verstaan, niet op de voorgrond treedt in haar gedichten, zelfs afwezig is?
In haar gedichten spreken mensen. Een ik, een jij en een soort toeschouwer, soms fungerend als tussenfiguur. Het zijn allen dromers, geliefden, rouwenden. Mensen die elkaar haten. Mensen die elkaar liefhebben, maar elkaar niet kunnen loslaten. Mensen die zichzelf haten.
Alle Chinezen ten spijt, laat Qiongliu zien dat dromen, schrikbeelden en redeloze angsten geen geografische beperking hebben.
Het primitieve, vrije taoïsme, dat zuivere zelfverwerkelijking nastreeft, dat vindt je wél in Qiongliu's individuele lyriek:
ze is het zat veinst hoofd omlaag van hogersferen ze moet nu gaan
weg door de deur grist haar kanvas hoed een hemd met fijne mazen mee
vliegensvlugge stappen vermalen de lucht die haar kuiten wil strelen
uit de fusten van haar ogen stroomt eindelijk de voorraad van jaren
blijf staan sta stil brult de achtervolger wanhopig
Niet alleen de vrije baan die de verborgen ik-figuur zich baant uit een bekneld bestaan, duidt op de zuivere zelfverwerkelijking. Het is meer de wijze van schrijven. Het lijkt een soort écriture automatique, dat het gebruik van leestekens niet duldt. Als je ‘Verzoeking’ leest is het alsof je bijna in het hoofd van de ‘ik’ zit. Vandaar ook: de ‘verborgen’ ik. Wie denkt er wel eens: ‘Ik ga maar eens naar de groenteboer, want de regen is opgehouden, dus dat kan nu wel. Ik pak mijn jas en ga. Zal ik de fiets pakken of zou het lekkerder zijn door de plassen te stappen?’ Zo zou het er in een ik-verhaal uitzien. Maar zo speelt het zich in werkelijkheid waarschijnlijk niet af in je hoofd. Meer zo: ‘Prei, uien, droog.... laarzen aan..... fiets? lopen?... paprika...’. En waarschijnlijk ben je dan niet eens een grote chaoot.
Die écriture automatique lijkt een soort bevrijding te zijn. Door te schrijven schudt de schrijfster een last van zich af. ‘Verzoeking’ lijkt die helende werking te hebben. De schrijfster duikt terug in haar gevoelens van het moment dat ze besloot weg te gaan. Ze schrijft die gevoelens direct op en schudt ze daarmee van zich af, op het droge papier, dat opvangt en bewaart wat de schrijfster niet langer kan dragen.
Zoeken
en vind alleen een blad papier
en vind alleen een letter
iedereen zoekt Jou Mij Hem
en treft ze in de ingewanden van een dode rat