters, versierde middentravee en kroonlijst. Inwendig: vestibule met stucplafond en damspiegels; koepelzaal met stucplafond, waarin een schildering door Jac. de Wit, en met een grisaille, gem. Jac. de Wit, 1750; zijkamer met marmeren schoorsteen en spiegelomlijsting (XVIII c). In den tuin een achthoekige vijver met een zandsteenen trap en twee siervazen (XVIII b).
Van het overigens gesloopte buiten Groenendaal staat nog het middendeel (XVIII b, nu tuinkoepel) met een stucplafond en een witje.
[pagina 378]
Het moderne buiten Meer-en-Berg bevat de uit het huis Rapenburg te Leiden overgebrachte trap (gewijzigd), betimmeringen en schoorsteenmantels, en witjes en damastzijden behangsel (alles XVIII b). Drie dessus-de-porte door H.W. Schweickhardt. In den tuin: een marmeren kindergroep, gem. Jan van Logteren 1734; een marmeren groep: roof van Proserpina, gem. I. Cl. de Cock 1711, op een voetstuk met drie gebeeldhouwde paneelen; twee zandsteenen kindergroepjes (XVIII A); een koepel (XVIII b, maar met fronton, waarop: 1696); oranjerie met stucplafond in den trant van Marot en met beschilderde betimmeringen gebeeldhouwde eiken bank (XVIIIb); overblijfselen van een ouden watertoren met sporen van fresco's (XVIIIa) en een gesneden houten buis. De stalgebouwen bevatten overblijfselen van het oude Meer-en-Berg bij de Ringvaart; hier ook een inrijhek (XVIII b) met wapen-de Neufville.
Het huis te Manpad (± 1720) bevat een kamer met wandbeschilderingen (XVIII d) op doek, en een marmeren schoorsteen (XVIII a), waarboven een spiegelomlijsting en een windwijzerplaat. Familieportretten van Lennep - de Neufville en Valckenier. Tuinhek en dienstgebouwen (XVIII a).
Buiten Eindenhout (1793, blijkens stichtingssteen). Zuilenportiek, waarvoor twee sfinxen. In den tuin een beeldgroep (XVIII).
Vóór het buiten Kennemeroort een inrijhek met siervazen (XVIII c).
Blz. 274, 5e r.v.o. lees 1301 i.p.v. 1501.
Blz. 333; na den 4den r.v.b. in te voegen:
Huis Waterland (XVIII b) bevat een gang en traphal met stucplafonds, betimmeringen en marmeren schoorsteenmantels; eetzaal met beschilderd behangsel en drie witjes door
[pagina 379]
Augustini; in een bovenvertrek een witje, gem. Joh. Engelbert. Portretten van het geslacht Boreel. In den tuin: een marmeren en een zandsteenen beeld van Flora, een marmeren beeld van Neptunus, een van Lucretia, een looden beeldje op voetstuk, vier zandsteenen siervazen en een gesneden bank, alles omtrent den tijd van den bouw.
Blz. 333 na den 8en r.v.b. toe te voegen:
In dit huis een vestibule en gang met relieffiguren in stuc (XVIII b).
[pagina 416]
INHOUD.
Bladz. | |
---|---|
Voorwoord | V |
Beschrijving der gemeenten in alphabetische volgorde | 1 |
Toevoegsels en verbeteringen | 375 |
Chronologisch overzicht der voornaamste bouwwerken | 381 |
Register van kunstenaars en ambachtslieden | 403 |
Topographisch register | 410 |
Inhoud | 416 |