popje bezig houdt; - van Henkes, (een zeer talentvol jeugdig genreschil der) kreeg men een allergeestigst doekje te zien: ‘het roefje’ eener echt Hollandsche trekschuit afbeeldende, waarin eene welgestelde naar de zestig loopende burgerjufvrouw, met een opgeschoten twaalfjarig meisje, dat naast haar op de bank zit en een zeer grooten blauwen paraplu met hare handen omvat houdt, de reis doet met een zestigjarig ouderwetsch heer, die tegen het beschot, dat de roef van het ‘vooronder’ scheidt, aangeleund, onverstoorbaar kalm en deftig de rookwolkjes uit zijn ‘Gouwenaar’ zit na te staren.
***
Op het gebied der welsprekendheid hebben wij den prijskamp aan te stippen (28 maart) tusschen werkende en niet werkende leden der Vereeniging ‘Vondel’ alhier gehouden. De leden der jury waren Dr Jan ten Brink, Eerevoorzitter der Vereeniging, en de Eereleden W.P. Zaalberg, Arnold Ising, Johan Gram en F. Smit Kleine. Belangrijk was dit concours slechts in zòòver als het gelegenheid gaf de krachten in de ernstige voordracht van de werkende leden onderling te leeren kennen. Op gewone uitvoeringen toch kiest elk zich een vers, naar eigen goedvinden, ditmaal had de Jury er één gekozen, dat alle mededingers ten gehoore moesten brengen. Het bestond uit het welbekende fragment uit Da Costa's ‘Caïn’: de dood van Abel.
Den Voorzitter J. de Gou werd in dien eigenlijk gezegden prijskamp den prijs (een glas met zilveren voet) toegekend.
De Jury schonk uit eigen beweging den prijs aan het werkend lid J.G van Poeteren, die op onberispelijke wijze Bogaers' ‘Wederzien’ ten gehoore had gebracht.
***
Over het optreden van Mevrouw Niemann-Seebach een ander maal.
F.S.K.