De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 9
(1879)– [tijdschrift] Vlaamsche Kunstbode, De– Auteursrechtvrij
[pagina 466]
| |||||||||||
eene prachtige redevoering de verbroederende beteekenis van dit Congres te hebben doen uitscheiden, ten slotte den wensch uitdrukt de aanstaande Belgische nationale feesten van 1880 met het oog op Noord- en Zuidnederland, onder den naam van Verzoeningsfeesten geboekt te zien. Na eene korte aanspraak van den heer Jan Van Beers, die voorzitter was uitgeroepen, werd het Hoofdbureel volgenderwijze samengesteld: Ondervoorzitters: MM. J. Alberdingck, Thijm, dr Lubach, Julius Vuylsteke en W. Geets. Secretarissen: MM. dr Jan ten Brink, Johan Gram, dr Paul Fredericq, Emm. Hiel.
Inmiddels meldt men de aankomst in de zaal van Baron Gerricke Van Herwijnen, Nederland's afgezant te Brussel, en van den heer Onderwijsminister Van Humbeeck, die door den Voorzitter verwelkomd worden en onmiddellijk aan het hoofdbureel plaats nemen. Aan beide heeren wordt eene recht hartelijke ovatie gebracht: heel de zaal berst in daverend handgeklap los, voor dit hoogst vereerend bezoek. 't Is (naar wij meenen) de eerste maal dat een Belgisch minister een Nederlandsch Congres met zijne tegenwoordigheid vereert, en die hooge belangstelling van den heer Van Humbeeck in de werkzaamheden van Neerlands taalgeleerden laat ons verhopen, dat eindelijk volledig recht zal wedervaren aan de gegronde eischen onzer vlaamsche bevolking op het taalge- | |||||||||||
[pagina 467]
| |||||||||||
bied. - Daarna geeft de secretaris lezing van de ingekomene stukken, tusschen welke zich een platduitsche brief bevindt, die door een aanwezige, uit Crefeld, voorgelezen wordt.
***
De heeren Congresleden begeven zich daarop naar de zittingen der vier Afdeelingen, die in de zalen van het Stadhuis gehouden worden.
| |||||||||||
[pagina 468]
| |||||||||||
***
In de Algemeene Vergadering komt in de eerste plaats de abt Brouwers aan het woord, om een verslag voor te dragen over het stichten eener boekerij op het Slot te Muiden. Na die kleurrijke voordracht van den knappen redenaar neemt de heer Alberdingck Thijm het woord over een onderwerp dat met het vorige nauw in verband staat: het 3de eeuwfeest | |||||||||||
[pagina 469]
| |||||||||||
van den geschiedschrijver P.C. Hooft, dat in 1881 gansch Nederland door gevierd zal worden. - De heer Ten Brinck herneemt zijn voorstel, vóor een drietal jaren te Brussel gedaan, tot stichting van eene Nederlandsche Société des gens de lettres voor de verspreiding van Nederlandsche werken, tevens ter ondersteuning van behoeftige letterkundigen. - Prof. Micheels keurt dit voorstel goed; doch om onze bevolking de letterprodukten onzer schrijvers te doen genieten, zegt hij, moet men eerst en vooral het taal- en letterkundig onderwijs in de scholen bevorderen. De Hollandsche schrijvers worden hier te lande niet algemeen genoeg verstaan en zijn er derhalve niet genoeg gekend. - De heer J. Dyserinck leest eene voordracht over ‘de viering onzer corypheën op het gebied van kunst en letteren, voor het Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres een deugdelijk middel ter handhaving en veredeling der Nationaliteit van Noord en Zuid.’ Te half vijf werd deze eerste Algemeene Vergadering gesloten. (Slot volgt.) W.v.C. |
|