Vooys. Jaargang 10
(1991-1992)– [tijdschrift] Vooys– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 150]
| |
IVladimir Nabokov laat zich niet indelen. Hij is een Russische schrijver, maar niet minder een Amerikaanse schrijver. Hij kan tot de modernisten gerekend worden, maar is een van de voorlopers van het postmodernisme. Nabokovs werk vertoont soms overeenkomsten met existentialistische literatuur, maar op die aantijgingen reageert hij zelfverzekerd: hij was eerder en beter. In het voorwoord van ‘Terror’ (‘Urzhas’) meldt hij dat het verhaal ‘preceded Sartre's La Nausée, with which it shares certain shades of thought, and none of thatnovel's fatal defects, by at least a dozen years’. Het is het medium dat hij bij voorkeur gebruikt om de pogingen tot canonisering tegen te spreken: het pinnige voor- of nawoord. Vooral tegen psychologisch-analytische interpretaties van zijn werk streed hij onvermoeid. Freud is froid, ‘the Viennese witch-doctor’, die hem zelfs een hekel doet krijgen aan iets onvermijdelijks als symboliek (uit het nawoord bij Lolita): ‘I detest symbols and allegories, which is partly due to my old feud with Freudian voodooism and partly to my loathing of generalizations devised by literary mythists and sociologists’: iedereen die generaliseert kan op niets minder dan Nabokovs afschuw rekenen. En daarom wordt tegen elke vergelijking geprotesteerd. Zelfs een vergelijking met de werkelijkheid is hem niet welgevallig: ‘I am no more guilty of imitating “real life” than “real life” is responsible for plagiarizing me’ (uit het nawoord bij Nabokov's dozen). Hoe weinig Nabokov met de werkelijkheid te maken wil hebben, blijkt wel uit het feit dat twee van de ‘verhalen’ uit de bundel Nabokov's dozen identiek zijn aan twee hoofdstukken uit zijn ‘autobiografie’ Speak, memory.
Daarmee kan de literaire wetenschapper het doen. Wie durft nog?
Er zijn wel twee buiten-literaire kaders waarin Nabokov geplaatst kan worden, en tegen welke hij niet protesteert, maar die lijken maar heel weinig over zijn werk te verhelderen. Nabokov is een politiek vluchteling, maar (op uitzonderingen als Invitation to a beheading en Tyrants destroyed na) daarvan zijn maar weinig sporen in zijn werk terug te vinden. Nabokov is niet als politiek schrijver te lezen. Ook is Nabokov een émigré-schrijver, iemand die uit zijn eigen taal en cultuur is verdwenen en die veel moeite heeft zich een andere taal en cultuur eigen te maken. Veel Nabokov-hoofdpersonen zijn émigré's, hebben dus dezelfde problematiek: het zijn mensen ontheemd van hun taal en cultuur. En dan? We weten waar Humbert Humert en Charles Kinbote vandaan komen, maar maakt dat Lolita of Pale Fire begrijpelijker?
Het heeft een opvallend nadeel, dat gebrek aan een handzaam kader: wie Nabokov wil lezen, moet gewoon beginnen zonder dat zij weet wat haar te wachten staat. Het heeft ook een belangrijk voordeel: wie Nabokov gaat'lezen, mag gewoon beginnen, zonder dat zij weet wat haar te wachten staat. | |
IILolita werd gepubliceerd in 1955 en is Nabokovs meest succesvolle roman. Het was geen eenvoudig boek om te schrijven: ‘a painful birth, a difficult baby’. Dit lijkt merkbaar. Niet dat het Engels moeizaam of incorrect is - in tegendeel, en wie zou ik zijn om dat te beoordelen. Het taalgebruik is juist zeer correct, degelijk, fraai, netjes. En zorgvuldig, zeer zorgvuldig. Dit is de manier waarop Humbert Humbert (de hoofdpersoon en verteller) mededeelt dat hij ‘ook niet weet hoe het allemaal is gekomen’:
When I try to analyse my own cravings, motives, actions and so forth, I surrender to a sort of retrospective imagination which feeds the analytic faculty with boundless alternatives and which causes each visualized route to fork and re-fork without end in the maddeningly complex prospect of my past.
Zo, dat staat. Ik zie voor me hoe de oude vlindervanger op het resultaat neerkijkt. Goed gedaan, mooi geschreven - in een Engels dat niet van mensen komt, maar uit boeken. En H. Humbert schrijft niet alleen op deze manier, hij praat ook zeer zorgvuldig, tot ergernis van Lolita: ‘You talk like a book, Dad’. Vladimir Nabokov laat Humbert het kokette Engels spreken van ie- | |
[pagina 151]
| |
mand die zichzelf Engels heeft geleerd, en trots is op het resultaat. I can write English, I learn it from a book. Dit was mijn eerste indruk. Maar ik moet ruiterlijk toegeven misleid te zijn. (De oude vlindervanger kan tevreden zijn.) Want er zijn enkele plaatsen waar Humbert Humbert zijn perspectief even afstaat. En dan verandert de stijl. Humbert is gaan inwonen bij Charlotte Haze, vanwege haar dochter Lolita. Charlotte jaagt op Humbert, Humbert op Lolita en de beide objecten van affectie staan geheel onverschillig ten opzichte van hun bewonderaars. Humbert is te wanhopig om dat op te merken, maar ‘the Haze-woman’ bereikt uiteindelijk de grens van haar geduld en schrijft een brief. Deze brief is gesteld in een slordig, ‘halsoverdekop-Engels’ dat wemelt van de cliché's (‘I am a passionate and lonely woman and you are the love of my life’; ‘Let me rave and ramble on for an teeny while more’). Humbert is gergerd, maar niet verrast. Hij trouwt haar - dat is immers de enige manier om Lolita te kunnen blijven zien. Hij sleept zich met gesloten ogen door de huwelijkse plichten, de erotiek bestaat uit de gedachte dat zijn vrouw ooit op Lolita geleken zal hebben. Hij maakt plannen de moeder te vermoorden om de dochter voor zichzelf te kunnen hebben, maar durft niet. Het hoeft ook niet: de vrouw ontdekt Humberts anders dan vaderlijke belangstelling voor haar dochter en loopt geschokt en dodelijk verdrietig onder een auto. De afscheidsbrief vernietigt hij, in de snippers leest hij nog: ‘...oh, my dearest, oh my...’; ‘...or maybe, I shall die...’.
Nabokov kan dus ook slecht Engels schrijven en er zal dus nog wel een andere reden zijn voor het beheerste taalgebruik dan Nabokovs veronderstelde
Vlinders, gevangen door Nabokov
arrogantie. En die ligt - vanzelfsprekend - bij de verteller. Humbert Humbert vertelt over zijn pedofilie, over zijn liefde voor ‘nymphets’ - sommige uitzonderlijke meisjes tussen 9 en 13 jaar. Hij vertelt van leugens, bedrog, verkrachting, moord. Zijn verhaal is geschreven als een pleidooi voor de rechtbank (‘Ladies and gentleman of the jury’). En het is nogal een verhaal, dat hij te vertellen heeft. Iedereen zal op voorhand tégen hem zijn en wil hij zijn verhaal kunnen vertellen, dan zal hij zorgvuldig moeten zijn. De inleider van het boek, ‘John Ray, Jr., Ph.D.’ merkt ook al verbaasd op dat het verhaal nagenoeg vrij is van onwelvoeglijk taalgebruik. Humbert moet zijn verhaal onder controle houden. En dat is hem wel toe te vertrouwen: wanneer er iemand is die zichzelf onder controle heeft moeten houden, dan is hij het wel.
Wanneer moeder Haze dood is, heeft Humbert Lolita in feite voor zichzelf. Hij neemt haar mee op een lange reis van motel langs motel en dan wordt Lolita een typisch Amerikaans ‘on the road’-verhaal. Dat Humbert een buitenstaander is - evenals Nabokov een Europese immigrant - maakt dat het typisch Amerikaanse met meer afstand, verbazing, en daarom duidelijker, beschreven kan worden. Humbert gaat niet down south, maar ‘dipped deep in ce qu'on apelle Dixieland’. Hij krijgt er zelfs plezier in: ‘I derived a not exclusively economical kick from such roadsignes as TIM-BER HOTEL, Children under 14 Free.’
Leugens, bedrog, verkrachting, moord, het zijn redenen tot voorzichtigheid, maar de belangrijkste reden dat Humbert zo voorzichtig vertelt heb ik nog niet genoemd: de kem van zijn oratio pro domo is de bewering dat Lolita hém heeft verleid. Vanuit zijn perspectief: ‘Hardly had the car come to a standstill than Lolita positively flowed into my arms’. Bovendien, zij lacht verleidelijk, zíj maakt toespelingen en daarom - aan het slot van het eerste deel, wanneer ‘vader’ en ‘dochter’ ‘were technically lovers’ - probeert Humbert de lezer te overtuigen van ‘something very strange: it was she who seduced me’.
Dit gebeurt aan het eind van het eerste deel. Wat het moment van triomf en totale bevrediging had moeten zijn, is meteen het begin van de mislukking: Humbert blijkt ‘not even her first lover’ te zijn. En dat verleidingsverhaal? Lolita barst in tranen uit wanneer ze hoort dat ze haar moeder nooit meer zal zien. De ruzie wordt bijgelegd, maar dat moest natuurlijk wel: ‘You see, she had absolutely nowhere else to go’. | |
[pagina 152]
| |
IIIIn het eerste deel van Lolita had Humbert zijn verhaal onder controle. Hij schreef zijn verhaal zorgvuldig, corrigeerde zelfs zijn dagboek en stileerde daarmee ook het verlies van controle: wanneer hij Lolita voor het eerst ziet, kan hij ook in zijn dagboek niet uit zijn woorden komen. Ook na correctie ‘stottert’ hij: ‘Never in my life - not even when fondling my children in France -never -’. Hij doet dit omdat hij weet dat zijn arts over zijn schouder meeleest: ‘(I am writing under observation)’. Bovendien schrijft hij alsof Quilty (die al dood is), Rita (de vrouw die de ondankbare taak heeft Lolita te vervangen) en Lolita zelf (die in een ingeslapen dorpje, ver buiten Humberts bereik woont) met hem kunnen meelezen. Humberts geestesgesteldheid wordt al vroeg in het verhaal duidelijk, zeker wanneer de lezer beseft dat Humbert het is die Quilty zal gaan vermoorden. Wanneer hij Who's who in the limelight leest, maakt hij een fictief lemma over zichzelf:
Born 1935. Appeared (I notice the slip of the pen in the preceding paragraphe [Humbert schreef: ‘disappeared’], but please do not correct it, Clarence) in The Murdered Playwright. Quine the Swine. Guilty of killing Quilty. Oh, my Lolita, I have only words to play with.
And so he plays with words. Soms wat kinderachtig (natúúrlijk is de naam van Humberts remplaçant ‘Dick’, natúúrlijk woont hij in ‘Killer Street’), maar daarvoor verontschuldigt Humbert zich: ‘I am not going very far for my pseudonyms.’
Zo probeert Humbert zich te redden, met woorden spelend om het verhaal te beheersen. Maar hij gaat elke controle over het verhaal verliezen. Deel II is kort samen te vatten: Met Lolita langs motels. Lolita gaat naar school en doet daar mee met een toneelstuk. Later blijkt dat dit een fatale fout van Humbert was: met acteren begint het bedrog: ‘it was really a matter of learning how to betray me’. Bovendien leert Lolita hier de toneelschrijver Clarence Quilty kennen. Humbert neemt haar weer mee voor het tweede deel van de tour langs motels. Lolita belandt in een ziekenhuis, wordt daaruit ontvoerd en is voorgoed verdwenen: hij zal haar pas terugvinden als ze de dertien jaar lang voorbij is. Humbert trouwt, blijft zoeken - met behulp van de meest onwaarschijnlijke sleutels, hij vindt uiteindelijk Lolita (ook getrouwd), hoort dat het Clarence Quilty was die haar ontvoerde, gaat op zoek naar hem en vermoordt hem.
Humbert wordt slordiger. De in het begin van het verhaal extreem nauwkeurige tijdsaanduidingen worden steeds vager, de overwegingen van de opgejaagde man worden absurder, zijn paranoia groeit. Hij wordt achtervolgd door iemand die op een zekere oom ‘Trapp’ lijkt en die na elk motel een andere auto heeft. De lezer is snel geneigd te concluderen dat Humbert nu werkelijk de grens van zijn verstand heeft bereikt, maar juist op het ogenblik dat Humbert zelf tot die conclusie komt, ‘I told myself that we were not, and never have been followed’, wordt Lolita ontvoerd. Humberts maniakale speurtocht is moeilijker te reconstrueren dan de ‘grotesque journey’ die hij met Lolita had ondernomen. Hij raakt het spoor bijster. En de lezer met hem. Humberts houding is dan ook veranderd. In het eerste deel merkt
Dat was mijn tweede indruk. Nabokov gaat zorgvuldig met stijl om, hij weet hoe en wanneer hij welke registers kan gebruiken en doet dat met een beheersing een moedertaalspreker waardig. Hij bewijst een bijzonder bekwaam schrijver te zijn. Goed zo. Maar er is nog een aspect aan het boek, het émigré-kader. Humbertis geboren in Parijs uit Zwitserse en | |
[pagina 153]
| |
Frans/Oostenrijkse ouders, ging in Parijs naar school, in Londen naar college. Een émigré! Engels is - evenmin als van Nabokov - zijn eerste taal. Daarom verontschuldigt hij zich nu en dan voor zijn stijl. Dit verklaart waarom Lolita moppert op Humberts ‘horribly careful English’. Na een zorgvuldig dubbelzinnig geformuleerde tirade merkt Miss Pratt (Lolita's lerares) op: ‘I am always fascinated [...] by the admirable way foreigners - or at least naturalized Americans - use our rich language’. Wanneer hij in gesprek is met Charlotte Haze merkt hij niet zonder ijdelheid op dat hun bekentenissen beïnvloed zijn door hetzelfde materiaal: ‘soap operas, psycho-analysis and cheap novelettes, upon which I drew for my characters and she for her mode of expression’. Dit is ook nog wel verklaarbaar uit het verhaal, het perspectief en de benodigde toon. Bekwame beheersing van een Groot Schrijver, er zou niets mis mee zijn als Nabokov er niet zo nadrukkelijk blijk van geeft dit te weten. In het nawoord ‘On a book entitled Lolita’ geeft hij expliciet toe wat hij wil: ‘I am trying to be an American writer’ en Lolita is geschreven als een ‘love affair’ met de Engelse taal. Hij betreurt het dat hij zijn moedertaal in de steek heeft moeten laten en dat hij geen andere keus heeft dan zich te ‘behelpen’ in het Engels. Het is zijn ‘private tragedy’, maar veel medelijden mogen we niet hebben: ‘it should not be anybody's concern’. Nou, dat is het wel. Weer misleid. Nabokov zou vermoedelijk genoegen scheppen in een beeld van de schrijver als frivole, ongrijpbare vlinder en van de literatuurhistoricus als sukkelende oude man die daar met een netje achteraan hobbelt. | |
IVDe lezer is waar de schrijver haar wil hebben. De lezer weet niet waar ze is: constant misleid, heen geleid, terug gestuurd. Wie zich verdienstelijk wil maken, gaat het Nabokovisme definiëren, en bespaart volgende lezers de reeks van misleidingen. Maar helaas. Nabokov wil ook niet met zichzelf vergeleken worden. Amerikaanse Nabokov bespreekt Russische Nabokov: ‘A rather artificial affair, composed a little hastily, with more concern for the tricky plot than for imagery and good taste’ (voorwoord ‘A Nursery Tale’). De lezer rest alleen een volgend verhaal.
Bertram Mourits |
|