De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 8
(1878)– [tijdschrift] Vlaamsche Kunstbode, De– Auteursrechtvrij
[pagina 41]
| |
die in België bloeide gedurende den loop der XVe eeuw en in het begin der XVIe eeuw, bouwkunde die zooveel merkwaardige burgerlijke gebouwen heeft doen ontstaan, zooals hallen, stadhuizen, belforten, gildehuizen, enz. Het karakter en den oorsprong der bouwkunde van dien tijd beschrijven. Tweede vraag. - Eene critische studie maken over het leven en de werken van Gretry, studie die zooveel mogelijk steunen moet op de echte documenten. De muzikale ontledingen zijner werken geven, zoowel van degene die onuitgegeven zijn, als van diegene die het licht zagen; de rol bepalen die dezen beroemden Belgischen toondichter in de geschiedenis der kunst van de XVIIIe eeuw toekomt. Derde vraag. - Bepalen, zich steunende op echte documenten, welk het stelsel geweest is, - sedert het begin der XIVe eeuw tot het tijdperk van Rubens inbegrepen, - waaraan het bedrijf van schilder onderworpen is geweest, zoowel onder betrekking van het leerjongenschap, als onder datgene der uitoefening van de kunst, in de provinciën die tegenwoordig België uitmaken. Vierde vraag. - Men vraagt de levensbeschrijving van Theodoor Victor Van Berckel, Belgische muntgraveerder der laatste eeuw, met de lijst en de beschrijving zijner voornaamste werken, alsook de waardeering van den invloed dien deze uitstekende kunstenaar op de graveerders van zijnen tijd heeft kunnen uitoefenen. Eene gouden medalie van 1000 fr. voor de eerste vraag, eene van 800 fr. voor de 2e en eene van 600 fr. voor de 3e en 4e zijn in deze prijskampen uitgeloofd. De antwoorden moeten, in 't Fransch, Vlaamsch of Latijn geschreven, voor 1 Juni 1879 aan den heer J. Liagre, bestendige secretaris der Academie, in het paleis der Academie, toegezonden worden. - De Rotterdamsche Afdeeling van het Tooneelverbond heeft eene prijsvraag uitgeschreven voor het opstellen van een tooneelstuk (treur-, tooneel- of blijspel), dat ter opvoering geschikt wordt bevonden en geschreven is met het oog op de samenstelling van het gezelschap der ‘Nieuwe Rotterdamsche schouwburgvereeniging.’ Een prijs van 500 of van 1000 gl. kan al dan niet worden toegekend door een jury, | |
[pagina 42]
| |
bestaande uit de heeren Mr J.E. Banck, A.C. Loffelt, P.H. De Clerck, A.J. Legras en Dr. H.T. Karsten. - Stukken in te zenden voor 1 Augusti 1878 ten huize van Dr. Karsten te Rotterdam. - In den Declamatiewedstrijd, door het genootschap ‘Voor Taal en Kunst van Lokeren uitgeschreven, werden de verschillige prijzen aan de volgende mededingers toegekend: Deftig vak: MM. Suetens (Antwerpen), Malschaert (id.), Van de Velde (Borgerhout), G. De Lattin (Antwerpen) en Buysse (id.). Boertig vak: MM. Van de Velde (Borgerhout), K. Dumont (Antwerpen). - Eervolle meldingen aan de heeren Z. Van Autryve (Gent), Buysse (Antwerpen), J. Naegels (Mechelen), Osc. Tinel (Sinay), Lommaert (Antwerpen), M. Suetens (id.), K. Jacobs (id.), A. De Vestel (Gent), Alf. Cosyn (id.), D. Van Weymeersch (Sinay), Kerremans (Antwerpen), L. Van Gyseghem (Eecloo). - Een diploma ter aanmoediging aan den elf jarigen Antoon Schram (Antwerpen) en, als belooning voor zijn buitengewonen ijver, een diploma aan den 76jarigen heer Bellon (Lier). - Onder den titel Union littéraire Belge is, zooals men weet, te Brussel eene maatschappij van letterkundigen gesticht, een uitvloeisel van het ‘Congrès des littérateurs’ dat tijdens de Rubensfeesten alhier in den Cercle werd gehouden. De eenige Vlaamsche schrijver die van de inrichtende commissie deelmaakt is de heer Sleeckx. Die Union zal zich dus in de praktijk waarschijnlijk bepalen tot de franco-belgische schrijvers? - Onder de nieuw aangekondigde uitgaven bemerken wij met genoegen ‘Dorpsgeschiedenissen’ van Gustaaf Segers (met eene prachtige plaat van Michiels) en ‘Stemmen des Gevoels’ een dichtbundel van V.A. Bultynck. Verder wordt onder den titel Nederlandsche Dichterhalle eene maandelijksche uitgave aangekondigd. De leiding daarvan zal in handen zijn van de heeren V.A. dela Montagne en Th. Coopman, twee jonge dichters die beiden in onzen Kunstbode hunne eerste proeven hebben gedaan. - Wij ontvangen ook de eerste aflev. van... ‘het Pennoen, tijdschrift voor het Vlaamsch Studenten-volk, verschijnende binst de schoolverloven.’ | |
[pagina 43]
| |
- Men meldt de stichting eener Maatschappij van Antwerpsche bibliophilen. Hierover nader. - De Eendracht meldt dat het fransch tooneelstuk ‘Rubens ou les maîtres flamands’ van den Belgischen schrijver H. Hirsch, ‘door Koning Leopold van België bekroond werd.’ Van welke bekroning mag hier wel spraak wezen?... - De beroemde Italiaansche treurspeler T. Salvini is hier te Antwerpen een drietal Shakespeare-vertooningen komen geven. Zijn bijval was even groot als verleden jaar die van zijn land- en kunstgenoot Rossi. Vooral in Othello was Salvini onovertreffelijk. De opkomst van 't publiek was echter zoo onvoldoende dat, jammer genoeg! eene aangekondigde vierde voorstelling niet heeft kunnen plaats grijpen. - Naar aanleiding van Dr Schleiden's bekend werk ‘Die Rose. Geschichte und Symbolik’ heeft de heer A.M. Oomen van Antwerpen, in de Dietsche Warande eene lezenswaardige bijdrage geleverd. Op wetenschappelijk gebied wordt daarin hulde gebracht aan de verdiensten van dien uitstekenden Duitschen kruidkundige; doch de theologische beschouwingen, waartoe hem de symboliek der Roos aanleiding gaf, worden door den heer Oomen bestreden. Deze verdedigt de bijbelpoëzie ook op botanisch gebied, niet alleen tegenover Dr Schleidel, maar ook tegenover F. Hamilton, die in de voorrede zijner ‘Botanique de la Bible’ beweert dat de bloemen in den bijbel zoo weinig dichterlijk beschreven zijn. - Te Brussel hebben de leerlingen der Hoogeschool een Vlaamschen Studentenkring gesticht, die voor kenspreuk voert ‘Geene taal, geene vrijheid’. | |
Toonkunde.- Prijskampen. - De Koninklijke Academie van België heeft tegen 1879 de volgende prijsvraag uitgeschreven: ‘Men vraagt eene Symphonie voor Groot Orkest.’ Uitgeloofde prijs: 1000 fr. - De partitiën moeten vóór 1 September 1879 in het Secretariaat dier Academie te Brussel aangekomen zijn. - De Vlaamsche muziek maakt tegenwoordig flink haren weg. Dezer dagen zullen niet minder dan vier verschillige uitvoeringen van Benoit 's werken plaats hebben, waarvan drie in het buitenland. Te Gent in de Koormaatschappij, de | |
[pagina 44]
| |
‘Rubenscantate’; te Parijs een aantal fragmenten uit 's meesters voornaamste gewrochten, en te Amsterdam het oratorio ‘Lucifer’ in het Paleis voor Volksvlijt (muziekfeest ingericht door de weldadige vereeniging Vincentius à Paulo) alsook in den Nederlandschen Schouwburg aldaar, het lyrisch drama ‘Charlotte Corday.’ - Edgar Tinel 's bekroonde cantate ‘De klokke Roeland’, waarvan op dit oogenblik bij Schott te Brussel eene klavieruitgave verschijnt, zal, naar men zegt, binnen kort te Antwerpen worden uitgevoerd. Na deze uitvoering vertrekt de jonge componist naar Schotland, waar hij het symphonisch gedicht van Hiel ‘Winternacht’ in muziek brengen zal. - De Nederlandsche Toonkunstenaarsvereeniging, waarvan Richard Hol voorzitter en Nicolaï secretaris is, heeft aan Z. Exc. den Minister van Binnenlandsche Zaken een schrijven gericht, om de aandacht van Z. Exc. te vestigen op het zangonderwijs, dat in de Hollandsche lagere scholen wordt gegeven en klijkbaar nog veel te wenschen laat. - Op den toren der prachtige hoofdkerk te Antwerpen zal aan het mecanism van onzen Beiaard eene merkwaardige verbetering worden gebracht: de toepassing van het carillonstelsel des heeren Smulders van Maastricht. Tijdens het Nederlandsch Congres zijn wij in de gelegenheid geweest, eene proefneming met het systeem-Smulders bij te wonen, dat door deskundigen niet ten onrechte als eene voortreffelijke uitvinding wordt geroemd. Ziehier overigens een uittreksel van het Verslag, daarover uitgebracht door de bevoegde Commissie, die door de stad Antwerpen met het onderzoek van bedoeld systeem was gelast: ‘Bij de bespeling van het nieuw klavier worden de klokken behoorlijk en volkomen op tijd aangeslagen, derwijze dat bij accoorden de aanslag zonder intervallen en juist gelijktijdig plaats heeft - De inrichting en ook de beweging van den klavier-cylinder zijn zoódanig, dat ook in snelle tempos kan gespeeld worden, zonder dat voor het oor hinderlijke tuschenpoozen ontstaan. - Het systeem-Smulders is eene wezentlijke en groote verbetering in de bespeling van carillons en gaat gepaard met eene zoo aanzienlijke verlichting van de taak des carillon- | |
[pagina 45]
| |
neurs, dat het klokkenspel met hetzelfde gemak als een piano kan worden gespeeld.’ - Het spijt ons zeer dat wij, door uitstedigheid, verhinderd zijn geweest het groot Concert onzer Vlaamsche Muziekschool bij te wonen, dat buitengewoon schitterend moet geweest zijn. Daarop werd o.a. de eerste Symphonie van Karel Lodewijk Hanssens uitgevoerd. Door de keuze van dit stuk heeft de bestuurder Peter Benoit eene wèl verdiende hulde gebracht aan den betreurden componist, ‘den grootsten der Vlaamsche symphoniedichters’, zooals Benoit hem noemt. | |
Beeldende kunsten.- Prijskampen. - De klas der schoone kunsten van de Koninklijke Academte van België heeft voor 1879 den volgenden wedstrijd voor Bouwkunde uitgeschreven: Men vraagt een ontwerp van Monumentale fontein, op te richten aan het uiteinde eener openbare plaats, met watervallen, bassijns, trapbanken, enz. Een prijs van 1000 fr. wordt daarvoor toegekend. - Het Bestuur van het Journal des Bcaux-Arts, onder redactie van den heer Ad. Siret, schrijft voor 1878 zijn zesden wedstrijd voor sterkwaterplaten uit. Voor de prijzen wordt eene som van 1200 fr. bestemd, en verdeeld als volgt: Geschiedenis: 1ste prijs 600 fr., 2de prijs 200 fr. - Genre: prijs 300 fr. - Landschap, Stilleven, Dierenschildering of Doode natuur: 1ste prijs, 200 fr. 2de prijs 100 fr. - In den prijskamp, te Geneven geopend voor het monument-Dufour, heeft onze landgenoot de heer Jos. Willems, leeraar aan de Academie van Mechelen, eene eervolle melding behaald. Hij was de tweede in dien internationalen wedstrijd. De uitgeloofde prijs werd toegekend aan den heer Lauz, van Bienne. - Men weet dat het Hollandsch Staatsbestuur eenen wedstrijd had uitgeschreven betrekkelijk een plan voor een nieuw Universiteitsgebouw te Leiden. De jury heeft dezer dagen uitspraak gedaan, en daar geen der ingezonden bouwkundige ontwerpen aan het doel beantwoordt, zijn de prijzen niet toegekend geworden. Niettemin zal voor elk der vijf beste plans een honorarium worden verleend van een vijfde gedeelte der totale prijzenwaarde. Die vijf werken droegen | |
[pagina 46]
| |
voor kenspreuk: Academia; Quis; Eigen kunst is eigen Leven; Vaderlandsche Bouwkunst: Art et Science. | |
Vlaamsche belangen.- Zal het Wetsontwerp-De Laet betrekkelijk het gebruik onzer taal in bestuurzaken, nu toch, in ons Parlement op het tapijt komen? De Antwerpsche volksvertegenwoordiger De Decker, verslaggever der Middensectie, heeft althans aan het bestuur van den Nederduitschen Bond geschreven, dat aan deze zaak krachtdadig de hand wordt gehouden en alle pogingen zullen worden in 't werk gesteld om de bespreking over het Wetsontwerp nog in den huidigen zittijd te doen plaats grijpen. Des te beter! Volgens art. 1 van bedoeld Wetsontwerp, zou in de Vlaamsche gewesten van Belgie voortaan de Nederlandsche taal worden gebruikt: A. door de Gemeenten voor akten van den burgerlijken stand, gemeentereglementen, raadsverslagen, bestuurlijke briefwisseling en alle akten van algemeen belang voor de inwoners; - B. door de Provinciën, voor provinciale reglementen, verslagen van den Raad en de Bestendige Deputatie, briefwisseling met de Vlaamsche gemeenten en andere besturen, openbare akten, enz.; - C. door de Middenbesturen, voor de berichten, aanwijzingen en inlichtingen, die zij aan het publiek zullen geven, de briefwisseling der beambten met bijzonderen of met gemeente-, provincie- of andere besturen, die in hunne officiëele betrekkingen van het Nederlandsch zullen gebruik maken. Het is te hopen dat alle Vlamingen, zonder onderscheid van politieke gezindheid, allen wien de herstelling hunner miskende taalrechten aan het hart ligt, het hunne zullen bijdragen tot het bekomen dezer zoo billijke wet. Het geldt hier, zooals het weekblad de Zweep onlangs zeer juist aanmerkte, geene kwestie van personen, maar wel van grondbeginsel, ten einde eene onrechtvaardigheid te doen ophouden, die door géen volk ter wereld zou worden geduld... Al de Vlamingen moeten het op dit punt éens zijn, en niemand mag aan zijnen plicht falen, wanneer er zich eene zoo gewichtige kwestie voordoet. Het geldt het bestaan onzer nationale taal, den zedelijken en stoffelijken vooruitgang van ons Vlaamsche volk. | |
[pagina 47]
| |
- Op de laatst gehouden algemeene vergadering van het Willemsfonds heeft men zich ernstig bezig gehouden met de in 1873 gestemde wet-Coremans, betrekkelijk het gebruik onzer taal voor 't Gerecht. Deze zoo rechtvaardige Taalwet schijnt bij sommige rechtbanken van het Vlaamsche land op geen billijke wijze te worden toegepast. Vandaar dat op voorstel van den heer De Smet een aantal maatregelen werden gestemd, opdat door de tusschenkomst van het Willemsfonds in dien toestand zooveel mogelijk verbetering worde gebracht. Onmiddellijk zou een onderzoek ingesteld worden aangaande de wijze waarop die taalwet wordt uitgevoerd; ook zou men zich wenden tot de Conferenciën der Vlaamsche Balie en elders tot de Vlaamsche vereenigingen, of den invloed van vertrouwde mannen inroepen. Het Algemeen Bestuur zal zich gelasten met het opstellen van volledige instructies, ten dienste van hen die als verdedigers der Taalwet optreden; het verslag daarvan zal door de pers bekend gemaakt worden en de aandacht van het Ministerie op de misbruiken en overtredingen worden ingeroepen, welke ook bij Provincie- en Gemeenteraden zullen worden aangeklaagd. Het Willemsfonds zal het een of ander lid der Wetgevende Kamers verzoeken daaromtrent eene interpellatie te doen. Hoogst wenschelijk is het ook dat de aangekondige uitgave van aanteekeningen op de Taalwet niet langer worde uitgesteld. - De verschillige Vlaamsche Genootschappen der Hoofdstad zijn in onderhandeling om voor gezamentlijk gebruik een groot en schoon lokaal te huren. Een groot koffiehuis, ruime zalen, leescabinetten, alles zou er te vinden zijn, zoodat de Vlamingen er om te zeggen slechts éen grooten broederbond zouden vormen. | |
Necrologie.G.E.C. Croiset, letterkundige, overleden bij Amersfoort (Noordnederland). Hij schreef meestal onder het pseudoniem Willem Van Rehburg. Van zijne hand verschenen o.a. ‘De Graaf en zijn Raad’ historische roman, en een aantal kleinere verhalen, waarvan enkele een zeer verdienden bijval vonden. Ook in jaarboeken en tijdschriften, zooals Aurora, | |
[pagina 48]
| |
de Kunstkroniek en het Letterlievend Maandschrift leverde hij voortreffelijke bijdragen. - F. Carrein, letterkundige, overleden te Oostende, in den ouderdom van 62 jaren. - Voor het tooneel schreef de heer Carrein een viertal stukken, waarvan een paar met bijval werden vertoond: ‘Pieter Langhals’, historisch drama, ‘Arm en Rijk’ en ‘Andreas de Beeldhouwer’, dramas, ‘Lisa de Kantwerkster’, blijspel. Hij was een overtuigd voorstander der Vlaamsche taalbelangen. - H. Coenen, Nederlandsch toonkundige en muziekleeraar, overleden in den ouderdom van nauwelijks 38 jaren. ‘Coenen, zoo getuigt een zijner kunstbroeders in het tijdschrift Cecilia, Coenen bezat alle eigenschappen van een goed pianist: onberispelijke techniek, krachtigen toon en, last not least, goede opvatting van de klassieke werken die hij vertolkte.’ - Lucien Jottrand, Oud-Lid van het Nationaal Congres, op 70jarigen leeftijd te Brussel overleden. Ofschoon Waal van geboorte was de heer Jottrand vrij goed onze moedertaal machtig, waarin hij zeer veel belang stelde. Met woord en pen heeft hij in meer dan eene omstandigheid de Vlaamsche taalrechten verdedigd. Hij was een ijverig bezoeker onzer Nederlandsche Congressen en wijdde zijne ledige uren aan het beoefenen onzer letterkunde. Zoo verscheen van hem o.a. Nederlandsche gewrochten van een Nederlandsche Waal, een boek dat algemeen gunstig werd onthaald. Dus, zooals de dichter De Geyter, op het graf van ‘vader Jottrand’ zegde: ‘Had hij niet het duurbare Vlaandren tot moeder, - Theophiel Verschueren, letterkundige, overleden te Brussel (11 Januari jl.) in den ouderdom van nauwelijks 26 jaren. Volgens het bericht van een onzer Brusselsche correspondenten, heeft de Vlaamsche Taal- en Kunstbeweging in den heer Verschueren een niet onaanzienlijk verlies ondergaan. Als volksredenaar, als lid der maatschappij de Veldbloem, waarvan hij een tijdlang secretaris is geweest, en vooral als secretaris van het ‘Nationaal Tooneel’ heeft hij gewichtige diensten bewezen. |
|