| |
Kunstkroniek.
15 Juli - 15 Augusti.
Tooneel - en letterkunde.
- Prijskampen. - De maatschappij de Roziers, te Dendermonde, schrift eenen wedstrijd uit voor tooneelvertooningen door Belgische en Hollandsche maatschappijen, gedurende den winter 1878-78. De uitgeloofde prijzen zijn: Drama. Prijs van uitmuntendheid: Een verguld eermetaal, 500 frank in geld on een kostelijk kunstvoorwerp, geschonken door de dames der ‘Vereenigde Genootschappen.’ 1e prijs, 250 frank en een verguld eermetaal: 2e prijs, 150 frank en een zilveren eermetaal. - Beste tooneelspeler, een zilveren eermetaal. - Beste tooneelspeelster, id. - Blij- of zangspel. Prijs van uitmuntendheid: 200 fr. en een gouden eermetaal; 1e prijs, 150 fr. en een verguld eermetaal; 2e prijs, 75 fr. en een zilveren eermetaal. - Beste tooneelspeler, een zilveren eermetaal - Beste tooneelspeelster, id.
| |
| |
- De commissie ter beoordeeling van de prijsvraag voor een hedendaagsch tooneelstuk, uitgeschreven door de hoeren Le Gras, Van Zuylen en Haspels te Rotterdam heeft den uitgeloofden f 1000 toegekend aan een blijspel, getiteld:’ De Kiesvereeniging te Stellenwyk,’ waarvan schrijver bleek te zijn de heer Lodewijk Mulder te 's Gravenhage.
- Men verzoekt ons te melden dat de tooneelgezelschappen, welke verlangen deel te nemen aan den wedstrijd door de Kruisbroeders, van Kortrijk uitgeschreven, aanzocht worden zich, vóór den 26 Augusti 1877. bij den heer L. Ackerman, geheimschrijver der maatschappij, te doen inschrijven.
- Onder de prijsvragen door de Koninklijke Belgische Academie uitgeschreven, komen de volgende voor: 1o Eene geschiedenis van Jacoba van Beieren, Gravin van Henegouwen, Zeeland en Holland, vrouwe van Friesland. - 2o Welken invloed hebben de Nederlandsche dichtkunst en de Duitsche dichtkunst op elkander uitgeoefend in de middeleeuwen? - 3o Geschiedenis van het Nederlandsche proza vóór Marnix van St.-Aldegonde (Prijs Teerlinck). - Prijs voor no 1 en 2 eene gouden medalie en 600 franken, voor no3 eenesom van 1000 fr.
- De Nieuwpoortsche Afdeeling van het Willemsfonds heeft eene Volksbibliotheek gesticht, waarvoor zij de medehulp van belangstellenden inroept. Geschonken van Nederlandsche boeken zullen dankbaar ontvangen worden.
- De heer T.H. De Beer letterkundige en leeraar te Amsterdam, verzoekt ons te melden dat hij de Redactie heeft op zich genomen van een nieuw ‘taalkundig tijdschrift voor de beide Nederlanden’ ten behoeve van onderwijzers, vooral van hen die zich voor eenig examen voorbereiden. Dit tijdschrift, getiteld ‘Noord en Zuid’, dat eenvoudig, algemeen verstaanbaar en practisch zijn wil, zal verdeeld wezen in de volgende afdeelingen: A. Opstellen over Taalkunde en taalkundig onderwijs; - B. Methode van onderwijs in de Taalkunde; - C. Woordverklaring, Woordafleiding, Synoniemen, Ontleding; - D. Vragen en oefeningen voor aanstaande examinandi; - Vraagbus; - F. Opgaven en aankondiging van nieuwe werken over Taal- en Letterkunde; - G. Belangrijke
| |
| |
uitgaven op het gebied der Fraaie Letteren. De Redactie houdt zich dringend aanbevolen voor bijdragen, liefst van niet te grooten omvang, en die met den aard en de strekking van het tijdschrift overeenkomen. Tot de medewerkers behooren o.a. Prof. Dr De Vries, van Leiden, Prof. Dr Brill, van Utrecht, Prof. Dr Moltzer, van Groningen, Prof. Dr Heremans van Gent, Prof. Dr Roersch, van Luik; Prof. Dr Alberdingck Thijm, en Prof. Willems van Leuven.
- Twee onzer medewerkers, die zich reeds gunstig in de Zuid-Nederlandsche letterwereld hebben bekend gemaakt, kondigen elk de uitgave van een nieuwen dichtbundel aan. De heer Adolf Beernaert, de dichter van ‘Verlaten Veldbloemen’ en ‘Mijne ledige uren’ laat eene nieuwe reeks poëzie verschijnen onder den titel ‘De Taal des Harten’ waarvan wij, met deze aflevering, onzen lezers het prospectus mede zenden. Verder belooft de heer Victor Vande Walle, wier eersteling ‘Droomen mijner Eenzaamheid’ eon goed onthaal schijnt te hebben gevonden, ons thans een nieuw ‘Kransje Zangen en Gedichten’. - Onze welgemeende wenschen aan de beide uitgaven, die de aandacht van 't letterminnend publiek in meer dan één opzicht verdienen.
- Wij vernemen dat Luitenant Muny, de gekende dichter der ‘Chants et Murmures’, arbeidt aan eene fransche vertaling van De Geyter's Rubenscantate ‘Vlaanderen's Kunstroem’, die in ons vorig nommer verscheen.
- De Zweep meldt dat de heer Van Elslande, tweede orkestmeester van het Brusselsche Nationaal Tooneel, in het Conservatorium aldaar den 1e prijs in den wedstrijd voor de fluit heeft behaald, en dat wel met de grootste onderscheiding.
- In November e.k. zal in Holland de 300e verjaring der geboorte van den volksdichter Jacob Cats worden gevierd, Vooral te Brouwershaven (Zeeland), 's dichters geboorteplaats, en te Middelburg, waar hij het pensionnaris-ambt aanvaardde, verdient het Jubelfeest van Vader Cats echt feestelijk te wezen.
- De gunstig bekende komiek Henri Morriën is door het Bestuur van den Brusselschen Schouwburg voor het aanstaande tooneeljaar geëngageerd. Ook de jufvrouwen Lippitz
| |
| |
en Kapper, die in Nederland, vooral in Amsterdam, zich gunstig hebben doen kennen, behooren tot de nieuwe leden van het gezelschap. Alles doet, voorzien dat het Nederlandsch Tooneel te Brussel, onder de bekwame leiding des heeren Edm. Hendrickx (eerste hoofdrol) het volgend jaar nòg een stap vooruit doen zal. - Tot de nieuw op te voeren stukken behooren de Naäpers, bekroonde comedie van Van Goethem en een groot nieuw blijspel van denzelfden schrijver.
- De Koninklijke Maatschappij Ste-Cecilia, van Hasselt, heeft het Verslag over haren Tooneelwedstrijd in het licht gegeven. Dit verslag, opgesteld door den heer secretaris der Jury, Prof. D. Claes, steunt de uitspraak der heeren rechters op de volgende grondslagen: A. Keus van 't stuk; - B. Rolvastheid, voordracht; - C. Beschaafde uitspraak; - D. Mimiek en gebaren; - E. Houding en samenwerking der personen; - F. Kleeding en typeering. - Daarop volgt eene gelegenheidsrede van den heer voorzitter G.D. Franquinet, letterkundige te Maastricht: ‘over de Kunst der Oudheid vergeleken met de Christene Kunst. - De Jury was samengesteld uit de hoeren G.D. Franquinet, J.H. Brouwers, z., Ridder A. de Corswarem, Nic. Theelen, II. Jaminé, Jos. Anten en D. Claes.
Het verslag over den anderen Tooneelwedstrijd, dien der Ware Vrienden, uit dezelfde stad (Hasselt), is ons tot nog toe niet geworden.
| |
Toonkunde.
- De Zangafdeeling van de Maatschappij tot bevordering van Nijverheid en Wetenschappen te Gent, heeft in den Koorwedstrijd der stad Mechelen den 1n prijs behaald. Deze hooge onderscheiding strekt der overwinnende Volksmaatschappij bijzonder ter eere, alsook den talentvollen zangbestuurder, den heer Lod. De Clippe. Bij hare terugreis werd de Zangafdeeling door een talrijken vriendenstoet aan de statie feestelijk afgehaald en naar het stadhuis vergezeld. Terecht verwondert zich echter De Eendracht dat aldaar de geheele ontvangst in het fransch geschiedde. - Waarom ook spreekt men bij zoo'n omstandigheid, op het Stadhuis van Vlaanderen's hoofdstad, Vlaanderen's taal niet?
| |
| |
- Zonder het minste leedwezen vernemen wij dat de zoogezegde ‘Hollandsche Muziekschool’ te Brussel, of juister gezegd het door en door fransch Conservatoire van den Koning van Holland, zijne sluiting te gemoet gaat. Volgens men uit Holland aan het weekblad De Zweep heeft bericht, zullen er geene nieuwe leerlingen meer worden aangenomen. - Wil de koning van Holland een nuttig werk verrichten, zegt gemeld blad, hij stichte in zijn eigen land een goed Hollandsch Conservatorium, waarin de Nederlandsche taal alleen tot grondslag van het muziekaal onderwijs diene.
- Maëstro Richard Wagner bevindt zich te Heidelberg en is bezig met den tekst van zijn nieuw werk ‘Parssival.’
| |
Beeldende kunsten.
- De Antwerpsche gemeenteraad heeft in zijne zitting van 6 Augusti jl. in princiep besloten dat door het stadsbestuur jaarlijks een prijs zal worden uitgereikt aan de beste leerlingen der Academie en aan jonge Antwerpsche kunstenaars. Die prijs zal den naam dragon van P.P. Rubens, en eene som van 6000 fr. (maximum) bedragen. - Het bestuur der Akademie zal worden geraadpleegd om een programma op te stellen, ten einde aan het ontwerp eene wijze toepassing te geven.
- Onlangs werd te Gent het aan wijlen den tooneeldichter Karel Ondereet opgericht gedenkteeken onthuld. Bij deze gelegenheid werden op het graf redevoeringen uitgesproken door de hoeren Prof. Block, voorzitter der Commissie, Wannyn, Van Doosselare, Parez, Bevel en Calant. Het monument is het werk van den Gentschen beeldhouwer Isid. De Brucq, dezelfde die het grafmaal-Destanberg heeft vervaardigd.
- Door het Willemsfonds van Antwerpen werden op 5 en 12 Augusti jl. twee volksvoordrachten over P.P. Rubens en de Vlaamsche Schilderschool gegeven. Als spreker, trad op de heer Max Rooses, die zich op uitstekende wijze van deze niet gemakkelijke taak wist te kwijten. Het muzikaal gedeelte der zitting was verzorgd door den heer Peter Benoit en zijne muziekschool.
| |
| |
- Op eene kunstveiling te Amsterdam werd dezer dagen een met paneelen van Frans en Dominicus Frank beschilderd kastje verkocht voor 4000 gulden. Een stuk aan Holbein toegeschreven, gold 3000 gl.
- De premiën-tombola, door de Fédération Artistique haren abonnenten kosteloos aangeboden, heeft den volgenden uitslag opgeleverd: De Volksvriend (P. Neuckens) gewonnen door M.A. André, van Antwerpen; - Koeien in de weide (Fr. De Beul), gew. door M.E. De Block, van Brussel; - Doode Natuur (E. Dwelshauwers) gew. door M.B. Florence, van Namen; - Bloemen (C. Capeinich) gew. door M. De Schampheleer, van Brussel; - Jood te Tanger (J.B. Huysmans) gew. door M. Raynaud, van Antwerpen; - Intérieur, akwarelle (Oppenoorth) gew. door M. Schoubes, van Brussel; - Fantazyhoofd (Lambeaux) gew. door M. Meurisse, van Antwerpen; - De Zomer (P. Comein) gew. door M. Hupey, van Brussel; - Koperen Schotel in Vlaamschen Renaissance (Labaer) gew. door M. Voituron, van Gent; - Het kabinet van Erasmus, gravuur naar Leys (J. De Manez) gew. door M.G. Stappaerts, van Antwerpen; - Album van het Salon te Antwerpen in 1876, photographische platen (Jos. Maes) gewonnen door M. Verellen-Beemaert; - Bon voor een groot photographisch portret met 12 album kaarten (Jos. Dupont) gew. door M. De Hondt, van Gent.
| |
Vlaamsche belangen.
- Brugge, ‘de diepgezonken vorstenstad’ zooals Ledeganck ze noemde, schijnt, hoezeer ook de verfransching er haren noodlottigen invloed uitoefende, toch nog ‘vlaamsch van hart’ gebleven te zijn. Dit althans waar het de verheerlijking zijner groote mannen geldt. De grootsche vaderlandsche manifestatie, die op 15 juli jl. aldaar plaats greep, ter herdenking van den zoo roemrijk en Guldensporenstag in 1302, waarvan men alzoo de 575e verjaring vierde, heeft daarvan een nieuw bewijs geleverd. Het spijt ons zeer dat wij verhinderd waren dit nationaal gedenkfeest te gaan bijwonen. Van verschillige zijden vernamen wij, met bijzondere belangstelling, dat het feest aan aller verwachting vrij goed heeft beantwoord.
| |
| |
De toeloop des volks moet ontzaglijk zijn geweest, en in den prachtigen optocht, die de voornaamste straten der aloude stad doorkruiste, waren ontelbare vlaamsche genootschappen met ontplooide banieren aanwezig. De uitvoering der gelegenheidstukken: het Lied der Vlamingen (Benoit), De Vlaamsche Leeuw (Miry) en Vlaanderen (R. Hol) alle drie als korale volkswijze geschikt door den wakkeren vlaamschen componist Leo Van Gheluwe, werd bestuurd door Peter Benoit, en maakte eenen diepen indruk. In de groote Hallezaal heeft vervolgens onze grijze romandichter Hendrik Conscience (die in zijn Leeuw van Vlaanderen, zoo heerlijk den Guldensporenslag herdacht) het woord gevoerd. - Bravo! met den dichter roepen wij de feestvierende Breydelstad toe:
Oh! ga dit plechtig hooggetij
Voor u niet zonder les voorbij,
ô Uit den slaap ontwakend Brugge!
| |
Necrologie.
Dr A. De Jager, een der kundigste Nederlandsche taalgeleerden, overleden te Rotterdam, in den ouderdom van 71 Jaren. - Een onzer medewerkers zendt ons over dien verdienstelijken man de volgende bijzonderheden, waaraan wij volgaarne plaats verleenen:
‘Niet altijd mocht de Jager, (geboren te Delfshaven 10 April 1806.) den Doktorstitel voor zijnen naam voeren. Eene Academische opleiding had hem ontbroken, maar wat méer zegt, is dat de Leidsche Hoogeschool hem dien titel schonk, al had hij geen klassieken voorbereidingstijd gehad en al waren de deuren van Minervas tempel voor hem te ziin' jongelingstijd gesloten gebleven. Onvermoeid was de Jager steeds bezig om de taal te dienen. Reeds in 1832, toen onderwijzer te Rotterdam, gaf hij zijne merkwaardige Proeve over de werkwoorden van herhaling en during, dat een voorlooper was van zijn Woordenboek der Frequentatieven, waarvan het 2e deel nog niet geheel voltooid is, en gevolgd werd door een reeks van opstellen en bijdragen op taalgebied, die allen zijn roem als taalgeleerde en taalvorscher handhaafden. De Jager bleef, hoe de jaren ook klommen, immer jong, en met weemoedig oog lazen we zijne kritische beschouwingen in het jongste Nommer van den Tydspiegel, toen reeds de hand rustte, en het oog gesloten was, die tot in het laatst van zijn leven vast en krachtig werkzaam bleven, voor de belangen der Nederlandsche taal. Slechts eenmaal hebben weden man ontmoet, die sinds 1873 in
| |
| |
“werkzame rust” te Rotterdam woonde, en die enkele keer deed hem ons als mensch hoogachten en waardeeren, als taalgeleerde erkennen en bewonderen.’
Utrecht, 3/5 '77.
- H.M. Sophia, Frederika, Mathilda, koningin der Nederlanden, geboren prinses van Wurtemberg, overleden te 's Gravenhage. Deze algemeen betreurde vorstin, op wier lusthof het Huis-ten-Bosch de groote Motley nog onlangs verscheidene maanden doorbracht, was niet alleen eene beschermster van Schoone Kunsten en Letteren, maar wist zelf met zeer veel talent de pen te voeren.
- B. Vrambout, Gouverneur des provincie Westvlaanderen, overleden te Brugge in den ouderdom van 62 jaren. - De heer Vrambout was een oprecht voorstander der Vlaamsche taalbelangen en stelde veel belang in de Nederlandsche letteren. Hij was Voorzitter van het te Brugge gehouden Letterkundig Congres en woonde verscheidene volgende Congressen bij.
- H.A. Blieck, broeder van den bekenden Vlaamschen dichter van dien naam en zelf een niet onverdienstelijk schrijver, overleden als pastor der gemeente Couckelare, in Westvlaanderon. - De eerw. heer H.A. Blieck, die zijne ledige uren met voorliefde aan wetenschappen of letteren wijdde, schreet o.a. de volgende gedrukte werken: 1o Nouvelle Grammaire Française, 1845, - 2o Nutions élémentaires sur le Change ou la Banque; - 3o Nieuwe Franscho Spraakkunst, 1846; - 4o Mécanique élémentaire, 1849; - 5o Nieuwe Vlaamsche Spraakkunst, 1853; - 6o Notions élémentaires et usuelles de Droit Civil. 1854; - 7o Expositio methodica et elementaris theologioe tum dogmaticoe tum moralis. 4 deelen. 1874-76. - Twee Vlaamsche redevoeringen werden bij den lijkdienst en de begraving uitgesproken.
|
|