Na de muur
Met de hete adem van het echte Spanje nog letterlijk in mijn nek: hoe zal de Nederlandse literatuur het op de Frankfurter Buchmesse van 1993 doen? Spanje was dit jaar ‘Schwerpunkt’, wíj zijn het in 1993. Volgend jaar zou het de Sovjetunie zijn, maar die bestaat na de wodka-koe van augustus jongstleden niet geheel en al meer. Die slaat dus even een beurt over. Wij zijn nu het volgende zwaartepunt waarnaar ieder hier reikhalzend uitziet. Als dat maar geen teleurstelling wordt, - denk ik op een regenachtige zondagnamiddag in Berlijn.
Het zonnige Espana trok maar liefst 375 miljoen Peseta's (ruim zes miljoen Deutschmarken) uit de staatskas, alleen al om in Frankfurt een futuristisch paviljoen in te richten waarin men op zand langs boekenrekken liep (en dan spreek ik nog niet over de overige tientallen miljoenen voor talloze andere manifestaties). Dat werkte wél: iedereen spreekt hier nu over Spanje, - uitzendingen over Spanje op televisie, discussies over de Spaanse cultuur en literatuur in de kranten, Spaanse schrijvers op alle televisienetten. In kranteberichten die mij bereikten las ik dat de Nederlandse ‘scouts’ enthousiast waren, dat zich nu reeds internationale belangstelling voor de Nederlandstalige literatuur manifesteerde.
Voor 1993 heeft La Mujer de la Cultura Holandesa, Mevrouw d'Ancona, na veel touwtrekken en politieke druk, in haar oneindige wijsheid het fenomenale bedrag van 2,5 miljoen Hollandse Florijnen toegezegd. ‘Holland spreekt een woordje mee’ riepen ze, geloof ik, ver voor mijn tijd, toen ze naar de Olympische spelen in Melbourne gingen. Zegt u dat wel, - en we doen het nu dubbelop, we gaan samen met de Vlamingen want die spreken en schrijven ook (een soort van) Nederlands: dus vijf miljoen! Kassa! Ongeveer de prijs van die Spaanse zandbak. Maar dan moet daar nog iets in!
Nu pleit ik niet voor de aanleg van een Nederlands-Vlaamse zandverstuiving à la ‘Le plat pays qui est le mien’ van Jacques Brel. Want die is ook al dood. Zeker in dit geval is het (weinig) beschikbare geld zo veel zinvoller te besteden. En omdat ik iets met dit alles te maken krijg, zal ik er alles aan doen om een zinvollere besteding te bewerkstelligen. Maar de vraag blijft: waarom heeft Nederland zo weinig financiële inspanning over voor de representatie van zijn eigen cultuur? Waarom gaat alles altijd zo knullig, zo weinig professioneel?
Ik geef een ander voorbeeld. Vorige week was hier in Berlijn een zware industriële en intellectuele Amsterdamse delegatie op bezoek onder aanvoering van Ed van Thijn. Bij de ontvangst in de Berlijse Nederlandse ambassade-villa spreekt Van Thijn op zijn eigen Duits (hetgeen een heel bijzonder Duits is) een rede uit, waarin hij vermeldt dat de Berliner Notizen van Armando toch zo een voorbeeld zijn van wederzijdse culturele vriendschap. De aanwezige Duitsers kijken niet op: weten die zakenlieden en Mercedesrijders hier veel van Armando en zijn moffenhaat. Hebben zij ooit een ‘Berliner Notiz’ van Cees Nooteboom gelezen? De aanwezige zakenlieden uit Nederland kijken überhaupt niet op: wij verkopen ‘een goed produkt’ (dit met geprononceerde gutteraal uit te spreken) en literatuur zit denkelijk niet in hun pakket.
De brochure die deze delegatie begeleidde, was onthullend voor de wijze waarop Nederland zich ‘extra muros’ presenteert. Het in zwart omslag gestoken boekje met portretten en personalia van de Amsterdamse VIP's deed me nog het meest denken aan een Interpol-handboekje voor ‘Azuständige Polizei-Inspektoren’. Het prul was uitgegeven door de ‘Stiftung Amsterdam Promotion’ (vanuit het World Trade Center Amsterdam), - dan mag je toch een minimum aan professionaliteit verwachten. Zakenleven; groot geld; efficiency. Maar Ed van Thijn werd daarin ‘Bürgemeister von Amsterdam’ genoemd; dat betekent in Duitse verhoudingen zoiets als: burgemeester in de deelradenrepuliek Amsterdam - afdeling Rivierenbuurt/Oud Zuid of zoiets. Hier in Berlijn heeft zo'n man de titel: ‘Oberbürgemeister’, of ‘Regierende Bürgemeister’. De voorzitter van het College van Bestuur van de Universiteit van Amsterdam wordt in de brochure ‘Vorsitzenden’