De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 8

Bladvulling.

Anekdoten.

I.

De Vader. - Ik begrijp niet waar ge al dat geld zoo gauw gelaten hebt, doorbrenger!

De Zoon. - Ik heb het nergens gelaten, vader. Ze zijn het allemaal komen halen.

II.

Een zanger werd 's nachts opgeklopt om een serenade te gaan zingen. Hij rukte kwaad zijn venster open en riep: ‘Nog voor geen duizend gulden!’

- ‘Kom, kom! geen praatjes!’ riep men buiten. ‘Het geeft een rijksdaalder per man!’

- ‘Dat is wat ànders!’ riep de zanger en in een wip was hij buiten.

III.

Een komiek zat onlangs met dertien aan tafel.

Toen iemand dit met angst bemerkte, zei de komiek: ‘Wees maar stil, ik zal voor twee man eten.’

X...