Vooys. Jaargang 10
(1991-1992)– [tijdschrift] Vooys– Auteursrechtelijk beschermd1 Dat is pas nieuwsEens een gimmick altijd gelazer. Ik vraag me af of Joost Zwagerman er ooit nog vanaf komt. Het is zelfs de vraag of hij dat wil! Een rel rond nieuw werk van Zwagerman wordt zo langzamerhand traditie. In oktober vorig jaar verscheen zijn nieuwe roman, Vals licht, en vrijwel onmiddellijk was het weer raak: net als in Gimmick! werd in Vals licht een bekende Nederlander herkend. Een heel bekende dit keer. Vals licht speelt zich af in de wereld van de prostitutie. De hoofdpersonen zijn Lizzie Rosenfeld, prostituée, en Simon Prins, student Nederlands annex hoerenloper. Simon en Lizzie ontmoeten elkaar in de peeskamer. Simon is door een boek van W.F. Hermans in Lizzies raam nieuwsgierig geraakt. Het blijft echter niet bij ‘vijftig, met condoom, nummertje naakt’; Lizzie en Simon worden, zij het voorzichtig, verliefd. Na een aanvankelijke weigering, geeft Lizzie haar werk eraan, en moeizaam doen beiden hun best het verleden te vergeten. ‘O, het begon zowaar op een idylle te lijken, a melodrama for the millions, met Simon in de gedaante van edelmoedige redder en Lizzie gloriërend in haar glansrol van eertijds gevallen vrouw, op zoek naar en vechtend voor ai ai ai - voor “puur geluk”’. Over de afloop zo dadelijk. Via Lizzie komt Simon een heleboel over het hoerenbestaan te weten, dus ook over de klandizie. Over Zuurtje bij voorbeeld, of over Koffertje, Zweetsok en Stompje. De ‘economie van het vlees’ blijkt bijzonder wijdvertakt, overal krioelt het hoerenloperslegioen. Simon wordt er paranoïde van. Zelfs de televisie kan eigenlijk niet meer aan want ook de ‘olijke presentator’ van de ‘Aalsmeerse show waarin pasgetrouwde paartjes zichzelf vreugdevol debiliseren’ blijkt een van Lizzies vaste klanten. Een detail, maar natuurlijk pikten de media, de pret- en praatprogramma's voorop, het er ogenblikkelijk uit; dat is pas nieuws, die Ron... Het is niet waar! Dat hadden we nou nooit achter hem gezocht! Ondanks dat de olijke presentator-in-het-echt reageerde met de mededeling dat het hem allemaal koud liet, bleef men er blijkbaar over bezig. Dat zinde Zwagerman niet. Na alle commotie rond Gimmick! wil Zwagerman, zo lijkt het, weer (of: eindelijk) als schrijver serieus genomen worden. Hij ergerde zich aan het feit dat alle aandacht uitging naar die ene alinea, op een boek van 276 bladzijden. Zwagerman sprak van een ‘hetze’ die afbreuk deed aan het boek. Het liep zelfs zo hoog op dat Zwagerman besloot de gewraakte passage te herzien. Vanaf de tweede druk zal er niemand meer worden herkend. | |
[pagina 91]
| |
De televisiepresentator blijft, maar dat zal dan even goed Hans van der Togt of Joop Koopmans kunnen zijn. | |
2 Dat is pas literatuurHelaas. Mijns inziens doet het camoufleren van de olijke passage afbreuk aan het boek. De passage is, in zekere zin, zelfs onmisbaar in het leugenlabyrint van de hoererij en de literatuur. Het hoerenbestaan, zo blijkt uit Vals licht, hangt aan elkaar van de leugens. Zowel hoeren als hoerenlopers vertellen zelden de waarheid. Lizzies leugens zijn veruit het spectaculairst, de roman is eigenlijk een afdaling, kring voor kring, in de hel van Lizzies verzinsels. Minder in het oog springend zijn Simons ficties. Toch begint de roman dáármee: ‘Alles moest geheim blijven. Simon loog tegen familie en vrienden.’ Nog op eerste, bladzijde wordt verteld dat Simon toch een vingerwijzing naar de waarheid in zijn leugens stopt: ‘Het detail over het boek van Hermans had hij er later in verwerkt. Blijkbaar ging het liegen hem gemakkelijker af wanneer de leugen een voor derden niet te achterhalen vingerwijzing naar de waarheid bevatte.’ Het lijkt wel een poëticale uitspraak: fictie gaat beter met een beetje waarheid. Maar dan wel voor derden niet te achterhalen! Is Zwagerman inzake de voor derden niet te missen olijke presentator over de schreef gegaan? Het lijkt er op. Maar je kunt je ook afvragen wat de waarde is van een waarheid die niet door derden valt te achterhalen. ‘Okee, niets is wat het lijkt, dat wist Simon ook wel - maar dit was wat hij leerde: zelfs het zuiverste genot was niet het voertuig naar de waarheid. Lust hoe teder en oprecht ook beleden, onttrekt zich niet, nooit aan schijn.’ Stapels leugens, zelfs de lust blijkt besmet met schijn. Vals licht sluit op deze wijze vrijwel naadloos aan bij Zwagermans eerdere werk; opnieuw draait het om de vraag of een ware, onschuldige liefde nog mogelijk is in een door en door verziekte wereld. Verziekt door opportunisme, genotzucht, hypocrisie, promiscuïteit, nou ja alles waarmee Gimmick! al zo'n beetje vol staat. Natuurlijk is dit alles ook in Vals licht terug te vinden, maar veel minder wrang dan in Gimmick!. Het hoerenmilieu wordt liefdevol beschreven; zelfs de immer zwijgende pooierachtige man van Tanja (Lizzies collega) wordt aandoenlijk als hij tijdens een etentje plotseling Lee Towers imiteert en na afloop een van zijn zegelringen van zijn vingers wurmt en deze Simon, zonder verder een woord te zeggen, in de hand drukt. Vals licht is een veel minder navrant boek dan Gimmick!. Weliswaar is de idylle, net als in Gimmick!, ten dode opgeschreven, maar het is veel moeilijker om een boze buitenwacht aan te wijzen die daarvan - mede - de oorzaak is. Het lijkt er meer op dat de idylle en de boze buitenwacht elkaar nodig hebben: ‘Misschien kon hij niet van haar houden zonder de gedachte aan een vijandige instantie die haar en hem en hen beiden bedreigde. Misschien - en de perversiteit van het idee vervulde hem met afgrijzen - was hij alleen maar van haar gaan houden omdat er een vijand, een veelkoppige rivaal in het spel was geweest.’ Gedachten van Simon die opnieuw ook voor Zwagerman op kunnen gaan. Niet in het minst omdat deze regels onmiddellijk doen denken aan uitspraken van Zwagerman in een interview met Hervormd Nederland (1/7/89): ‘Tegenstand jut me op. Onder druk functioneer ik het beste. Ik moet die agitatie en verkramptheid omzetten in schrijven. Paniek is mijn motor.’ De grote boze wereld: voor Simon het immense hoerenloperslegioen, voor Zwagerman de werkelijkheid. En op het moment dat de dreiging Simon boven het hoofd dreigt te groeien, knijpt Zwagerman er een druppel waarheid in uit: de olijke presentator. Even haperen fictie en werkelijkheid, dat is pas literatuur: het leugenlabyrint, en vooral de tot paranoia leidende wijdvertaktheid hiervan, maken zich voelbaar. Het gaat er niet om of de vingerwijzing naar de waarheid waar is; het gaat erom dat die vingerwijzing er is, en met zijn aanwezigheid de boel nog eens extra overhoop gooit Zo vertelt een goede leugenaar het liefst ook de waarheid. | |
3 Allemaal leugensNatuurlijk er is nog een andere theorie, voor de cynici: allemaal leugens! Het is gewoon weer een geslaagde Zwagerman-gimmick. Je stopt op weinig flatteuze wijze een bekende, populaire televisie-Nederlander in je boek: geheid een schandaal, altijd goed voor de verkoopcijfers. En werkt het niet, dan verkondig je met de nodige omhaal dat je het personage in godsnaam maar schrapt: hopelijk alsnog een schandaal, hopelijk alsnog goede verkoopcijfers. Maar spreekt deze theorie de bovenstaande tegen? | |
4 Een publiek geheimHet is een publiek geheim dat er vanuit Japan een zware delegatie op weg is naar Nederland om te onderhandelen over het schrappen van de passage over ‘vier Japanners’ door Zwagerman nogal indiscreet in verband gebracht met huize Society, Baccara en club LaLuna.
Koen Vergeer |
|