Een ding is wat het is. Misschien kan men er zelfs achter komen. Wat zegt de rots? Wat fluistert het riet? Het was een daad van pure goedheid toen Gertrude Stein de bridgetafel van de conformist omverstootte: A rose is a rose is a rose. Natuurlijk niet als je erop uit bent je leven lang niets anders te doen dan het in stand houden van de status quo. There is no there there.
Waarom dus nog langer schrijven, vraagt men zich misschien af, als het niet is om aan een paar miljard meningen er nog een toe te voegen. Wel, dat is heel eenvoudig. Om mezelf te verzekeren van mijn bestaan. Als ik tegenwoordig het grootste deel van mijn tijd besteed aan het schrijven van zinnen over mensen, dan doe ik dat ongetwijfeld om daarbij mijzelf te ontdekken. Misschien klinkt het paradoxaal, maar tijdens mijn nachtelijke activiteiten (die meestal bestaan uit het aan elkaar rijgen van woorden) heb ik bijvoorbeeld ook ontdekt dat ik best tevreden ben over mijn situatie, want die behoedt mij er tenminste voor mijn leven te slijten in eeuwigdurende verveling en blindheid. Uiteraard vloeit uit dit beroep ook de genade voort van het alleen kunnen zijn. Wat heb ik er de afgelopen jaren van genoten alle tijd van de wereld in mijn eentje door te kunnen brengen. Die vriendelijke stilte had altijd het voordeel dat ik met mezelf bezig kon zijn; en alles eindigde met acceptatie, met grenzeloze overgave aan dit zijn.
Natuurlijk heb ik ook een aantal meningen ontwikkeld, simple comme bonjour, zelfs mij schieten er met enige inspanning dagelijks tientallen te binnen. Ik probeer ze alleen niet te verkondigen. Toen ik had besloten dat ik schrijver wilde worden, merkte ik namelijk al gauw dat het er, wil je in dit metier een beetje gelukkig zijn, niet alleen gaat om wat je schrijft. Meestal is het in het belang van de gemeenschap minstens even belangrijk wat je verzwijgt. Want als ik op het vlot van deze tijd als metgezel van Ulysses één ding heb geleerd dan is het wel: ook zonder mij zullen er altijd voldoende fanatici en brandstichters zijn die ons lastig vallen met hun programma's, heilboodschappen, goden of filosofieën. Zij zullen niet aflaten te proberen ons wijs te maken dat we slechts het recept hoeven te veranderen om alles beter te maken - we hoeven alleen maar wat meer eieren door het beslag te roeren. Maar alles is goed, alles is allang duizend keer gedaan. Op dezelfde manier als er sinds mensenheugenis altijd weer op is gewezen dat er geen verbetering buiten de mens, of buiten jezelf kan bestaan. Alles is aanwezig, de mens moet het alleen maar zien. Alles is in hem, hij moet het ontdekken. En van de filosofie hebben we niets te verwachten. Zij is altijd de vergissing van gisteren.
Als er echt een hel bestaat, dan zijn er voldoende mogelijkheden hem hier op aarde en niet in een ver hiernamaals te leren kennen. Om in zijn volle omvang van de hel te kunnen genieten, hoeven wij ons slechts uit te leveren aan de duistere machten, die verkondigen wat ons van elkaar scheidt en die ons proberen aan te praten dat wij op de een of andere manier slecht en niet helemaal gelukt zijn. Er loopt een directe lijn van Aristoteles naar Hitler, Kant, Hegel, Marx. De categorische imperatief, het communistisch manifest, Auschwitz. Wat heeft dat alles ons te bieden behalve dat wij uiteindelijk onder helse pijnen en in eindeloze zelfverloochening