De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 5

[p. 526]

Kunstkroniek.

Tooneel- en letterkunde.

- De leerlingen en oudleerlingen van Prof. Jan Van Beers hebben hem dezer dagen eene huldebetooging gebracht, ter gelegenheid zijner benoeming tot lïd van den Antwerpschen Gemeenteraad. De heer Edm. Mertens deed de toespraak en bood den dichter, met een buitengewoon fraaien bloemtuil, een flink opgesteld adres aan. Meesterlijk gedrukt en prachtig ingebonden, is dit adres ook als stoffelijke verzorging allerkeurigst. - Diep ontroerd antwoordde de gevierde dichter met een van die dichterlijk begeesterende improvisatiën, die, uit het hart, recht tot het hart overgaan.

- Een der verdienstelijkste beoefenaars onzer taal- en letterkunde, D^r C.J. Hansen, stadsbibliothecaris te Antwerpen, heeft van wege het Congres der Duitsche Taalkundigen en Pedagogen een vleienden brief ontvangen, waarin dat Congres hem zijne levendige sympathie betuigt, voor zijn prijsbaar streven tot nauwere toehaling van de banden die onze Nederlandsche letterkunde aan de Platduitsche hechten. Elkeen weet dat D^r Hansen o.a. oneindig veel heeft bijgedragen om de Platduitsche dichters Klaus Groth, Fritz Reuter, enz. bij de Vlamingen nader bekend te maken.

- In den loop der maand December e.k. zal het Willemsfonds van Antwerpen aan twee zijner bestuurleden, de heeren Aug. Michiels (Voorzitter) en Nic. Cuperus, een Banket aanbieden, ter gelegenheid hunner benoeming tot leden van den Gemeenteraad.

- Een dergelijk vriendenfeestmaal wordt tegen Zaterdag, 27 dezer, te Brussel ingericht door het Kunstgenootschap, als hulde aan zijnen Voorzitter, den dichter Em. Hiel, die onlangs tot Ridder der Leopoldsorde werd benoemd. Drie andere letterkundigen, MM. Delcroix, Willems en D^r Snieders werden ter zelfdertijd gedecoreerd. - Wie aan het Banket-Hiel wenscht deel te nemen, wende zich tot den heer Th. Coopman, Wiertzstraat, 75, te Brussel. Inschrijvingsprijs 8 fr.

- In Algemeene vergadering van het Willemsfonds (Afdeeling Brussel) werden tot Bestuurleden gekozen: MM. Jul. Hoste

[p. 527]

(Voorzitter),Th. Coopman (Sekretaris), Gassée tooneelkundige, Edw. Colinet, beeldhouwer, Keyzer, apotheker, Houden, voorzitter van den ‘Benoit's kring’ en Van de Vyver, graveerder.

- De heer Schimmel, een onzer beste Noordnederlandsche schrijvers, heeft een nieuwen historischen roman voor de pers gereed Het werk draagt, voor titel ‘Seigneur Semeyns.’

Toonkunde.

- Op buitengewoon schitterende wijze heelt onze verdienstelijke ‘Société de Musique’ dezer dagen hare winter-concerto's geopend. Behalve het voor 't Festival bestemd oratorio ‘Belsasar’ van Händel, werd met zeer veel bijval Benoit's nieuwe cantate ‘De Leie’ ten gehoore gebracht, waaraan wij - tijdens de eerste opvoering, in Kortrijk - een uitvoerig artikel hebben gewijd. Ook hier werd de belangrijke solopartij gezongen door M. Blauwaert; het zou overigens meer dan moeilijk wezen, in gansch Belgie een baryton te vinden, die hem dàarin vervangen kan Wat de koren en het orkest betreft, dat deze in esthetische kracht oneindig hooger stonden dan te Kortrijk hoeft wel niet gezegd te worden. Nu eerst was het ons gegeven dit heerlijk gewrocht in al zijne schakeeringen te leeren kennen en - bewonderen.

Tusschen de twee groote stukken van 't Programma vergastte de heer Blauwaart ons op de twee bekroonde stukken van Blockx: Visschersliedeken en Ons Vaderland. Zanger en componist werden warm toegejuicht.

- Ter gelegenheid harer 1^Ste verjaring onthaalde de Mertensvereeniging onlangs hare leden op een groot concerto, waarop o.a. een 3tal nieuwe zangstukken van den toondichter Jos. Bosiers werden uitgevoerd. Hiervover nader.

- Onder den titel Verzamelingen en oefeningen voor de stem, heelt de heer Johan Stoop, muziekleeraar te Roeselare, een werkje uitgegeven, waarop wij de aandacht der onderwijsgestichten vestigen. Des schrijvers leerwijze bestaat hierin, dat men de kinders eenige gemakkelijke en welluidende arias doet zingen eer men hun de theorie en de muzieklezing voordrage. Het eerste gedeelte van het boekje bevat den praktischen zang en de muzieklezing; het tweede handelt over de toonaangeving, de gammen en afstanden; in het derde komen tweestemmige zangstukjes voor.

[p. 528]

- De Zweep bericht dat de Gentsche toondichter Edw. Blaes thans de laatste hand legt aan zijn liederencyclus ‘Aan Gent.’ Deskundigen roemen vooral de ballade ‘Er was een groote keizer’. Men weet dat de tekst van onzen medewerker den dichter Theofiel Coopman is.

- De heer Oswald de Kerkhove, zoon des burgemeesters van Gent, is aldaar tot voorzitter der koninklijke zangmaatschappij ‘De Melomanen’ benoemd.

- Het Willemsfonds van Gent kondigt de uitgave eener nieuwe reeks van Nederlandsche zangstukken aan, onder toezicht der heeren Peter Benoit, F.A. Gevaert, R. Hol, W.F.G. Nicolaï en L. Van Gheluwe.

Beeldende kunsten.

- Weinig talrijk, maar stellig niet zonder belang was verl. maand de Tentoonstelling van de Afdeeling ‘Beeldende Kunst’ in onzen ‘Cercle Artistique.’

Vermelden wij allereerst een tweetal ‘Omstreken van Berlyn’ van onzen uitstekenden landschapschilder Lamorinière. Vervolgens troffen wij met genoegen een paar realistische tafereeltjes van den heer Jan Stobbaerts aan, waarin zooals gewoonlijk honden en katten de hoofdrollen vervullen. Met evenveel talent als voorliefde brengt de heer St. die interessante huisdieren op het doek, al moge ook zijne teekening soms wel wat van overijling getuigen. Een zeer aangenaam schilder wordt de heer Carpentier: zijn wel opgevat karakter stukje ‘Zoete luiaardij’ is een echt pereltje van gevoel en goeden smaak. Wie zou daarin nog den schilder van dien ‘Vastenavondgek’ herkennen, waarvan Prof. Sleeckx verleden jaar in ons tijdschrift zoo terecht het terugstootend realism gispte? Op den goeden weg is ook de heer Fr. Van Kuyck: zijn ‘Binnenzicht eener hoeve’ is bijzonder goed gelukt. Ziedaar een jong schilder, van wien de Vlaamsche kunst zeer veel te verwachten heelt! Van M. Neuckens' twee genretafereeltjes bevalt zijn ‘Middagslaapie’ ons het best, - in het andere ook wel de figuur van de werkmansvrouw, - maar het kinderfiguurtje is erbarmelijk geteekend. Eindelijk verdienen ook nog de portretten van den heer Siberdt, en een goedgeslaagde ‘Doode Natuur’ van Jos. Nauwens met lof te worden aangemerkt.

N.B.- Necrolooie en Verschenen Werken in ons volgend nommer.