Goed kijken
K. Schippers, Eb. Uitgeverij Querido. Amsterdam, 1992, f 29,90.
‘Wat zie je?’
‘Een boek, met een surrealistisch-achtig schilderij op het blauwe omslag. Het is iets hoger dan de meeste andere boeken, maar niet enorm dik, overigens. Mooi omslag.’
‘Kijk nog eens.’
‘Ik zie nog steeds een boek, letters, beelden, hoe bedoel je?’
‘Kijk nog maar eens goed.’
‘Ja, ik zie nog veel meer, mijn bureau, pennen, potloden, is het wel de bedoeling dat ik naar het boek blijf kijken?’
‘Kijk en vertel me wat je ziet.’
‘Ik weet niet meer wat ik zie.’
En dan pas is K. Schippers tevreden. En wie het laatste niet geërgerd, maar verbaasd opmerkt, zal het wel begrepen hebben.
Bijna alles wat K. Schippers heeft geschreven is een verschijningsvorm van dat éne zinnetje: ‘Kijk nog eens.’ In zijn poëzie, proza, en ook in zijn verhalen en beschouwingen lijkt Schippers één ding te willen betogen: als je om je heen kijkt zie je de wereld, maar ‘als je goed om je heen kijkt zie je dat alles gekleurd is.’
Het resultaat van dat goede kijken is verbazing over wat gewoon is (was). Het maakt dat je kijkt alsof je voor het eerst kijkt-en daarom naar nieuwe beschrijvingen moet zoeken. Want het is de taal die het wonder tot werking moet brengen.