Vooys. Jaargang 34
(2016)– [tijdschrift] Vooys– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 87]
| |||||||||||||||||||
Kim Smeenk
| |||||||||||||||||||
[pagina 88]
| |||||||||||||||||||
2005; Li 2006; Wen-Ching Liang 2009; Yang 2011; Takiguchi 2013) Maar in deze onderzoeken ligt de focus met name op King Lear-adaptaties waarin Shakespeare wordt gecombineerd met lokale, voornamelijk Aziatische, theatertradities. De nadruk ligt daarbij op de formele aspecten, zoals vermengen van het Japanse Nohtheater met het plot, bepaalde thema's of de tekst van King Lear. De aandacht voor globalisering in King Lear is echter beperkt. Er is nauwelijks onderzoek gedaan naar de manier waarop in adaptaties gereflecteerd wordt op processen van globalisering. Het stuk leent zich er ook minder voor dan bijvoorbeeld The Tempest of Othello, omdat Shakespeares King Lear zich niet per se op het internationale toneel afspeelt. Door het koninkrijk in een multinational te veranderen, plaatsen de adaptaties van Tse, Kelly en Lanoye het stuk juist wel midden in hedendaagse globaliseringsprocessen. In dit artikel zal ik mij daarom op beide niveaus richten, zowel op de reflectie op globalisering in hedendaagse adaptaties van King Lear als op de temporele en culturele mobiliteit van het stuk. Shakespeares King Lear wordt regelmatig geïnterpreteerd als een reflectie op het spanningsveld tussen een feodale samenleving en het ontstaan van het kapitalisme; het stuk reflecteert namelijk op een overgangsperiode tussen deze twee economische ideologieën. (Cefalu 2004: 1) In de hedendaagse context is er wederom sprake van een systeemcrisis, die in het bijzonder zichtbaar is geworden door de wereldwijde economische crisis van 2008. Ik zal betogen dat Tse, Kelly en Lanoye reflecteren op economische en politieke processen, in het bijzonder op globale machtsverdeling. In hun adaptaties wordt King Lear gebruikt om te reflecteren op de transitie naar globaal kapitalisme, de economische crisis en de vraag wat deze economische crisis betekent voor de globale economie en de machtsverhoudingen in de wereld. Ik toon ten eerste aan hoe The Gods Weep en Koningin Lear beide reflecteren op de neergang van het westerse kapitalisme, en hoe King Lear de opkomst van China als reactie op deze neergang laat zien. In mijn analyses geef ik een close reading van de plot van de adaptaties, met name van de rol die de strijd tussen economische ideologieën daarin speelt. Tot slot analyseer ik de culturele hybriditeit van King Lear van Tse en breng ik globalisering als thema in King Lear in verband met het proces van globalisering dat het stuk zelf doormaakt. | |||||||||||||||||||
Economische globalisering en de economische crisisDe globale kapitalistische economie onderscheidt zich van eerdere kapitalistische periodes door zijn postindustriële en neoliberale karakter. (Held & McGrew 2003: 25) Een centrale plaats in de globale kapitalistische orde wordt ingenomen door multinationals. Zij krijgen steeds meer macht over de organisatie, locatie en distributie van economische macht. Volgens David Harvey is de globale kapitalistische economie niet alleen een economisch systeem, maar produceert dat systeem institutional frameworks and powers, [...] divisions of labour, social relations, welfare provisions, technological mixtures, ways of life and thought, reproductive activities, attachments to the land and habits of the heart. (Harvey 2005: 3) | |||||||||||||||||||
[pagina 89]
| |||||||||||||||||||
Het globaal-economische systeem produceert kortom een ideologie die verder strekt dan enkel de economie. Er is brede overeenstemming dat de globale kapitalistische economie door de economische crisis in een overgangsperiode is gekomen. Er bestaan echter verschillende opvattingen over het karakter van deze overgang, met name over de rol van het Westen in die transitie. Een brede stroming stelt dat het kapitalisme een socialere vorm aan zal nemen door bijvoorbeeld op een creatieve manier geld te verdienen aan het oplossen van globale problemen zoals armoede of ziektes, of door bedrijven die zich richten op maatschappelijke impact en belang op de lange termijn (Gates 2008; Porter & Kramer 2011: 64). Deze stroming zal ik hier, in navolging van Willis Harman, ‘humanistisch kapitalisme’ noemen. (Harman 1974) Over het algemeen wordt in deze stroming aangenomen dat de hervorming van het kapitalisme in het Westen zal plaatsvinden. Berberoglu en anderen stellen in Globalization in the 21st Century (2010) echter dat de westerse hegemonie ten einde is: The global economy is in crisis and globalization is in transition from its neoliberal form propagated by a single capitalist superpower, the United States, to a new regulated global economy with a multipolar base. (Berberoglu 2010: ix) Een belangrijke rol in deze nieuwe economische formatie is volgens Jan Nederveen Pieterse weggelegd voor China. (Nederveen Pieterse 2014: 27) De overgangsperiode betekent volgens hem een radicale herverdeling van de politieke, economische en culturele macht. De Amerikaanse hegemonie zal worden overgenomen door Azië. Er zal niet meer één supermacht zijn, maar er zullen verscheidene machten naar voren treden en China loopt in die parade voorop. | |||||||||||||||||||
De creatie en vernietiging van een monsterlijk systeemVan de drie adaptaties die ik in dit artikel bespreek is The Gods Weep (2010) van Dennis Kelly de meest vrije. Kelly maakt enkel in grote lijnen gebruik van de oorspronkelijke plot. De tragedie is verplaatst naar de boardroom van Argeloin waar CEO Colm twee belangrijke beslissingen maakt: hij draagt de macht over aan twee van zijn bestuursleden, Catherine en Richard, en neemt zelf het project in Belize over van zijn zoon Jimmy. Als CEO heeft Colm een systeem gecreëerd dat zichzelf vernietigt. Hij is een meedogenloos leider geweest, hij ontsloeg stelselmatig het slechtst presterende deel van zijn staf - wat hij een van zijn belangrijkste innovaties noemt. (9) Binnen dit systeem is het enige dat telt economische waarde; morele vraagstukken zijn van ondergeschikt belang. Colm heeft zijn bestuursleden naar zijn eigen beeld geschapen: zij trekken het systeem alleen nog verder. Richard besluit om de onderste vijftien procent te ontslaan en zet dit systeem door in zijn leger: de vijftien procent slechtst presterende soldaten zullen na de slag worden geëxecuteerd. Door je eigen soldaten te executeren, werk je | |||||||||||||||||||
[pagina 90]
| |||||||||||||||||||
eigenlijk de vijand in de hand. Hieruit blijkt het zelfdestructieve karakter van dit systeem. Wanneer Beth aan de macht komt, nadat Catherine en Richard vermoord zijn, breidt zij het ontslagquotum zelfs uit tot de hele samenleving: ‘Assess the people by usefulness and value. Cull the bottom twenty five percent.’ (44) Zelfs mensenlevens worden gewogen op basis van het nut dat ze hebben. Het systeem houdt zichzelf in eerste instantie in stand, maar de mate van meedogenloosheid accumuleert, waardoor het zichzelf uiteindelijk vernietigt. The Gods Weep laat niet alleen zien dat deze aantrekkende en vervolgens vernietigende werking op persoonlijk niveau plaatsvindt, maar toont ook de globale impact van dit systeem. De belangrijkste katalysator in de plot is het project in Belize. Dit is het enige project dat Colm wil behouden en is daarmee een parallel voor de honderd ridders die King Lear wil behouden. Het is een project in ‘food security’. (11) Argeloin heeft 1,7 miljoen hectare land gekocht in Belize en zal dat vervolgens verhuren aan rijke landen, zodat zij er eten kunnen verbouwen. Belize is een voormalige Britse kolonie die sinds 1964 onafhankelijk is, hoewel de koningin van Engeland nog steeds het officiële staatshoofd is. Het is de ontvoering van de bodemexperts in Belize die het westerse systeem de afgrond in duwt. Het reeds bestaande wantrouwen tussen Catherine en Richard wordt erdoor op de spits gedreven, wat uitmondt in een oorlog en de vernietiging van het bedrijf. Het kapitalisme heeft dus in eerste instantie verbanden gelegd tussen verschillende regio's, maar juist die regio's zetten de afbraak van het systeem in. De lust van het Westen naar meer macht en meer groei leidt uiteindelijk tot de neergang van het stelsel. Het globale kapitalisme grijpt om zich heen in The Gods Weep, maar er is ook een tegenstrijdige kracht te ontwaren. Colm wil in Belize de moraal in de economie terugbrengen. Direct in het begin zegt hij: ‘And it occurs to me now that perhaps we have fought enough. That perhaps growth has its limits.’ (7) Vervolgens besluit hij om een humanitaire bepaling in het project op te nemen, waardoor 25 procent van de opbrengst van het project beneden marktwaarde aan de lokale bevolking wordt verkocht. Dit plan wordt echter door Catherine en Richard tenietgedaan wanneer zij het project van Colm overnemen. Na de oorlog lijkt er opnieuw sprake te zijn van een alternatief systeem. Barbara en Colm leven samen in een bijna idyllische wereld waarin ze van het land leven. Er bestaat geen virtuele, globale wereld meer, enkel nog de concrete omgeving waarin ze leven. De idylle is echter van tijdelijke aard, want uiteindelijk komt Jimmy toch weer langs - en met hem het systeem. Net als in Shakespeares King Lear wordt de gevestigde orde uiteindelijk deels hersteld. Hoewel het systeem zichzelf in eerste instantie volledig vernietigd heeft, staat er een personage op dat zich tegelijkertijd in twee werelden lijkt te begeven: in dit geval tussen humanistisch en globaal kapitalisme. Castile, vroeger de rechterhand van Colm en nu die van Jimmy, beweert dat alles is veranderd: ‘your son has changed everything, [...] He's in control. Richard is dead, Beth is dead, Gavin is dead, there are no more tyrants.’ (111) Wát er dan precies veranderd is, wordt niet duidelijk, maar geïnsinueerd wordt dat Jimmy de moraal heeft teruggebracht - de | |||||||||||||||||||
[pagina 91]
| |||||||||||||||||||
tirannen zijn immers verdwenen. Anderzijds lijkt het erop dat het enkel om een suggestie van verandering gaat. Jimmy wordt omringd door soldaten en draagt zelf ook legerkleding. In dit systeem is de waarde van mensenlevens nog steeds niet teruggekeerd. Bij aankomst van het leger wordt Barbara zomaar doodgeschoten en daar toont niemand, behalve Colm, zich rouwig over. Ondanks Colms poging om aan het systeem te ontsnappen, is er geen ontkomen aan en wordt hij uiteindelijk door het kapitalistische systeem ingehaald. | |||||||||||||||||||
Het Westen is uitgespeeldTerwijl uit Kelly's adaptatie nog enige hoop voor het westerse kapitalisme spreekt, is die hoop in Lanoyes Koningin Lear (2015) geheel verloren: iedereen verliest en er bestaat geen alternatief. Lanoyes adaptatie speelt zich af in de multinational Lear BV, die gevestigd is in een wolkenkrabber in een niet nader gespecificeerde metropool. Als Elizabeth Lear verwacht dat er een crisis zal uitbreken, besluit ze het familiebedrijf te verdelen onder haar drie zonen, Gregory, Henrik en Cornald. Nadat de klassieke liefdestest heeft plaatsgevonden, wordt Cornald onterfd en het bedrijf tussen Gregory en Henrik verdeeld. Ondertussen stevent Lear BV op de afgrond af: de opdeling van het bedrijf heeft ervoor gezorgd dat pers en beurs alle vertrouwen zijn verloren. In Shakespeares King Lear is een strijd gaande tussen twee economische ideologieën. In Koningin Lear zijn er drie ideologieën die met elkaar de strijd aangaan. Ten eerste is er het traditionele kapitalisme van Elizabeth Lear. Ze is opgegroeid in een tijd van tastbaar geld en tastbare producten: Vroeger? Je droeg je geld in de hand en je zag wat je maakte. [...] Nu? Ik ben mondjesmaat mijn eigen tent uitgewerkt. ‘High yield bond with a non-investment grade’! ‘Equity in income of affiliaties’! Weet jij wat het betekent? (63) Daarnaast is er het globaal kapitalisme waar Lear BV middenin staat en dat door Henrik gerepresenteerd wordt. Hij reist de wereld af om deals te sluiten die Lear BV weer levensvatbaar kunnen maken. In die economie vloeit het geld virtueel en zijn de producten al even ontastbaar: ‘Een kluwen schuldpapier en rommelobligaties, het rotte en gezonde door elkaar, slicing!, dicing!’ (108) Tot slot is er het humanitair kapitalisme van Cornald en Kent, de rechterhand van Lear. Cornald is van plan om met Kents hulp microfinanciering op te zetten in het Midden-Oosten. Cornalds motieven zijn niet alleen economisch: ‘Door de globalisering zijn er kansen / Om wat verkeerd liep, dit keer goed te doen.’ (20) Maar Kent laat blijken dat het heus ook een kapitalistische onderneming is: ‘Als non-profitparadepaard begonnen / Biedt het op basis van zijn schaal weldra / Geborgde opbrengstmaximalisatie / In een gegarandeerd win-winverhaal.’ (22) Het traditioneel kapitalisme van Lear is al grotendeels uit elkaar gevallen in de geglobaliseerde economie, en in de loop van het stuk falen ook het globale en humanitaire kapitalisme. Cornalds en Kents ideeën over humanitair kapitalisme blijken geen succes te zijn. Cornald vindt in het Midden-Oosten uit dat zijn projecten geen soelaas | |||||||||||||||||||
[pagina 92]
| |||||||||||||||||||
bieden: ‘Mijn projecten? Pretentieus en overbodig. De autochtonen? Niet bereid om hun tradities te verminken voor een vreemde, jonge snuiter. Geef ze eens ongelijk.’ (69) Ook het globaal kapitalisme komt ten einde. Door internationaal wantrouwen als gevolg van de verdeling van het bedrijf keldert de waarde van Lear BV razendsnel. Bovendien wordt het globaal kapitalisme, met als belangrijkste kenmerk haar virtualiteit, als veroorzaker van de economische crisis gepresenteerd: ‘de ene bubbel spat de andere kapot.’ (11) Aan het eind van het stuk lijkt het globaal kapitalisme toch nog even te herleven als Henrik heeft geregeld dat Lear BV een doorstart kan maken met behulp van het IMF, de Wereldbank en de staat. Cornald gaat hier vurig de strijd mee aan, maar zijn betoog mag niet baten; Lear zet toch haar krabbel. Even lijkt het er dus op dat het globaal kapitalisme toch zegeviert. Dan valt Cornald echter tijdens een gevecht met Henrik van het dak en scheurt daarbij het document dat de doorstart kan garanderen in tweeën. Snel daarna eindigt het stuk, zonder enig uitzicht op wat de vervolgstap zal zijn. De gevestigde orde wordt niet hersteld. Het stuk eindigt, kortom, in een ideologische leegte waar het Westen geen oplossing voor heeft. | |||||||||||||||||||
De onvolledige transitie van ChinaThe Gods Weep en Koningin Lear laten samen zien hoe het Westen een monsterlijk systeem heeft gecreëerd dat zichzelf vernietigt, waarna de macht van het Westen op het globale toneel is uitgespeeld. King Lear (2006) van David Tse reflecteert op wat daarna komt: waar gaat de macht naartoe en welke vorm neemt het nieuwe systeem aan? Tse heeft voor zijn adaptatie de oorspronkelijke tekst van Shakespeare gebruikt, en daar slechts een aantal veranderingen in aangebracht. Cordelia wordt bij Tse niet uitgehuwelijkt, maar zit vanaf het begin in Londen, en Tse gebruikt niet alleen de oorspronkelijke Engelse tekst, maar ook een vertaling in het Mandarijn. Beide talen worden voor het publiek ondertiteld. De uitgesloten positie die Cordelia inneemt in haar familie wordt door het verschil in taal benadrukt: zij spreekt Engels terwijl haar familie Mandarijn spreekt. De grootste veranderingen schuilen echter in het gebruik van audiovisuele middelen. Cordelia houdt bijvoorbeeld vanuit Londen contact met haar familie via een videoverbinding. Het is ook via de videoschermen dat de context van het stuk duidelijk wordt gemaakt. In het begin wordt geprojecteerd: ‘2020 AD, Shanghai's financial district: 44 C, severe air polution. Lear's penthouse 188/F: 18 C, clean purified air.’ (3) Tse verplaatst King Lear naar een China in de toekomst. Door die verandering reflecteert de adaptatie op de transitie van de macht in de globale economie van het Westen naar China. In dialoog met de adaptaties van Kelly en Lanoye reflecteert Tse op de rol van China nadat het Westen is uitgespeeld in de globale economie. Net als in Shakespeare is er bij Tse's King Lear een conflict tussen twee economische ideologieën. Lear en Gloucester representeren traditionele Chinese waarden en daartegenover staan Regan, Goneril en Edmund met hun nieuwe kapitalisme. Lear en Gloucester hechten veel waarde aan traditionele hiërarchie en sociale verbonden. Dat blijkt onder andere wanneer Gloucester denkt dat hun tijd tot een einde komt wanneer deze verbonden breken: | |||||||||||||||||||
[pagina 93]
| |||||||||||||||||||
And the bond cracked ‘twixt son and father. This villain of mine comes under the prediction: there's son against father; the king falls from bias of nature: there's father against child. We have seen the best of our time. (15) Edmund pleit daarentegen juist voor individualisme, hij vindt maatschappelijke verplichtingen en tradities slechts ‘a plague of custom’. (12) En Goneril en Regan hebben geen boodschap aan machtsvertoon, maar bekommeren zich enkel over nut. Waar Lear zijn ridders wil behouden, zegt Goneril: What need you five and twenty, ten, or five
To follow, in a house where twice so many
Have a command to tend you? (49)
Uiteindelijk sterven zowel Lear en Gloucester als Edmund, Regan en Goneril: zowel de oude als de nieuwe garde gaat ten onder en Edgar neemt de macht over. Edgars personage wordt vaak begrepen als ‘a middle way between the absolutism of Lear and the acquisitive individualism of Edmund’. (Zunder 2008: 520) Er is uiteindelijk dus geen sprake van een volledige transitie naar het globaal kapitalisme, maar er ontstaat een hybride vorm tussen de Chinese traditionele waarden en het nieuwe kapitalisme. Cordelia neemt een bijzondere positie in. In de oorspronkelijke tekst is Cordelia een personage ‘[that] represents the inner humanity within feudal relations that rested upon the maintenance of mutual obligation’. (Zunder 2008: 517). Ze is de belichaming van humaniteit en de traditionele ideologie. Ook in de bewerking van Tse is ze deel van de oude orde, maar ditmaal niet van de traditionele Chinese orde, maar van het Westen. Ze is de enige die haar moedertaal niet meer spreekt en opgegroeid is op een Engelse kostschool. Wanneer ze terug naar China gaat om het op te nemen voor haar vader, verliest ze de aandelenoorlog met Regan en Goneril en moet het uiteindelijk bekopen met haar leven. Hoewel het westerse kapitalisme als ideologie wordt opgenomen in een nieuwe hybride vorm, heeft het Westen zelf niets meer te betekenen; de globale economische macht gaat naar China. | |||||||||||||||||||
Parallel tussen de globalisering van westers kapitalisme en ShakespeareDat Tse, Lanoye en Kelly reflecteren op mondiale economische ontwikkelingen in een Shakespeare-adaptatie legt een interessante parallel bloot tussen de reflectie op economische globalisering in deze adaptaties en de globalisering van Shakespeare. Zoals het globale economische systeem in de adaptaties buiten de westerse macht komt te liggen en vermengt met Chinese ideologie, zo is ook Shakespeare niet meer westers maar globaal geworden, en neemt zijn toneelstuk een hybride vorm aan in de adaptatie van Tse. Shakespeare werd, net als het westers kapitalisme, over de wereld verspreid via het kolonialisme en was onderdeel van het imperialistische project. In de koloniën is op verschillende manieren op Shakespeare gereageerd, onder andere met de toe-eigening | |||||||||||||||||||
[pagina 94]
| |||||||||||||||||||
van Shakespeare, wat resulteerde in culturele hybriditeit. (Loomba & Orkin 1998: 1-2) Een van de bekendste voorbeelden daarvan is de adaptatie door Aimé Césaire van The Tempest, waarin de macht van Prospero omvergeworpen wordt ten behoeve van Caliban. Césaire gebruikt Shakespeares stuk dus voor zijn antikoloniale strijd. (Ramone 2011: 170) Adaptaties van Shakespeare werden niet alleen gebruikt in de strijd tegen kolonialisme, maar zijn ook toegeëigend in de reflectie op allerlei andere politieke en culturele kwesties. Het meertalige LEAR (1997) van de Chinese Ong Keng Sen wordt bijvoorbeeld opgevoerd in het Mandarijn, Engels en Japans en integreert onder andere jingju chanting en Nohtheater, waarmee het stuk wordt ingezet in vragen over identiteit en nationaliteit in Azië. (Huang 2009: 14) Door die toe-eigening op internationale schaal veranderde Shakespeare van een symbool van Engelsheid in een onderdeel van globale cultuur: ‘Shakespeare belongs wholly to the flux of global culture, and is no longer the property of any one national constituency.’ (Holderness & Loughrey 2013, online) Het culturele kapitaal van Shakespeare is een rol gaan spelen in culturele conflicten tussen groepen over de hele wereld. (Lanier 2014: 24) Net als over de globale economie is het Westen de macht over Shakespeare kwijtgeraakt door zijn teksten globaal te verspreiden. Zeker Azië kent een rijke traditie van Shakespeare-adaptaties: ‘Shakespeare has evolved from Britain's export commodity to an import industry in the Anglo-European culture, giving birth to Asian-inflected performances outside Asia.’ (Huang 2009: 13) Tse's adaptatie laat in haar vorm dezelfde overname van globale macht door China zien als in haar inhoud. De combinatie van de oorspronkelijke Engelse tekst en de hedendaagse technologie zorgt voor een vermenging van tijden en contexten. Wanneer Lear bij de verdeling van zijn rijk zegt ‘Give me the map there’ verschijnt er een ‘matrix of international money symbols, stocks & shares, pie charts & graphs’ op het scherm, waarnaar hij vervolgens verwijst als ‘our kingdom’. (4) Hij is tegelijkertijd directeur en koning van een multinational en koninkrijk. In het artikel ‘Negotiating New Terrains’ wijst Wen-Ching Liang bovendien op de juxtapositie van culturele elementen uit verschillende oost-Aziatische landen in de adaptatie, zoals elementen van Pekingopera en Japans Nohtheater. Doordat er tegelijkertijd sprake is van een koninkrijk en een multinational, van een vroegmoderne en een hypermoderne tijd, is de transitie naar de hedendaagse, globale context onvolledig. Door deze anachronismen wordt de thematiek van Shakespeares King Lear geactualiseerd: economische en ideologische transitie wordt in het hedendaagse China geplaatst. China wordt voorgesteld als het nieuwe financiële centrum van de wereld waar culturen, talen en ideologieën vermengen tot hybride vormen. Het is in deze context betekenisvol dat er maar drie landen voorkomen in Tse's King Lear: China, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. In de adaptaties van Kelly en Lanoye wordt door de personages gepronkt met hun macht over de gehele wereld, terwijl vervolgens een land uit de periferie de genadeklap toedient aan het westers globaal kapitalisme. Bij Tse heeft zo'n land uit de voormalige periferie de macht overgenomen en | |||||||||||||||||||
[pagina 95]
| |||||||||||||||||||
hoeft daarbij niet te pronken met haar macht over de hele wereld; zij zet zich enkel af tegen de voormalige grootmachten in de wereld. | |||||||||||||||||||
ConclusieIn de reflectie op economische globaliseringsprocessen in hun hedendaagse King Lear-adaptaties scharen de adaptaties van Kelly en Lanoye zich beide aan de zijde van de onderzoekers die stellen dat het globaal kapitalisme een wereld met meer ongelijkheid schept. De gebieden waarover de multinationals macht hebben, strekken zich uit over heel de wereld. Die wereld slaat echter ook terug. Het Westen heeft een monsterlijk systeem gecreëerd dat het heeft verspreid over de hele wereld, maar uiteindelijk maakt het zichzelf kapot. In beide stukken zorgt een gebied in de periferie, respectievelijk Belize en het Midden-Oosten, voor de (gedeeltelijke) ondergang van het westerse kapitalisme. Uit het toneelstuk van Kelly spreekt het geloof dat het Westen enige kracht zal hebben om zichzelf opnieuw op te bouwen - mits ze de moraal terugvindt. Enkele jaren later is de hoop volledig verdwenen in Koningin Lear - de moraal, die belichaamd wordt door Cornald, wordt in Lanoyes stuk nota bene van het dak gegooid. Het Westen heeft zichzelf vernietigd en kan niet meer opstaan. In Tse's adaptatie neemt een land dat een periferiegebied was in het westerse kapitalisme de macht over en vormt het nieuwe financiële centrum dat zich zelfbewust de economische ideologie en het cultureel erfgoed van het Westen toe-eigent, waardoor hybride vormen tussen talen, ideologieën en culturen ontstaan. In inhoud én vorm reflecteren de toneelstukken op de veranderende culturele en economische verhoudingen in de wereld, waarmee ze bewijzen dat culturele adaptaties allesbehalve tweederangs cultuurproducten zijn. | |||||||||||||||||||
Primaire Literatuur
| |||||||||||||||||||
Secundaire Literatuur
| |||||||||||||||||||
[pagina 96]
| |||||||||||||||||||
|
|