| |
Kunstkroniek.
Tooneel- en letterkunde.
- Prijskampen. - De Nieuwpoortsche Afdeeling van het Willemsfonds, heeft besloten, in 1880, het 25jarig bestaan der Staats-Middelbare school aldaar, door een groot Toon- en Letterkundig feest te vieren. Te dier gelegenheid richt zij een letterkundigen wedstrijd in, voor het opstellen eener Cantate, die tot onderwerp heeft: Hulde aan het Onderwijs. - Alle Vlaamsche dichters worden uitgenoodigd. Stukken in te zenden uiterlijk vóor 1 Augusti e.k., onder kenspreuk, ‘met naam en woonplaats onder dubbelen omslag’ aan het adres van M.J. Ringoot, secretaris der Afdeeling. - ‘De dichter moet zich door de drie tijdvakken van het leven bezielen: Kind, Jongeling en Man: het kind, beschouwd als leerling van het Staatsonderwijs, de jongeling en de man als gevormd in dergelijke gestichten; dit alles vervat in: één koor voor kinderstemmen, twee alleenzangen, één of twee spreekzangen (recitatiefs) en een algemeen slotkoor (zoo eenvoudig mogelijk, geschikt om een blijvend stuk voor koorzangmaatschappijen van kleinen rang te wezen. - Prijs: 100 franks of een gouden eermetaal van gelijke waarde, volgens keus van den schrijver, alsook 25 afdruksels van zijn werk. Onmiddellijk, na de uitspraak der Jury wordt het bekroond gedicht als tekst gesteld in een muzikalen wedstrijd, waaraan alle Nederlandsche componisten zullen kunnen deelnemen.
| |
| |
- De Rederijkerskamer De Genestet, schrijft tegen het aanstaande tooneeljaar, een internationalen tooneelwedstrijd uit. Hoogstens twaalf maatschappijen zullen ter deelneming worden toegelaten. Aanvragen te doen voor 10 Augusti e.k., met juiste opgave van het op te voeren oorspronkelijk stuk (een Tooneel- of Blijspel in één of twee bedrijven). - Eerste prijzen: vier groote vergulde zilveren eermedaliën, en viermaal 50 gl. - Tweede prijzen: vier groote eermedaliën en viermaal 25 gl. - Aan elke medespelende liefhebster wordt als herinnering eene zilveren medalie vereerd. - Deze wedstrijd zal op de volgende dagen plaats hebben: op 19 October 1879, op 23 November 1879, op 11 Januari 1880, en op 8 febr. 1880.
- Door de maatschappij voor Toon- en Letteroefening ‘Ons genoegen’ van Borgerhout (bij Antwerpen) wordt tegen 27 Juli en 3 Augusti e.k. een groote wedstrijd voor Declamatie, Tooneel- en Zangkunde uitgeschreven. Deze wedstrijd bevat het voordragen van ernstige en luimige alleenspraken, en het zingen van romances, volksliederen en ook kluchtliederen. Verscheidene verguld-zilveren eermetalen worden in deze verschillige vakken uitgeloofd.
- Verleden zaterdag had te Amsterdam de uitreiking plaats der prijzen aan de maatschappijen, die gezegepraald hebben in den nationalen en internationalen tooneelwedstrijd, door Amstels' Tooneel- en instrumentale Vereeniging Cecilia. In dien wedstrijd behaalde de Mertens-Vereeniging, van Antwerpen, een schitterende dubbele zegepraal: hare tooneelafdeeling, die er optrad met het blijspel Hy is niet jaloersch! won er eene zeer kostbare gouden medalie, uitgeloofd door Z.K.H. prins Frederik der Nederlanden, en aan Mevr. De Smet, die met haar optrad, werd eene zilveren medalie van beste liefhebster toegewezen.
- De beroemde fransche tooneelkunstenares Sarah Bernhardt heeft haar ontslag gegeven als lid van de Comédie Française. Zij heeft zich in Amerika voor den tijd van twee jaren geëngageerd, en wel tegen de nog al beduidende som van twee miljoen, (alle onkosten vrij).
| |
| |
- Wij hebben het genoegen den lezers van ‘De Vlaamsche Kunstbode’ mede te deelen, dat onze hoofdredakteur, de heer A.J. Cosyn, is benoemd geworden tot lid van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden. Volgens het officieel verslag der Jaarlijksche zitting, dat wij in de Hollandsche dagbladen aantreffen, werden verder nog tot buitenlandsche leden benoemd: Dr. E. Sievers, professor te Jena, Dr B. Ten Brinck, professor te Straatsburg, Dr. M. Thomson te Kopenhagen, Dr. F. Weinkauff en J. Fastenrath te Keulen.
- Het schijnt dat de voornaamste boekhandelaars en drukkers van Brussel het plan hebben opgevat, tegen de nationale feestviering van 1880, eene voor hun vak speciale tentoonstelling in te richten. Alles wat met de geschiedenis van een Boek in verband staat, te beginnen met de fabricatie van papier en drukletters, tot het afdrukken zelf, alles wat het wezen en de ontwikkeling der typographie betreft zal daarop, zoo praktisch en aanschouwelijk mogelijk, onder de oogen van 't publiek worden gebracht. - Deze tentoonstelling zou eene afdeeling uitmaken van de groote Exposition nationale, waarmêe in 1880 het nieuw Paleis voor Schoone Kunsten te Brussel zal worden ingehuldigd.
- Een jonge, maar ijvervolle boekhandelaar van Antwerpen, de heer Edm. Mertens, kondigt eene nieuwe uitgaaf aan van ‘Rosseels' Dramatische Werken.’ Als bijblad van ons tijdschrift, ontvangen onze lezers daarvan heden een prospectus, waarop wij ze met genoegen opmerkzaam maken. Emm. Rosseels is een der eersten, die sedert de wedergeboorte onzer Vlaamsche Letterkunde voor het Nationaal Tooneel hebben geschreven, en hij verdient alzoo des te meer de belangstelling van alle voorstanders der dramatische kunst.
- Ons Antwerpsch tooneelgezelschap heeft, in het Zomertheater van den heer Driessens, eene reeks voorstellingen gegeven. De twee bijzonderste stukken waren De Reis rond de Wereld, naar Jules Verne, en... de Assommoir, naar Emile Zola! Eerstgenoemd spectakeldrama, miste hier natuurlijk die schitterende ‘mise-en-scene’ waaraan het verleden
| |
| |
winter op onzen schouwburg hoofdzakelijk zijn overgrooten bijval had te danken, zoodat dit stuk thans ook nietveel opgang maakte. - Oneindig betere zaken maakte de heer Driessens met den Assommoir. Aanvankelijk was het enkel wat men noemen mag een ‘succès de curiosité’; doch dank aan het buitengewoon talent, waarmêe onze artisten die quasi-realistische navolging van een ultra-realistischen roman vertolkten - vooral de heer Lemmens, speelde op echt meesterlijke wijze de hoofdrol - heeft de Vlaamsche Assommoir dien bijval goed weten te handhaven. Over het stuk zelf valt niet veel te zeggen: het fransch drama dat de heeren Busnach en Gastineau uit Zola's boek hebben getrokken, is al niet veel meer dan een gewoon boulevarddrama... Welnu, in plaats van ons, zooals sommigen hadden verondersteld, eene op Vlaamsche toestanden toegepaste omwerking van Zola's Assommoir te geven, heeft men het fransch tooneelstuk schier op den voet gevolgd en alleen aan Zola's zoo sterk gekarakteriseerde typen een soort van Vlaamsch-realistische kleur gegeven, die echter niet altoos met de geheel fransch geblevene handeling in overeenstemming is. Men begrijpt dat, in dergelijke voorwaarden, er van Zola's naturalism al niet veel méér overbleef dan enkele flink gekleurde tafereelen, zooals b.v. het sterk gewaagd, maar goed geslaagd tooneel van den delirium tremens, waarin de heer Lemmens een zijner verdienstelijke scheppingen heeft gevonden. - Ook de vrouwenrollen werden op uitstekende wijze vervuld, vooral Gervaise door Mevr. Coryn-Driessens, die deze rol zeer gewetensvol had bestudeerd, en de dames Verstraeten (Mad. Boche) en Gassée (Virginie), die beiden veel beter speelden dan de twee fransche actrices die wij in die rollen hadden gezien.
- De Regelingscommissie voor het aanstaande XVIIe Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres heeft den volgenden omzendbrief uitgegeven:
Mechelen, den 25 Juni 1879.
M.
Wij hebben de eer U aan te kondigen, dat de te Kampen benoemde Commissie de stad Mechelen heeft aangeduid als de vergaderplaats van
| |
| |
het XVIIde Taal- en Letterkundig Congres, hetwelk dit jaar op 24, 25, 26 en 27 Augustus zal worden gehouden.
Wij denken het ten volle overbodig over het grootsche doel der Nederlandsche Taal- en Letterkundige Congressen - het behoud en de versterking der Nederlandsche volkseenheid, met strenge eerbiediging der tegenwoordige Staatsverdeelingen - uit te weiden. Het is U bekend, hoezeer zij hebben bijgedragen om den bloei der Nederlandsche Taal- en Letterkunde en der Nederlandsche Kunst te bevorderen, en om den broederband steviger te maken, welke allen samensnoert, die de streken bewonen, waar onze gemeenschappelijke taal wordt gesproken. Talrijke vraagstukken van het hoogste belang voor onze volksstam bleven echter tot heden nog onbeantwoord: wij durven op uwe medehulp hopen, om die te bespreken en op te lossen, en noodigen U daarom uit het XVIIde Taal- en Letterkundig Congres met uwe tegenwoordigheid te vereeren
Mechelen - het middelpunt der Belgische spoorwegen - is niet alleen bijzonder geschikt voor het houden van dergelijke vreedzame internationale vergaderingen, maar het bezit tevens kunstschatten en nijverheidsinrichtingen, die de aandacht der vreemde Congresleden overwaardig zijn. De inwoners der stad, die er fier op is den naam van ‘van het reine Mechelen’ te dragen, zullen verder al hunne pogingen aanwenden om aan hunne stamgenooten uit Noord en Zuid het verblijf in hun midden zoo aangenaam mogelijk te maken. Zij worden daarin op de gulste wijze ondersteund door ons verlicht Staats- en Stadsbestuur, onze kunst- en letterlievende kringen en talrijke maatschappijen.
De werkzaamheden van het Congres, waarvan U later een omstandig programma zal geworden, zijn gewijd aan:
De Nederlandsche Taal- en Letierkunde,
De Nederlandsche Geschiedenis en Oudheidkunde,
Het Nederlandsch Tooneel, de Nederlandsche Muziek, de Beeldende Kunsten,
Den Nederlandschen Boekhandel en aan stoffelijke belangen, welke van invloed zijn op de letterkundige en wetenschappelijke ontwikkeling van Noord en Zuid.
Hoogst aangenaam zal het ons wezen vóór den 10 Juli van U bericht te ontvangen, dat Gij het U aangeboden lidmaatschap van het XVIIde Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres aanvaardt, met de opgave van het onderwerp, dat Gij verlangt te bespreken, of van de punten die Gij door de vergadering wenscht te zien behandelen. Wij hechten aan vragen en stellingen een bijzonder gewicht: zij lokken beraadslaging en gedachtenwisseling uit, en wekken de algemeene belangstelling levendiger op.
Evenals voor de vorige Congressen, worden voor het XVIIde de volgende schikkingen genomen:
1o Behalve de verslagen over vraagpunten in vorige Congressen opgeworpen, zullen geene geschreven redevoeringen worden toegelaten,
| |
| |
waarvan de voordracht meer dan een vierde uurs zou vorderen.
2o Over wetenschappelijke vraagpunten zal geene beraadslaging worden gehouden, dan in zooverre zij tot het doel van het Congres leidt en van practisch belang is.
3o Punten van godsdienst en staatkunde mogen alleen dàn worden besproken als zij rechtstreeks in verband staan met het onderwerp, dat behandeld wordt, en mits strenge eerbiediging der overtuiging van anderen.
4o Geene onderwerpen zullen behandeld en geene besluiten genomen worden, dan die het belang van beide deelen van Nederland, in het bijzonder, en der Nederduitsch sprekende volkeren, in het algmeen, betreffen.
Aanvaard, Mijnheer, de verzekering onzer bijzondere hoogachting.
Het Bureel der Regelings-Commissie van het XVIIde Taal- en Letterkundig Congres te Mcchelen:
P.-A. Verhagen, Burgemeester der stad Mechelen, Eere Voorzitter; - Fr. De Cannart D'hamale, Senator, Eug. De Kerckhove, volksvertegenwoordiger, J. Andries, Schepen der stad, V De Jode, id. L. Pouppez de Kettenis, id. Ern. Vermeulen, id. Eerleden; - W. Geets, Kunstschilder, Bestuurder der Academie van Beeldende Kunsten, Voorzitter; - Fr. Cluyts, Secretaris van het Taal- en Oudheidkundig genootschap ‘de Peoene.’ H. Doms, Leeraar bij middelbare School van den Staat, J. Ruts, Gemeenteraadslid, G. Van Hoey, Bestuurder der Academie van toonkunde, H. Verdeyen, kantonale Schoolopziener, Leden; - P. Jacobs, Bestuurlid van het Willems-Fonds. D. Waroquiers, id. Penningmeesters; - W. Van Camp, Leeraar bij de Middelbare School van den Staat, Fr. Van Den Branden, Voorzitter van het Letterkundig genootschap ‘de Lischbloem;’ Ed. Van Regemorter, Leeraar bij de Middelbare School van den Staat en bij het Stadscollegie, Secretarissen.
- De Académie Francaise heeft den prijs Montyon (2.500 fr.) toegekend aan het werk Sans Famille van Hector Malot.
- In Frankrijk is de groote prijs voor muzikale compositie, door de Académie uitgeschreven, (Prijs de Rome), toegekend geworden aan den heer Hue, leerling van Reber.
| |
Beeldende Kunsten.
- Het getal tentoonstellers, ingeschreven op 20 Juni laatstleden, voor de Nationale Tentoonstelling van 1880 beloopt tot het cijfer 36 18, zonder te rekenen de tentoonstellingen van den Staat, der steden of de openbare en bijzondere verzamelingen der nijverheidskunsten uit het verleden.
| |
| |
- In het zoo bij uitstek merkwaardige Plantijn's Museum te Antwerpen, zullen eerlang - tijdens de Gemeentefeesten - een zestal zalen, die tot nog toe voor het publiek gesloten waren gebleven, openbaar toegankelijk worden gesteld. Zoo o.a. Plantijn's boekenwinkel, dien de nakomelingen van den beroemden drukker ons met zoo'n gewetensvolle zorg hebben bewaard.
- Bij de reinigingswerken, uitgevoerd in het gewezen Klein Vleeschhuis, te Gent, werden dezer dagen sporen van oude muurschilderingen ontdekt.
Het Bestuur der Godshuizen, aan wie deze eigendom behoort, heeft onmiddellijk last gegeven om de dikke kalklagen af te schrabben; wij durven hopen, dat dit werk met al de zorg zal geschieden, die daartoe vereischt wordt.
Wij hebben de reeds ontbloote gedeelten gezien; maar tot hiertoe is het onmogelijk ons eene bepaalde gedachte te vormen van het onderwerp en de kunstwaarde dier schilderingen. De achtermuur bestaat uit drie hooge nissen; in twee van dezen bemerkt men reeds de vormen van een zeer groot beeld, waarschijnlijk dat van heiligen; dat van den linkerkant, voor zooveel het tot nu toe zichtbaar is, schijnt ons veel van den trant te bezitten van de muurschilderingen in de Bijloke; zoodat zij uit de XIVe eeuw zouden kunnen herkomstig zijn. Doch, het ware gewaagd reeds daarover iets te willen bepalen, de werken zijn daartoe nog te weinig gevorderd, en de ontbloote gedeelten al te onduidelijk. Misschien wel is daar eene belangrijke bladzijde ontdekt uit het boek onzer oude kunstgeschiedenis.
| |
Inhoud der tijdschriften.
De Toekomst (Juli 1879) Letterkundige Ontledingen door J.A. Torfs. - Het Onderwijs in Rusland door J.L. Jorissens. Over het onderwijs der moedertaal door Th. Sevens. - Paascheieren door Mej. Mina Sleeckx. - Beeldhouw- en schilderkunst (vervolg) door V. Houwaert. - Wet op het Lager Onderwijs. - Ingezonden werken. - Kroniek.
- Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle (Nr 2. Tweede Jg.) Gedichten van G.J. Dodd, - Dr Eug. Van Oye, - Em. Hiel. - G. Antheunis, Th. Sevens, - Th. Coopman. - V.A. dela Montagne.
Van een zonnestraal een parabel door C.L. Lutkebühl jr. - Letterkunde: III. Novellen (Louise Stratenus) door E.P. - Toonkunde: II.
| |
| |
Drie gezangen voor vierstemmig mannenkoor (Fr. Van der Stucken) door Edw. Blaes. - III. La mélodie populaire dans Guillaume-Tell (Edm. Van der Straeten) door H.V.D. - Concert national, door G. Huberti. - Concert Waelput door G. Coryn. - Letter- en kunstkroniek. - Nieuwe uitgaven. - Muzikaal Album: Een kind van over zee, poëzie van J. De Geyter getoonzet door Alf. Tilman.
- De Banier (Juli 1879) Een wereldsch vrouwtje, door Henriette Pole. - Genua door H.J. Van der Schalck. - De allegorie in de Litteratuur door M.P. Wolters. - Theologisch leedvermaak door G. Tideman Jz. - Staatkundige beschouwingen door Dr Francesco. - Vonken, door Lucifer. - De Madonna van het Circus, door M. Winkel Wzn. - Blauw door F.M. Hemkes.
- Cecilia (5 Juni 1879) Maatschappij tot bevordering der Toonkunst. - Binnenlandsche berichten. - Buitenlandsch nieuws. - Programma's. - Advertentiën.
- Revue de Belgique (15 Juin 1879). La morale de Moïse par E. Aristide Astruc. - Lettres d'Italie par Em. de Laveleye. - La mission du conseiller Boisot, à Metz, en 1543. par Ch. Rahlenbeck. - Desdichada, par Remy Born.
- Revue Générale. (Juillet 1879) Les lois de M. Ferry sur l'enseignement, par Ch. Woeste. - Trois semaines â Montreux, par S.S.S. - La Jeunesse d'un poète, par Victor Chrétien. - Les Colonies de l'Afrique Méridionale, par X. - Les missions catholiques par P. De Decker. - La philosophie naturelle en Angleterre, par Proost. Les noms étrangers en France. - Bibliographie. - Concours de la ‘Revue Générale.’
Magazin für du Literatur des Auslandes (Leipzig) no 26 Inhalt: Deutschland und das Ausland: Ribot über deutsche Psychologie, von Dr. O.H. - Italien: Ein englisches Buch über Neapel, von L.H.K. - Russland: Neue Literatur Esthland's, von Sch. - Egypten; Zur topographie des alten Egypten's, von H. Scheube. - Kleine Rundschau: George Eliot. - Mythologie der Pflanzen, von Prof. Angelo de Gubernatis. - Chamber's Cyclopaedia of English literature. - Les imprimeurs lillois. - Historical poetry of the ancient Heberws. I. - Mancherlei.
- Deutsche Dichterhalle. Leipzig (1 Juli 1879). Gedichte von Felix Dahn, Feodor Wehll, Otto Stande, C. Von Prittwitz-Gaffron, Julius Sturm, Adolf Glaser, Robert Hamerling, Prinz Emil von Schönaich-Carolath und Ferd. Meyer. - Die Muse von Alexandria, Skizze von Fritz Scherenberg. - Zur Analyse des ‘Neuen Tannhäuser’, Skizze von Felix Holm. - Völker und Sprachen. Plauderei von Max Londorf. - Kurze Bücherschau. - Vermischtes. - Offener Sprechsaal.
- Schalk. Blätter für Deutschen Humor. Leipzig. (no 40) Schalk's Botschaft, von Julius Lohmeyer. - Moderne Klagen. Gedichte von H. Schuppli, W. Naschinski und Edwin Bormann. - Der Kunstlerfrack, von P. Tella. - Illustr. Anekdoten, etc.
| |
| |
| |
Nieuwe uitgaven.
| Het wassen beeld. Zedenschets uit de XVIIe eeuw, door Hendrik Conscience. Antwerpen bij Van Dieren & Co. - Prijs 2 fr. |
| Studenten-Almanak (1879). Uitgave van het taalminnend genootschap ‘'t Zal wel gaan’. Gent bij Ad. Hoste. - Prijs 1 fr. 50. |
| Rijzende Starren. Gedichten door K.M. Pol. De Mont. Rouselare bij De Meester. - Prijs fr. 1.50. |
- | Bibliothèque Musicale par Ed. Grégoir, 3me vol. - Bruxelles, chez Scott. - Prix 3 fr. |
- | Nieuwe Novellen van Rosalie en Virginie Loveling. Gent bij Ad. Hoste. - Prijs 3.25 fr. |
- | Tony en Belleken. Comedie in één bedrijf door Emiel Van Goethem. Gent. |
- | Paulke de Geest. Romantisch Volksverhaal door P. Van der Meiren. Brussel bij Winders. |
- | Langs een Omweg, door Mevr. Bosboom-Toussaint. 's Gravenhage bij Thieme. 2 deelen. |
- | Half Bloed. Roman door H. De Veer. (Niet in den handel). Amsterdam G.L. Funke. Premie van het Nieuws van den Dag, 1879. |
- | Dora Woelaer, door H.T. Chappuis. Arnhem bij H.W. Van Marle. - 3 gl. 90. |
- | De Linde. Novelle van Henriette Voorhoeve. Haarlem bij de Erven F. Bohm, 1879. |
- | Het verloren kind. Roman door Dr. Joh. Ten Brink. |
- | Kleio. Verhalen en schetsen uit de Geschiedenis der Oudheid door A.M. Kollewijn Mzn. Amersfoort bij A.M. Slothouwer. - Prijs 2 gl. 50. |
- | Lina Donders. Volksdrama in 5 bedrijven door Teirlinck-Styns. (no 1, derde reeks der Bibl. van geprimeerde Tooneelwerken). Brussel bij Dehou. - Prijs 1 fr. |
- | Vondel 1679-1879 door Dr. C.J. Hansen. Antwerpen bij Edm. Mertens. - Prijs 1 fr. |
| |
Aangekondigde werken.
Fabelen en andere kindergedichtjes door Jacob Stinissen. Kortrijk. |
Gedichten en Novellen door Teirlinck-Stijns. Brussel. |
Dramatische Werken van Emm. Rosseels. Uitgave in 5 deelen. Met het portret van den schrijver. Antwerpen bij Edm. Mertens. |
|
|