[Nummer 4]
redactioneel
Deze nieuwe Vooys luidt 2009 in. Tijdens de barre wintermaanden kunt u zich laven aan artikelen over zeer uiteenlopende onderwerpen. Lucerbertoloog Anja de Feijter bespreekt de in 2009 uit te komen Engelse vertaling van de poëzie van de Koning der Vijftigers. De exclusieve voorpublicatie van deze vertalingen door Diane Butterman wordt door professor De Feijter becommentarieerd, waarbij aandacht uitgaat naar vormaspecten, neologismen en de vraag of Butterman met haar vertalingen iets toevoegt aan Luceberts poëtische taal. Emy Koopman geeft door middel van theorieën over trauma en narrativiteit een interessante lezing van een van de meest gewaardeerde Amerikaanse romans van de laatste jaren, Jonathan Safran Foers Extremely Loud and Incredibly Close. Daarnaast bevat deze Vooys een lezing door Jo Bogaerts van Kafka's Der Prozeß en Das Schloß. Volgens hem is de ideeënrijkdom van Foucault jarenlang niet ten volle benut in het Kafka-onderzoek. Alles wat u altijd al hebt willen weten over de werking van discursieve macht en de internalisering van maatschappelijke normen in het werk van Kafka. Jaap Faber, ten slotte, bespreekt poëzie en proza van Willem van Iependaal over La Grande Guerre. Als een van de weinige Nederlandse schrijvers is deze Rotterdammer ooggetuige geweest van de verschrikkingen van het slagveld.
Zoals u van ons gewend bent, bieden wij ook in dit nummer een interview. Eva Meylink en Kila van der Starre hebben dichter Alexis de Roode ten burele aan een vraaggesprek onderworpen. Stad en Land, zijn veelgeprezen laatste bundel, en optredens op poëziefestivals hebben De Roode een naam bezorgd binnen de Nederlandse dichtkunst. Genoeg reden voor Vooys om deze Utrechter te ondervragen over zijn poëzie, poëtica, mystiek en de voortrazende tijd.
In de ‘Uit de kast!’ van deze maand vraagt Mathijs Sanders zich af wat Menno ter Braaks Carnaval der Burgers voor hem als lezer door de jaren heen heeft betekend. Onze recensie rubrieken zijn dit nummer buitengewoon goed gevuld. Jeroen Dera recenseert Een Andere Lucebert van godsdienstwetenschapper Theo Salemink en merkt op dat religiewetenschap en literatuurwetenschap elkaar zeker kunnen aanvullen, maar dat er valkuilen blijven. Gerard Bouwmeester bespreekt Prikkeling der Zinnen, het proefschrift over Middelnederlandse epische poëzie van Joost van Driel, en geeft commentaar op de werkwijze binnen de medioneerlandistiek. Jan Bloemendal bespreekt Imitatio, het boek van Jeroen Jansen over literaire navolging in de Renaissance.
Wegens omstandigheden deze Vooys geen column van Annette Portegies. Wij bedanken haar hartelijk voor haar bijdragen en wensen haar veel succes met haar proefschrift over Maurice Gilliams. Vanwege het vervallen van de column, staan in deze Vooys maar liefst twee tijdschriftrecensies. Deze zijn geschreven door Mariska Koopman-Thurlings (over DW&B) en Marleen van de Pol (over Yang).
Ook willen wij deze editie weer aandacht vragen voor de vormgeving en de illustraties: zij maken Vooys tot een nog aangenamer te lezen blad.
De redactie wenst u veel leesplezier toe en een belezen 2009!