Koning Lodewijk van Beieren kwam eens onverwacht in Kaulbach 's atelier. De kunstenaar had juist de hand van een mooi meisje, zijn model, met beide handen vast. Toen de schoone den koning zag, trok zij de hand terug. ‘Ei,’ zei de koning lachend tot den schilder, ‘dat is heusch het schoonste werk dat ooit uit uwe hand gekomen is!’
II.
Een boer, zat aan tafel tusschen twee heertjes, die hem plaagden. ‘Ik merk wel, heertjes, dat ge mij beet neemt,’ zei hij, ‘maar ik ben geen stommerik en ook geen gek, maar tusschen beiden.’