deelde, een lust voor de lezer. Dit soort grappen en nog vele andere mooie grappen vormen Uitnodiging voor een onthoofding (1959).
Uitnodiging voor een onthoofding is een boek gebaseerd op een politiek verleden, spotten met Freudiaanse theorieën en Kafkaiaanse beschrijvingen. Voor deze tijd is dat echter niet meer relevant. Uitnodiging voor een onthoofding moet je dus niet gaan lezen om politieke situaties beter te begrijpen, daarvoor kun je beter bij andere boeken te raden gaan. Kafka zelf heeft meer verstand van beschrijvingen dan Nabokov en met Freud wordt vandaag de dag al veel te veel gespot. Nabokovs roman kan gelezen worden door iemand die het boek in de tijd van uitgave wil plaatsen, maar het beste kan je het boek lezen als je goede, mooie en nog steeds actuele humor wil lezen.
Humor is bijvoorbeeld al te vinden in de tien geboden voor de gevangene, waarvan er één als volgt luidt: ‘Het is wenselijk dat de gedetineerde geen nachtelijke dromen heeft, of die, ingeval hij ze wel heeft, onmiddelijk zelf de kop indrukt, zo hun inhoud onverenigbaar is te achten met de omstandigheden en status van de gevangene, zoals: magnifieke landschappen, uitstapjes met vrienden, maaltijden in familiekring, of sexueel verkeer met lieden die in het dagelijks leven en in wakende toestand genoemd individu nimmer in hun nabijheid zouden velen, weshalve genoemd individu bij de wet schuldig zal worden geacht aan verkrachting.’ Kortom, humor tot in de puntjes.
Mensen die geen Russisch kunnen, zijn echter ook nog zeer afhankelijk van de vertaling. De eerste vertaling in het Nederlands kwam voort uit het Russisch. De grap met de bijl toont het belang van een vertaling duidelijk aan. In de uit het Russisch vertaalde bijlengrap staat: ‘“Cincinattus wat ben je toch klein; als het bijltje valt zul je nog kleiner zijn!”’. Best leuk, maar beter klinkt: ‘“Neem het woord bijklank,” zei Cincinattus zwager, de grapjas, tegen hem. “En haal daar het woord knak van af. Ja, beste vriend, je hebt je aardig in de nesten gewerkt.’ Briljant! Maar ook dank aan de vertaler. De uit het Engels vertaalde roman leest soepeler dan de Nabokov uit het Russisch vertaald.
Het is moeilijk om een boek vol sinistere grappen tot een goed einde te brengen. Sorry, maar ik kom met nog een grap; Nabokov is erg prettig om te citeren. Hij beschikt over echte ‘boekentaal’: ‘“Diomedon, nu laat je die kat met rust,” zei Marthe. “Je hebt er gisteren al een gewurgd, elke dag een is te veel. [...] Toen kwam hij [Rodion, de cipier], [...], met stoffer en blik terug om de dode kat op te vegen die plat onder een stoel lag.’ In Nabokovs tijd moesten boeken nog een einde hebben en Nabokov is er dan ook in geslaagd om zijn boek op stijlvolle wijze te eindigen. Waar Cincinattus heen gaat, staat geheel open. Zeker is wel dat de indertijd Freudiaanse (?) oplossing dat alles maar een droom was, geen recht doet aan het boek.
Veel valt er verder niet aan toe te voegen. ‘Mijn woorden krioelen steeds in een kringetje rond’: wat een prachtig boek.
Toef Jaeger