Tentoonstelling in den Cercle.
Het meest belangwekkende punt in het programma van onzen Cercle Artistique, dat zijn ongetwijfeld de maandelijksche tentoonstellingen, door de Afdeeling van Beeldende Kunsten ingericht. Geen wonder dan ook dat ze telkens zoo druk bezocht worden. De toeloop is soms zóó groot dat de ruime nieuwe zaal schier nog ontoereikend blijkt te wezen. ook zien wij met genoegen dat, in weerwil der handelscrisis, het aantal verkochte kunstwerken vrij aanzienlijk heeten mag.
Dit was althans het geval met de laatst gehouden expositie. Deze was dan ook zoo door kwantiteit als door kwaliteit buitengewoon goed geslaagd. Niet minder dan 90 schilderijen!.. Dat er, zooals men zegt, nog al wat kaf tusschen het koren was, spreekt van zelf. Maar er was ontegensprekelijk veel goeds te zien; en voor enkele gewrochten ware zelfs het epitheton ‘meesterlijk’ niet misplaatst.
Dit geldt b.v. de prachtige dierenschildering van Karel Verlat, die overigens sedert lang als een ‘meester’ is beroemd. In een soort van oasis stelt hij ons een leeuw voor, die eenen buffel verscheurt, terwijl eene vreeselijke reuzenslang met opgeheven kop nadert. Ziedaar wat Victor Hugo noemen zou ‘terriblement beau.’ Samenstelling, teekening, coloriet, uitdrukking, faktuur, alles wekt bewondering op.
Zooals gewoonlijk waren het Genre en de Landschapschildering verreweg het talrijkst vertegenwoordigd.
Verhaert 's flink geborstelde Zeebonken - echt realistische typen - genoten hier, evenals Schaefels' Zeeslag, denzelfden bijval als verleden jaar op het Gentsche Salon.
Serrure is vast een kunstenaar van talent; maar zijn ‘genre à la Watteau’ bevalt ons niet zeer. Al te lief, al te koket! Meiden zooals hij ze schildert ziet men wel op 't tooneel, maar niet in de werkelijkheid.
Tot eene gansch tegenovergestelde richting behoort Piet Neuckens. Flink realisme in die Antwerpsche Vischvrouw. - Een goed tegenhangertje daarvan is Mijn Koetsier, die