beschikking staat te beperken, ontdekt hij nieuwe mogelijkheden. Zo is het lampje op pagina 37 ontworpen vanuit het idee zo min mogelijk verschillende soorten materiaal te gebruiken. Resultaat: een lampje als een graspol, waarvoor alleen maar electriciteitssnoer is gebruikt.
De beperkingen die hij zich oplegt in zijn materiaal komen ook terug in zijn gebruik van constructie- en bewerkingsmethoden, vormen, maten en kleuren. Om deze elementaire zaken draait het in zijn werk. De toeschouwer moet zijn werk kunnen begrijpen zonder een academische vooropleiding achter de kiezen te hebben. Men zal dan ook zelden verwijzingen naar andere kunstwerken of referenties aan tradities en stromingen in zijn meubeltekeningen aantreffen.
Zijn terugkeer naar de basis hangt samen met zijn aversie tegen alles wat gestandaardiseerd is. Zowel in het dagelijks leven als in de kunst. Vooropgezette ideeën over hoe iets (een bed, een stoel) eruit moet zien of in elkaar moet zitten, wil hij het liefst omzeilen. Hij probeert oude problemen waarvoor al eeuwen dezelfde oplossingen gebruikt worden, op zijn eigen manier op te lossen. Juist zijn onkunde op timmermansgebied kan daarbij wel eens tot verrassende resultaten leiden. Al sinds jaar en dag worden er bij de produktie van bedden en stoelen specifieke houtconstructies gebruikt die uitblinken in duurzaamheid. De Korte ontwierp een constructie van steen, hout en leer, die waarschijnlijk in duurzaamheid de oude constructie benadert.
Het vinden van nieuwe oplossingen voor oude problemen is natuurlijk een ernstige taak, maar gelukkig wordt deze met veel gevoel voor humor en ironie ondernomen. Zijn ontwerpen zijn zelden gewoon of conventioneel. Zijn mening is dat de toeschouwer zich een oordeel moet kunnen vormen over wat hij ziet. Er zijn al genoeg ontwerpen die iedereen ‘wel mooi’ vindt, maar die door hun compromis-karakter de toeschouwer elk argument om dit oordeel te onderbouwen ontnemen. Aan dergelijke ontwerpen heeft De Korte geen boodschap. ‘Een gewone boekenkast’, aldus de kunstenaar, ‘zou je kunnen vergelijken met een gebruiksaanwijzing voor een keukenapparaat: functioneel en nuttig. Mijn ontwerpen, en daarmee bedoel ik niet alleen mijn tekeningen, moeten daarentegen iets te vertellen hebben. Je kunt ze vergelijken met een verhaal of essay. Je ziet al genoeg loze teksten om je heen.’
CHRISTINE BRACKMANN