De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 8

redactionele ingrepen

p. 40: toeh → toch: ‘maar toch is er van dat alles iets in’.

p. 54: moeht → mocht: ‘En wat u me mocht te zeggen hebben’.

p. 146: vau → van: ‘dezer haren gezien, nog den glans die van afstraalde’.

p. 152: niet → uit: ‘strekken zich aan beide zijden van den weg uit’.

p. 209, noot 1: in het origineel ontbreekt het nootverwijzingsteken. De noot is door de redactie geplaatst.

p. 225: opgerieht → opgericht: ‘veel later zijn opgericht dan het schip der’.

p. 314 noot 2: in het origineel ontbreekt het nootverwijzingsteken. De noot is door de redactie geplaatst.

p. 329: toeh oorders → toehoordes: ‘algemeen, bij componisten alsbij toehoorders’.

p. 398: accolades verspreid over meerdere regels kunnen in deze digitale versie niet weergegeven worden. Daarom wordt de accolade hier, met bijbehorende tekst, op iedere regel herhaald.

p. 408: vau → van: ‘het vreemd samenvoegen van woorden, waarvan hij’.

p. 417: bet → het: ‘een' krans zal leggen op het graf van onzen dichtervorst’.

p. 518: pliehte → plichte: ‘achten wij het ons ten plichte zeer krachtig op te komen’.

p. 535: het onjuiste paginanummer 235 is verbeterd.

p. 540: Gesehiedenis → Geschiedenis: ‘Bijdrage tot de Geschiedenis van ons Vlaamsch Tooneel’.

p. 567: Rosier-Faasscn → Rosier-Faassen: ‘plaats kregen wij ‘Annemie’ van Rosier-Faassen, waaraan’.