Onderschrift
Lieve jongens- en meisjesbeestjes!
Hij was weer in het land, en dan weten jullie natuurlijk allemaal wie ik bedoel. Juist ja, Sinterklaas! Wel komt hij ieder jaar weer wat vroeger, vinden jullie ook niet? Nu al in oktober. Toch gaat hij altijd pas na 5 december (of als je katholiek bent: 6 december) weer terug naar zijn flat in het zuiden van Europa. Als dat zo doorgaat, jongens en meisjes, zit hij binnenkort het gehele jaar in ons koude kikkerlandje! Wat zou dat fijn zijn! Maar zover is het nog niet.
Hebben jullie een tijdje geleden toch ook zijn feestelijke intocht gezien op de televisie, of mochten jullie niet kijken van pappa en mamma, omdat het zo laat was? Flauw hoor. Nou, dan zal ik jullie eens even haarfijn vertellen hoe dat ging. Sinterklaas werd dit jaar niet onthaald door Wieteke, maar door Karel, een reuze vriendelijke meneer met een kaal hoofd en een mal brilletje. Meneer Karel was heel erg beleefd tegen de Sint, hij was zeker bang dat hij anders mee moest in de zak, helemaal naar dat verre Parijs. Of nog erger, dat Sinterklaas een gemeen stukje over hem zou schrijven in dat grote versierde telefoonboek dat zijn opperpiet altijd bij zich draagt.
Die opperpiet heb ik overigens nergens gezien, er waren trouwens in geen velden of wegen pieten te bekennen, die waren zeker nog cadeautjes aan het inpakken of zoiets. Zijn schimmel, jullie weet wel, dat witte paard, zag ik evenmin. Het is natuurlijk ook vermoeiend voor zo'n oude man, de hele reis op een slome stoomboot en dan ook nog op een schimmel moeten zitten, heen en weer wiebelend op het dek. Dat schiet niet op en je krijgt er bovendien nog een nare stekende pijn van ook in je blote bipsebeestje. Misschien was hij wel met zo'n hele mooie glimmende sneltrein gekomen, dat kan ik me best voorstellen, de Trans Europ Express bij voorbeeld.
Sinterklaas zag er oud uit dit jaar. Maar ja, jullie moet bedenken dat hij natuurlijk gewoon ook heel erg oud ís. Zó oud, dat je het niet meer kunt tellen op de vingers van alle kinderhandjes in heel Nederland bij elkaar. En dat zijn er heel wat hoor, neem dat maar van mij aan! Oude mensen worden vaak kaal en hoewel Sinterklaas nog altijd een mooie volle baard had en een kop met veel dik wit haar, verdenk ik hem er stiekem van dat het gewoon aangeplakt was. Ja, ook Sinterklaas is soms wel eens ijdel! Boven op zijn kop was het nu flinterdun en strak achterover gekamd en zijn messcherpe kin was helemaal kaal. Hij droeg ook een mal brilletje, waardoor hij soms wat seniel (als jullie dat woord niet snappen, zoek je het maar op in een woordenboek) tuurde met kleine priemende oogjes, maar dat kan ook aan de lichtval gelegen hebben, dat weet ik niet. En hij droeg een gewoon saai herenkostuum, zijn mooie tabberd was zeker naar de stomerij. Of hij was incognito. (Weer zo'n moeilijk woord: in-cogni-to, zoek het maar op in het woordenboek dat jullie nu toch uit de kast hebben gepakt en er vermoedelijk niet in terug konden krijgen omdat het zo zwaar was.)
Meneer Karel viel wel in de smaak bij Sinterklaas. De Sint noemde hem zelfs - ik citeer - ‘de grootste criticus van Nederland’. Weten jullie wat dat is, een cri-ti-cus? Neen? Opzoeken dan maar weer! Volgens mij wist Sinterklaas het ook niet, of wilde hij gewoon maar wat vriendelijks zeggen tegen meneer Karel, omdat hij zo beleefd was tegen de Sint en helemaal geen vervelende vragen stelde, zoals de mensen vroeger toen de Sint nog wat jonger was soms wel deden, bij voorbeeld of hij wel eens hard sloeg met zijn staf. Meneer Karel en Sinterklaas hadden volgens mij alles van A tot Z gerepeteerd, want het gesprek liep gesmeerd, zoals dat heet. Er ging niks mis. Meneer Karel stelde een vraag en gniffelde, omdat hij bij voorbaat al wist wat de Sint ging