Vooys. Jaargang 26
(2008)– [tijdschrift] Vooys– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 6]
| |||||
Lucebert in het Engels:
| |||||
Het verzameld werk en de voorgenomen vertalingZoals bekend is in 2002, precies vijftig jaar na verschijning van het ‘historisch debuut’ apocrief / de analphabetische naam bij de Bezige Bij, een nieuwe editie van de Verzamelde Gedichten bij de Bezige Bij verschenen. (Lucebert 2002) Die uitgave heet ‘nieuw’ ter onderscheiding van de eerdere uitgave van de verzamelde gedichten van Lucebert uit 1974, verzorgd door C.W. van de Watering, | |||||
[pagina 7]
| |||||
C.A. Groenendijk en Aldert Walrecht. Jammer genoeg zijn van deze prachtige uitgave in twee delen, met een stofomslag van een aquarel van de hand van de dichter-schilder en met een apart, tweede deel met ‘varianten en dokumentatie’ waarvoor Van de Watering de eerstverantwoordelijke was, nooit herdrukken verschenen. Wél zijn er uitgaven van de afzonderlijke bundels en van de - belangrijke - ‘ongebundelde gedichten’ uit de jaren 1949 tot 1974 van afgeleid. Voor de uitgave van de Verzamelde Gedichten van 2002 zijn aan de oorspronkelijke verzameling van de eerste acht bundels én de ‘ongebundelde gedichten’ de later verschenen bundels en een verzameling ‘nagelaten gedichten’ toegevoegd. De circa negenhonderd bladzijden van het verzamelde werk zijn door de Engelse vertaalster in vijf delen verdeeld. Het is de bedoeling om het eerste deel in de loop van volgend jaar te laten verschijnen. Deze verdeling van het verzamelde werk heeft tot gevolg, dat deel 1 van de voorgenomen vertaling de eerste drie bundels zal bevatten die verschenen in de jaren 1951 en 1952, waaraan de ‘ongebundelde gedichten’ uit de jaren 1949 tot 1952 worden toegevoegd. In deel 1 van de vertaling staan de bundels apocrief / de analphabetische naam, het ‘historisch debuut’, triangel in de jungle / de dieren der democratie, het debuut, en de derde bundel de amsterdamse school bijeen. Dit mag een bijzonder gelukkige keuze worden genoemd. Van Paul Rodenko is de omschrijving van de nieuwe naoorlogse poëzie als ‘de explosie van Vijftig’ (Rodenko 1977). De drie bundels gedichten uit twee jaar tijd waarmee het dichterschap van Lucebert als een ‘explosie’ aan het daglicht treedt, komen voor een Engels lezerspubliek in één deel van de vertaling bij elkaar te staan. Achter de eruptieve verschijning van de vroege poëzie van Lucebert gaat een uitgeverskwestie schuil. De eerste uitgever van het werk van Lucebert was Stols in 's-Gravenhage; het debuut verschijnt in november 1951. In de maand daarvoor is, eveneens bij Stols, de bloemlezing atonaal verschenen, met daarin van de hand van Lucebert vijf gedichten, waaronder ‘het proefondervindelijk gedicht’. Voordat het debuut bij Stols verschijnt, ligt er al een bundel ter discussie bij de Bezige Bij; de uitgave hiervan wordt door sterk uiteenlopende meningen vertraagd. Als het ware ‘over de streep geholpen’ door de uitgave van het debuut door Stols in november 1951, geeft de Bezige Bij in juni 1952 het zogeheten ‘historisch debuut’ uit. In november 1952 verschijnt daarna, opnieuw bij Stols, de derde bundel. Het is hier niet de plaats om de ingewikkelde editiegeschiedenis van het vroege werk van Lucebert uit de doeken te doen, maar deze uitgeverskwestie is van invloed geweest op de compositie van het historisch debuut. Details daaromtrent zijn aan het licht gebracht door Hans Renders in zijn monografie over het tijdschrift Braak. (Renders 2000: 68-73) Voor de Engelse vertaling is van belang, dat de drie eerste bundels uit de jaren 1951 en 1952 in één deel verzameld zullen worden. | |||||
Lucebert in het EngelsBij mij als lezer van de vroege poëzie van Lucebert in het Engels strijden herkenning en nieuw zien om voorrang.Ga naar voetnoot1. De vertaalster heeft een zeer verstrekkend overzicht over het geheel van de vroege poëzie.Ga naar voetnoot2. Zij heeft de poëzie van Lucebert als het ware ‘in de vingers’ en soms lijkt het Engels ‘vanzelf’ te komen. De vertaling blinkt uit door een grote gevoeligheid voor de klankrijkdom en ritmische structurering van de poëzie van Lucebert. Butterman vertaalt een matte schetteraar van porselein | |||||
[pagina 8]
| |||||
(VG 90) met a lacklustre cackler of porcelain en een mond is muiten (VG 107) met a mouth is mutiny. De grootste kracht van de vertaling is gelegen in het letterlijk en woordelijk nemen van deze poëzie, het woord voor woord volgen en zeer beeldend, zeer concreet vertalen. Dit laat zich misschien het best demonstreren aan de hand van een paar regels uit het lange verhalende gedicht ‘exodus’ met een spectaculaire beeldenrijkdom: maar haar hals werd een blauwgewelfde vlinder
en haar heup een glazen koetspoort
daardoorheen rinkelend reden de moren
met de nog vochtige hauri-brieven van de frisse ochtend
but her neck became a blue-vaulted butterfly
and her hip a glass carriage entrance
through there the moors rode jingling
with the still moist hauri-letters from the cool morning
Of aan de slotstrofe van ‘voorjaar’ met de voor Lucebert typische woordherhaling in één regel (VG 40): sochtends schokkend vlotten zon en wolken
ontwaakte bomen en vogels zuchten en bloeden
verwoed de woede koelt de woede
de mensen verwelken en smelten als toevallige vlokken
in the morning sun and clouds float haltingly
awakened trees and birds sigh and bleed
ardently the wrath cools the wrath
the people wilt and melt like incidental flakes
Of aan de voorlaatste strofe van ‘lied tegen het licht te bekijken’. De bewuste strofe demonstreert ook voor welke menigte aan problemen een klein aantal regels in vertaling stelt. De dichter speelt met de suggestie van de werkwoordsvorm ligt in licht. In de vertaling worden licht en dichter bij ten nauwste op elkaar betrokken: kindles closer, waarna het licht van de ogen als het ware opengaat in the light of the eyes. De voorstelling van het leven als een sleutel waarmee een deur geopend kan worden, wordt door de vertaling van loper met master key schitterend geëxpliciteerd (VG 129): wat licht er ook dichter bij
het licht dan het licht van de ogen
dit licht van de ogen
is een sobere hand voor de wereld
| |||||
[pagina 9]
| |||||
zomer is zijn wapen
winter zijn liefkozing en
dood de getemde deur
leven de wilde loper
what kindles closer to
the light than the light of the eyes
this light of the eyes
is a sober hand for the world
summer is its weapon
winter its caress and
death the tamed door
life the wild master key
Opvallend is het gemak waarmee voor lastige problemen een oplossing wordt gevonden. Uit ‘lied tegen het licht te bekijken’ (VG 129) worden de afwijkend gespelde woorden melangolieke en zoon uit de regel nee nee tis zoon lang lang land weergegeven met melankolly en suuuch. De schitterende morfologische equivalentie van de regel de gevangenis aanvang & omvang (VG 148) wordt opgevangen met twee gelijkluidende woorden die alleen in hun beginklank verschillend zijn the prison birth & girth. In wat volgt wil ik iets dieper ingaan op de mogelijkheden en onmogelijkheden van de poëzie van Lucebert in Engelse vertaling. Per onderdeel van de aanstaande vertaling zal een indruk gegeven worden van de problemen waarvoor de vertaling stelt en van de oplossingen die daarvoor gekozen zijn. | |||||
Eerste bundel: apocrief/ de analphabetische naamNaast beroemde gedichten als ‘school der poëzie’ en ‘ik tracht op poëtische wijze’ stellen ook minder bekende gedichten uit het historisch debuut voor enorme vertaalproblemen. Een voorbeeld dat dit kan illustreren is ‘in de hitte’ (VG 63-64) waarin een gescheurde officier / wat water (komt) halen voor zijn kleine maagre/ doodvermoeide wonde. De ‘ik’ belooft de wond te bevriezen als het winter is, maar de officier kan niet wachten: hij schudde het hoofd
15[regelnummer]
als een roofdier in een kraag van zand
boven op onze ogen
stapelde hij zijn klauwen en
wegaan jezusmeters hoog
hij kraaide
20[regelnummer]
een regiment van littekens lag op ons gezicht
in rode tenten in loopgraven
| |||||
[pagina 10]
| |||||
hoogwit op ons voorhoofd
nu is het winter zei hij
nu ben ik een ijzeren duif
25[regelnummer]
nu kan ik vliegen met messen en krissen als veren
hoor maar ik rinkel en ik
kir ik kir ook
Het persoonlijk voornaamwoord ik wordt door Butterman consequent vertaald met een hoofdletter I, omdat dat in het Engels gewoon is en omdat een kleine letter i alleen te weinig ‘body’ heeft om er ik mee weer te geven. Het rinkelen en kirren waarin de ‘ik’ bevangen lijkt, wordt vertaald met I ring and I/ coo, met als gelukkig neveneffect, dat de eindklank van ik terugkeert in coo: he shook his head
15[regelnummer]
like a predator in a collar of sand
on top of our eyes
he piled up his claws and
wego jesus metres up high
he crowed
20[regelnummer]
a regiment of scars lay on our face
in red tents in trenches
highwhite on our forehead
now it is winter he said
now I am an iron dove
25[regelnummer]
now I can fly with knives and creases as feathers
listen then I ring and I
coo I coo too
In de derde strofe wordt de toestand van de officier nader beschreven. Dit gebeurt op een voor Lucebert typische manier, in een regel waar verschillende zegswijzen onder verscholen liggen. De officier is zowel ‘aangeschoten wild’ als ‘in zijn wiek geschoten’. De vertaalster brengt de vastlopende armslag van de (24) ijzeren duif tot uitdrukking met behulp van de vaste verbinding the worse for wear, met als betekenissen ‘versleten’, ‘beschadigd’, ‘gehavend’, waarvan een uitgebreide w-alliteratie het resultaat is: hij rinkelde en rimpelde als een mank vliegwiel
ik nam zijn aangeschoten wiek
30[regelnummer]
luister zei ik wij willen weten waar de valse
voorwendselen vandaan komen
| |||||
[pagina 11]
| |||||
he tinkled and wrinkled like a lame flywheel
I took his worse for wear wing
30[regelnummer]
listen I said we want to know where the false
pretences come from
Het lijkt alsof de verklaring die de officier hieromtrent geeft, hemzelf fataal wordt: hij knikte
het is een ei eerst zei hij
dan is het een gaatje in het aangezicht
35[regelnummer]
ik heb ze in mijn lange leven zien doodbloeden
leegstromen als vechtende veeverkopers
geen heeft een ster
wees gerust geen geeft een streep
die avond kouder en kouder
40[regelnummer]
wij mompelden in het donker
zagen op de plek waar eens een zaal
zijn brede borsten spiegelde
een doffe trommel vol bloed
vleugels sloegen daarop
45[regelnummer]
kirrende marsmuziek
he nodded
it is an egg first he said
then it is a hole in the face
35[regelnummer]
in my long life I have seen them bleed to death
empty out like fighting cattle sellers
none has a star
rest assured none gives a stripe
that evening colder and colder
40[regelnummer]
we muttered in the dark
saw in the spot where once a hall
had reflected his wide breasts
a dull drum full of blood
wings beat upon it
45[regelnummer]
cooing marching music
| |||||
[pagina 12]
| |||||
Tweede bundel: triangel in de jungle/ de dieren der democratieHet gedicht ‘ik zing de aarde aarde:’ bevat verschillende lastige vertaalproblemen, zoals de neogalism neologismen (2) carnivale en (18) kreitsende en het naast elkaar optreden van (18) oorverdovende en (19) oordverdovende. Dit laatste gedichtelement is een late variant, waarvoor de dichter pas bij de zesde druk van het gedicht, in de uitgave van het verzameld werk uit 1974, heeft gekozen; in alle eerdere uitgaven staat tweemaal oorverdovende. (Lucebert 1974: 610) Het lastigste probleem is een syntactisch probleem dat in de laatste regels van de eerste strofe schuilt (VG 87): ik zing de aarde aarde:
de aarde met haar carnivale uiterweide
met haar ontbijtende bloezems droevige blijde
bellen en ei-lijnen in haar lichaam daar
5[regelnummer]
zie lady met uw gevaarlijke lippen
kust u de groene grootwijze wereld
kust u en siddert
met al mijn geleidelijke ogenblikken
verbijt ik begin en einde
10[regelnummer]
phalliese A uterale o
ah & oh
zij zijn mijn ja en nee
wat als ik u werp zijde
dwars door het venster
15[regelnummer]
bloemen zullen u begroeten en
schreiende kindren als rokken
u omstaan en zwaaien roepen
het kreitsende het oorverdovende licht
oordverdovende licht in uw vleugels
In de laatste regels van de eerste strofe is het subject van het tweede (7) kust u dubbelzinnig: het is - nog steeds - de aangesproken (5) lady óf (6) de groene grootwijze wereld. De dubbelzinnigheid van het origineel berust op het gebruik van de u-vorm en lijkt nagestreefd: dat de regels zo gelezen kunnen worden, dat het subject verandert, lijkt in overeenstemming met de beschreven handeling van het kussen. Deze ambiguïteit kan in de vertaling niet gered worden. Er is geen mogelijkheid om voor kust u twee keer dezelfde vormen te gebruiken en daarmee dubbelzinnigheid te creëren: see lady with your perilous lips
you kiss the green greatly-wise world
you kiss and shiver
| |||||
[pagina 13]
| |||||
see lady with your perilous lips
do you kiss the green greatly-wise world
kisses you and shivers
Het is één ding om vast te stellen dat de bewuste ambiguïteit in de vertaling niet gered kan worden. Dit kan echter ook omgekeerd geformuleerd worden: de vertaling brengt ondubbelzinnig aan het licht, dat de dubbelzinnigheid berust op het gebruik van de u-vorm. Met de je-vorm zou dezelfde dubbelzinnigheid niet bewerkstelligd kunnen worden: *zie lady met je gevaarlijke lippen/ kus je de groene grootwijze wereld/ kus je en siddert. De vertaalster heeft uiteindelijk voor gelijke vormen gekozen. Dit is de vertaling van het gehele gedicht: I sing the earth earth:
the earth with her carnival outer meadows
with her breakfasting blossoms sorrowful joyful
bells and ova-lines in her body there
5[regelnummer]
see lady with your perilous lips
you kiss the green greatly-wise world
you kiss and shiver
with all my gradual moments
I bottle up beginning and end
10[regelnummer]
phallic A uteral o
ah & oh
they are my yes and no
what if I cast you side
right through the window
15[regelnummer]
flowers will greet you and
crying children like skirts
will stand around you and wave and call
the encompassing the ear-deafening light
place-deafening light in your wings
| |||||
Derde bundel: de amsterdamse schoolAlle gedichten van de derde bundel hebben ofwel een titel, ofwel een nummer. De bundel bevat een groot aantal liefdesgedichten die allemaal schitterend zijn vertaald. Als sprekend voorbeeld kan de slotstrofe van gedicht X dienen, met de regel in een aria stralend die als een refrein wordt herhaald (VG 140): | |||||
[pagina 14]
| |||||
zij gaat welsprekend in het licht staan
in een aria stralend
haar armen klimmen als ibishalzen
in een aria stralend
haar irisspiegels springen
in een aria stralend
she steps eloquently into the light
radiating in an aria
her arms climb like ibis necks
radiating in an aria
her iris mirrors leap about
radiating in an aria
Voor bijzondere vertaalproblemen zorgt gedicht XII van de reeks. Ook hier de voor Buttermans vertaling typische concreetheid, het woord voor woord volgen van het origineel. Het gedicht is een poging tot omschrijving van (3) wie stem heeft. In de lang uitgesponnen, in een negatief licht gestelde omschrijving heeft ook (6) het lichamelijk gedicht een plaats: the bodily poem. Radicale neologismen zoals die uit de derde strofe, (13) een uime een moo heeft de vertaalster ongewijzigd overgenomen. Voor het beeld van (7) de neerslachtende doorsnede waarin neerslachtig en slachten verstrengeld zijn, is de mooie oplossing gevonden van the killingly depressing cross-section. Het nauwe verband tussen (9) kwelzieke en kwaal en tangende en tong in de slotregel van de eerste strofe lijkt gereproduceerd in pestering-inclined en pincer-like (VG 142): XII
van de bittere suikerbergen in de moederborst
zijn de met lippen beladen vogels opgevlogen
zo is wie stem heeft dorstig en hem
zijn verloren gegaan de welluidende ogen
5[regelnummer]
vergaan het klaarblijkelijk lied ook
verdaan het lichamelijk gedicht de tastbare nacht
de neerslachtende doorsnede hij is een
dode deur in stekende spier en
een kwelzieke muur een kwaal met tangende tong
10[regelnummer]
vermoeid zijn hand is een in stenen stoel
versteende blinde
| |||||
[pagina 15]
| |||||
hij is
een uime een moo een mist van toneelhaar
kust in een treurspel
15[regelnummer]
achter slordige maskers
en een kwade taal dode temidden der parelmoeren
nagalmen der grootvaderlijk beginnende nachtegalen
allen
XII
from the bitter sugar mountains in the mother's breast
the birds loaded with lips have flown up
thus he who has a voice is thirsty and to him
are lost the melodious eyes
5[regelnummer]
has decayed the evident song too
dissipated the bodily poem the tangible night
the killingly depressing cross-section he is a
dead door in a stabbing muscle and
a pestering-inclined wall a malady with pincer-like tongue
10[regelnummer]
fatigued his hand is an in a stone stool
fossilised blind
he is
an uime a moo a fog of theatrical hair
kisses in a tragedy
15[regelnummer]
behind messy masks
and an evil language dead in the midst of the nacreous
reverberations of the grandfatherly beginning nightingales
all
| |||||
De ongebundelde gedichtenDe verzameling ongebundelde gedichten begint met de ‘minnebrief aan onze gemartelde bruid indonesia’, geschreven naar aanleiding van de tweede politionele actie in Nederlands-Indië van december 1948 en voor het eerst gepubliceerd in het tweede en laatste nummer van Reflex, het tijdschrift of, zoals de ondertitel luidt: Orgaan van de Experimentele Groep in Holland. Reflex nummer 2 verscheen in februari 1949. De openingsregels van de ‘minnebrief klinken in vertaling even meeslepend als in het origineel, wellicht door het zeer geslaagde binnenrijm van melatisteps- | |||||
[pagina 16]
| |||||
sawahwet (VG 409): sweet borobudur, you once lent free feet, - I walked
melatisteps I saw your eyes were sawahwet, I laughed
then the rice rose up from your new white skin
I spanned myself like dancing like the ritusarch and served like sugarcane
zoete boeroeboedoer, je leende vrije voeten eens, - ik liep
melattiepassen ik zag je ogen waren sawahnat, - ik lachte
dan stond de rijst op van je nieuwe witte huid
ik boog mij als het dansen als de ritusboog en diende als het suikerriet
In de bloemlezing atonaal van oktober 1951 verscheen voor het eerst ‘het proefondervindelijk gedicht’. In de tweede strofe ontwerpt Lucebert de tegenstelling tussen oordelenen meedelen: oordelen is wat de haastige trendvolgers doen, die bij de waan van de dag leven, het ijlingse/ loven en laken van modejager & modeverguizer uit de eerste strofe; meedelen is de taak van de dichter. In de woorden van de vertaalster komen dit oordelen en mededelen tegenover elkaar te staan als to judge en to report on: de dichter hij eet de tijd op
de beleefde tijd
de toekomende tijd
hij oordeelt niet maar deelt mede
van dat waarvan hij deelgenoot is
the poet he devours time
the enjoyed time
the future time
he judges not but reports on
that in which he participates
| |||||
BesluitAan het begin van deze bijdrage heb ik proberen aan te duiden welke onderneming met de vertaling van de verzamelde gedichten van Lucebert gemoeid is. De vertaalster combineert behoedzaam aftasten van deze poëzie met gedurfde beslissingen over vorm en betekenis. De verschijning van het eerste deel is dan nu nabij. Er zal naar uitgekeken worden! De vertaling zal de moderne Nederlandse letterkunde verrijken met de mogelijkheid om ook met een niet-Nederlandstalig lezerspubliek te spreken en te schrijven over dit oeuvre. | |||||
[pagina 17]
| |||||
Literatuur
|
|