Een der bêste onder die jongeren, een van diegenen bij wien het meest vooruitgang blijkt, is ontegenzeggelijk de heer Th. Verstraeten. 't Is overigens een dier gewetensvolle, (ongelukkiglijk nog al te zeldzame) jonge landschapschilders, die hunne ingevingen getrouw aan de natuur putten, die daarbij niet alleen oogen hebben voor natuurschoonheid, maar ook een dichterlijk gevoelend hart. Wat al verrassende waarheid en tevens wat een diepte van poëtisch gevoel ligt er niet in zijn tafereeltje uit onze Vlaamsche polders! 't Is bij 't vallen van den nacht; - te midden der uitgestrekte eenzame weide, geen ander levend wezen dan... eene koe, die als in droomende verbazing de maan bekijkt, wier opkomende glans allengs in de kronkelende beek begint te spiegelen. - Eenvoudig, naïef zelfs, zoo men wil, maar verheven en schoon, in êén woord onvervalschte weerspiegeling van een oprecht kunstenaarsgemoed!
Wie zich insgelijks onder onze landschapschilders sinds lang een eervollen rang heeft verzekerd, is de heer Frans Van Kuyck. In elk zijner gemoedelijke kijkjes in 't buitenleven ligt iets idyllisch, dat zeer aangenaam werkt. Ditmaal heeft hij echter niet in de Antwerpsche Kempen, maar wel in 't land van Aalst de bron zijner zeer gelukkige opvatting gezocht. Hij heeft ons, door zijn echt schilderachtig tafereeltje uit Buggenhout, bewezen dat zijn penseel, welk zoo natuurgetrouw de nevelige avondschemering weet voor te stellen, evenzeer vatbaar is voor de zonnige indrukken van een warmen zomermiddag, vatbaar voor ‘der Sonne Pracht, das fröhliche Gefühl des hohen Tags’ zooals Goethe zegt. - Van Kuyck heeft iets nieuws beproefd, en de poging is gelukt.
Meer of min in dezelfde tonaliteit is het Binnenzicht eener Hoeve van Isidoor Meyers. Nòg een stuk dat zich door ernstige hoedanigheden onderscheidt. Wij aanzien het als een der puikste schilderijen van de gansche tentoonstelling. Meyers is een jonge schilder die bepaald reeds zijne plaats onder de meesters inneemt. Zijn kunststreven getuigt van een gezond en krachtig realism, dat noch aan routine noch aan modegeest offert.
De heer Emiel Claus, die ons den vorigen keer de natuur op vrij wat groote schaal had voorgesteld, had ditmaal een paar buitengewoon kleine landschapjes. Klein maar rein! Een medewerker van onzen Bode is de gelukkige bezitter van één dezer twee pereltjes. Hij mag er terecht fier op zijn.
Verder bemerkten wij nog een aantal andere, over 't algemeen goedgeslaagde natuurgezichten, o.a. een van Mej. Beernaert - eene knappe kunstenaares! - Hirth de Frènes, De Cock, Derickx, Elsen, De Keyzer en Leemans. Deze laatste had een heerlijk maanlichteffekt.
Op 't gebied der portretschildering, die maar schaarsch vertegenwoordig was, ontmoetten we met uifnemend genoegen den heer Joors. Nog nooit te voren hadden we van dien talentvollen jongen artist iets