paald heeft. Hun remedie tegen ongeluk en hun antwoord op de
vraag van het menselijk lijden is eenvoudig: concentreer je gewoon op de leuke momenten en negeer de vervelende. Alle tijd is altijd tot je beschikking, dus het is gewoon een kwestie van kiezen.
Net zoals de Tralfamadorianen is Billy ontkoppeld in de tijd, hij vertrekt op de meest onverwachte momenten van 1945 naar 1968 en vice versa en Slaughterhouse Five volgt hem op de voet. Het Tralfamadoriaanse tijdsidee en de visies op menselijk handelen en menselijk lijden die ermee samenhangen zijn cruciaal voor een interpretatie van Slaughterhouse Five en worden door Vonnegut gebruikt als toetssteen voor de gebeurtenissen in Dresden en tevens verbonden met de kwestie van het schrijven van een roman over een massaslachting. Dit laatste is namelijk een groot probleem voor Vonnegut - hij deed er niet voor niets twintig jaar over.
Zoals Vonnegut schrijft, heerst er stilte na een bloedbad. De enigen die spreken zijn de vogels en zij zeggen alles wat er te zeggen valt over een slachting, namelijk: ‘Poo-tee-weet?’ Kun je de verantwoording op je nemen om te schrijven over de dood van 135.000 mensen en zo ja, hoe doe je dat dan, welke vorm doet recht, of in ieder geval geen onrecht aan zulk onverbeeldbaar lijden? Er is een stad platgebombardeerd, een stad die niet eens van noemenswaardig militair belang was. De mensen zijn blijkbaar zo gek als een cent, dus wat zou je nog een beetje romans gaan schrijven? Als Billy op een dag een radiostudio binnenloopt om het Tralfamadore-evangelie - dat hem inmiddels danig naar het hoofd is gestegen - te verkondigen, treft hij daar een forum van ‘intellectuelen’ aan dat zich buigt over de vraag of de roman dood is of niet. Vonnegut koppelt vorm aan inhoud: leidt de dood van 135.000 mensen tot de dood van het medium dat die zelfde dood moet weergeven? Wil het menselijk bewustzijn de klap van Dresden overleven, dan zal de wijze waarop dit zou kunnen - door middel van taal en verhalen - opnieuw besproken moeten worden.
Verhaaltechnische causaliteit is het eerste element dat Vonnegut overboord gooit: een roman die aan oorzakelijke verbanden en wetmatigheden gehoorzaamt loopt in de val van de officiële geschiedschrijving die Vonnegut zo wantrouwt: ‘Dresden moet gebeuren, want...’: Vonnegut beschrijft hoe hij op een groot stuk behang een grafisch schema van zijn boek had getekend met kleurlijnen die de levensloop van de diverse karakters weergeven en een grote oranje balk die Dresden voorstelt. De lijnen van de personages die Dresden overleefden komen aan de andere kant uit de oranje vuurzee tevoorschijn. Van een dergelijke lineaire logica moet Vonnegut echter uiteindelijk niets hebben en hij kiest voor een fragmentarische verteltrant met een tijdsbegrip dat de ‘telegrafische schizofrenie’ van de Tralfamadorianen benadert. De romans van laatstgenoemden vertellen nooit een verhaal maar bieden een reeks niet met elkaar in verband staande scènes of beelden (‘telegrammen’) die, als ze allemaal tegelijk worden aanschouwd, een plaatje van de werkelijkheid opleveren dat ‘mooi’ is en ‘verbazend’ en ‘diep’.
Vonneguts boek kent een minimum aan spanningsopbouw, dramatische confrontaties en wat dies meer zij. Zijn karakters voldoen al evenmin aan de definitie van een ‘uitgewerkt personage’. Zelf schrijft hij hier het volgende over:
There are almost no characters in this story, and almost no dramatic confrontations, because most of the people in it are so sick and so much the listless playthings of enormous forces. One of the main effects of war, after all, is that people are discouraged from being characters.
Vonnegut lijkt geen esthetische constructie van een afschrikwekkende werkelijkheid te willen leveren. Ook houdt hij zich ver van het romantiseren van oorlog als iets met helden en heldendaden. Oorlogen worden immers uitgevochten door onschuldige babies en achttienjarige snotjongens die van toeten noch blazen weten. Vandaar ook de subtitel van Slaughterhouse Five: The Childern's Crusade: de kinderkruistocht.
De verhaaltechniek van Slaughterhouse Five kan ook gezien worden als een metafoor voor de manier waarop Billy's geheugen met zijn oorlogsherinneringen omgaat. Hoewel hij na de oorlog enorm wordt geobsedeerd door zijn Dresden-ervaringen, verdringt Billy het belangrijkste deel ervan: de nacht van de verwoesting. De enige manier om met zijn traumatische verleden om te gaan is door het het zwijgen op te leggen, hetgeen mogelijk wordt gemaakt door zijn dwalingen door de tijd. Tijdens de nacht vóór de feitelijke aanval op Dresden vernemen we het volgende: