De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 9
(1879)– [tijdschrift] Vlaamsche Kunstbode, De– AuteursrechtvrijNederlandsch tooneel.Antwerpen.
| |
[pagina 92]
| |
Zooals ieder jaar werd de beneficiante door het nog al talrijk opgekomen publiek op zeer sympathieke wijze gevierd. Mevr. Verstraeten verdient zulks ten volle. Twee andere beneficianten, die in hooge mate de algemeene gunst genieten, zijn de heeren Jos. Dierckx en Henry Van Kuijk. - De eerstgenoemde had een der goede oude drama's uit het fransch repertorium gekozen ‘Marjan de Marketentster’ waarin onze gevierde Dierckx eene zijner beste typieke rollen heeft. - Wat den heer Van Kuijk betreft, deze had zijn keus gevestigd op een stuk van zijnen gunstig bekenden landgenoot Hubertus Janssen. De heer Janssen is de schrijver van ‘Jan Dwars’ en ‘Dat heeft mijnheer van boven gedaan’, die beide hier zooveel genoegen deden, en tot de beste Nederlandsche blijspelen behooren. Wat wij thàns van hem te zien kregen behoort eerder tot het genre ‘drama’, al zou de titel ‘De muizenval van Balten den marskramer’ er anders over doen denken. De schrijver schijnt in dàt genre veel minder t' huis te zijn, want ondanks al het talent waarmeê de heer Van Kuijk de hoofdrol vervulde, heeft dit stuk maar weinig bevallen. Eén enkel bedrijf uit het geestig blijspel ‘Jan Dwars’ is in onze oogen méér waard dan de geheele zevenbedrijvige Muizenval van Balten. De heer en Mevr. De Somme-Gassée hebben voor hunne benefietvoorstelling de beruchte ‘Kinderroofster’ voor 't voetlicht gebracht. Onze lezers weten genoeg hoe wij over dàt soort van effektdrama's denken. Verleden zaterdag heeft het door M. Hendrickx bestuurd Nationaal Tooneel van Brussel alhier eene ‘actualiteit’ gespeeld, die in de hoofdstad avond aan avond het publiek naar den Nederlandschen Schouwburg stroomen deed. Het stuk heet ‘23 Milioen’ en is eigentlijk noch drama, noch comedie, noch blijspel, maar wel, zooals de Brusselsche schrijver het zelf noemt, eene ‘groote dieverij in 4 bedrijven of 5 tafereelen door Pietje van Brussel.’Ga naar voetnoot(1) Dat zegt voor het Belgisch publiek al genoeg, om te weten van wèlke ‘dieverij’ er hier kwestie is. Trouwens, dààrin ligt | |
[pagina 93]
| |
dan ook wel de bijzonderste aantrekkelijkheid van het stuk; en wij gelooven niet dat b.v. in Holland, waar het berucht proces der 23 miljoen niet zóó in hare bijzonderheden is bekend, dit zonderlinge produkt gelukken zou. Om het even, t' is niet zonder tooneelkennis geschreven, en de schrijver heeft blijkbaar geene andere pretentie gehad dan eene lachverwekkende satyre te leveren. Sommige toestanden en zetten zijn vrij geestig, andere door-en-door flauw. Over t' algemeen is de komische noot in de ‘23 miljoen’ nog al goed volgehouden, wat niet belet dat er nog een zekere tendenz in het stuk ligt, zonder welke de behandeling van zulk onderwerp er dan ook moeilijk dóor kon. A.J.C. |
|