roemer
Een graat in mijn bloed
Racisme is een kultuurverschijnsel en daarom een relatief begrip dat verwijst naar etnische en of kulturele verschillen tussen mensen. Deze etnische en of kulturele verschillen leveren in een bepaald samenlevingsverband ‘inferieuren en superieuren’ op. Dat betekent dat racisme niet bij voorbaat geassocieerd kan worden met het zogenoemde blanke ras: ieder individu van elke etniciteit en kultuur kan een racistisch bewustzijn ontwikkelen - en ik vermoed dat die ontwikkeling in de loop der tijden inderdaad heeft plaatsgevonden.
Mijn vooronderstelling is dat iedereen die langdurig met de kultuur van ‘hoogontwikkelde verrijkte Westerse landen’ in aanraking is gekomen vanzelfsprekend een racistisch [seksistisch, Joods-Christelijk en verspillend-konsumerend] gedrag bezit.
Een racistische bewustzijnsinhoud kan zich als bewust en onbewust diskriminerend dus benadelend gedrag uiten ten opzichte van én in relatie tot anderen.
De som van het gedrag van individuen in Nederland bij voorbeeld geeft aan hoe de machtsverhoudingen in Nederland liggen - of: hoe de macht en de machtsmiddelen zijn verdeeld. Diskriminatie is vooral zichtbaar in een ‘machtsrelatie’; pas dan hebben bepaalde personen de gelegenheid, de positie en de strukturele middelen om andere personen benadelend te behandelen - zowel op emotioneel als op zakelijk en materieel nivo.
Racisme en etniciteit gaan net zo innig samen als diskriminatie en machtsverhoudingen - en vormen de kontekst waarin zich subkulturen en vooroordelen ontwikkelen over ‘superieuren en inferieuren’.
De vraag die in dit verband gesteld zou kunnen worden is: waar halen de ‘superieuren’ hun waanzin vandaan? En: door wie en hóe wordt diskriminatie gelegitimeerd?
Om deze vragen feitelijk te beantwoorden moeten alle mogelijke registers van allerlei geschiedenissoorten worden opengetrokken. Voor het gemak verwijs ik naar de mondiale kapitaalverhoudingen die anno 1991 een uiterst scherp beeld opleveren van verarmde en verrijkte kontinenten, landen, nationale overheden - die weer rechtstreeks verwijzen naar etniciteiten en kulturen. Plat uitgedrukt: Zuid is verarmd en Noord is verrijkt of, de Westerse kultuur is verrijkt en de niet-Westerse kultuur is verarmd of, de gepigmenteerde volken zijn verarmd en de niet-gepigmenteerde volken zijn verrijkt -. Kortom: er is een ingrijpend voortdurend benadelend gedrag geweest van Wit in relatie tot Zwart. De middelen die door Wit zijn ingezet om de Zwart-Wit relatie steeds konstruktiever uit balans te brengen én te houden zijn min of meer terug te vinden in de annalen van de wereldgeschiedenis. Ook de middelen die Zwart heeft gebruikt en nóg toepast om de balans weer in evenwicht te brengen blijven niet onvermeld.
De hierarchische orde tussen personen op grond van ‘aangeboren’ [dus niet op eigen kracht verworven!] kenmerken als: etniciteit, sekse en land en/of kultuur van herkomst leidt ook in deze samenleving tot wan-ordelijke verhoudingen tussen burgers.
Na het kapitaal-verschil tussen Witte mannen hebben ook het verschil tussen de seksen en het verschil tussen etniciteiten en kulturen zich in politieke termen vertaald.
Betrouwbaarheid, Intelligentie, Taalvaardigheid, Representatie, Opleiding zijn belangrijke waarden in deze samenleving.
Het zijn deze variabelen die worden gebruikt om vrouwen, allochtonen en andere ‘minderheidsgroepen’ als ‘bejaarden’ en ‘homo's’ en min of meer invaliden en gehandicapten te kwalificeren