Prijzencircus
Het was bitter koud, herinner ik me nog, op de avond van mijn rite de passage in het boekenvak. Ik was nog maar enkele maanden uitgever en mocht voor het eerst met een genomineerde schrijver naar de uitreiking van de AKO Literatuurprijs. Amsterdam, oktober 2001, gok ik. Met Stefan Hertmans achter een tafeltje in De Rode Hoed. De andere genomineerden en hun uitgevers eveneens achter zo'n tafeltje, net als wij in het donker.
De schijnwerpers waren gericht op een zestal bekende Nederlanders, die voor het oog van televisiekijkend Nederland de genomineerde boeken recenseerden, nogal kritisch recenseerden, steeds ongenuanceerder en schaamtelozer naarmate de uitzending vorderde. We zaten er in een kring omheen, maar niemand leek zich bewust van de aanwezigheid van de schrijvers. ‘Welk van de boeken het beste is?’ kraaide Kees van Kooten in de microfoon van Sonja Barend. ‘Ik zou het echt niet weten: ik heb ze geen van alle gelezen. Ik lees nooit Nederlandse literatuur, want die is volstrekt inferieur aan de Angelsaksische, dat weet iedereen.’ Hilariteit en applaus in de zaal, diepe stilte aan de tafeltjes in het donker.
Ik was verbijsterd. Was dit de manier waarop Nederland zijn literatoren eerde? Waarom zouden de genomineerde auteurs deze aanmatigende vertoning moeten uitzitten? Konden we niet opstaan tegen de barbarij, met slaande deuren de zaal verlaten? Opgewonden fluisterend overlegde ik met de uitgever naast me, een oude rot in het vak, die me zachtjes op de schouder klopte en zei dat het aanzienlijke prijzengeld deze publieke vernedering voor de winnende schrijver zeker compenseerde. Het was duidelijk: ik moest nog veel, heel veel leren.
In de jaren die volgden, bewees de stichting AKO Literatuurprijs, in opdracht van de sponsor van het prijzengeld, dat het allemaal veel erger kon. Tweemaal werd de winnaar bekendgemaakt in het praatprogramma van de kijkcijferkanonnen Frits Barend en Henk van Dorp, maar haastig, terloops bijna, terwijl de aftiteling al door het beeld liep. De genomineerde schrijvers zaten de hele uitzending voor spek en bonen aan de borreltafel van beide presentatoren. ‘Die samenwerking was een experiment,’ zei een van de organisatoren vergoelijkend in een interview. ‘Barend & Van Dorp blijft een actualiteitenprogramma.’
Omdat de stichting in de mislukking geen reden zag om te breken met de commerciële omroep, volgde een nieuw en nog riskanter experiment: de prijs zou voortaan worden uitgereikt in het society-programma RTL Boulevard. ‘Er wordt vaak met dedain over de commerciële omroep gesproken,’ aldus dezelfde organisator, ‘maar de mensen daar staan zeer open voor nieuwe ideeën.’ En dus werden de genomineerden behandeld als pop- en musicalsterren, over wie het in de studio fijn kwaadspreken was. Als de schrijvers zelf aan het woord kwamen, dan was het meestal om een vlerkerige vraag te beantwoorden, over hun inkomen bijvoorbeeld, of over de arrogantie van intellectuelen jegens Jan Smit. De interviewtjes met de schrijvers werden geinig gemonteerd tussen reportages over penisvergrotingen en zwangere soapies.