Pietragrua, de augustijners Agostino Diruta en Gulielmo Lipparini, de franciscaner Leandro Sallerano, pater Francesco Passarini, uitmuntend kunstenaar van de cordelieren-orde, Francesco-Gabrieli Pulite, monik van dezelfde orde en eindelijk de groot-cordelier Athanasio Pisticci. Al deze kunstenaars die in verschillige steden van het schiereiland het ambt van kapelmeester of organist waarnamen, schreven een oneindig getal Vespers, Missen, Psalmen, Magnificat's, Motetten, Antiphonen en Litaniën.
Stippen wij verder ook nog terloops aan: de organisten Pietro Mori, Pietro Pace, Francesco della Porta, Francesco Turini, Gasparo Villani, Giovanni-Francesco Milanta, Carlo-Giuseppe Romano en Egidio Trabbatone, allen kunstenaars van verdiensten, welke een groot getal Missen, Motetten, Magnificat's, Litaniën, Psalmen en Vespers schreven.
Twee andere organisten verdienen echter eene bijzondere melding: het zijn Mauricio Cazzati en ridder Tarquinio Merula.
Mauricio Cazzati, organist en kapelmeester te Mantua, te Bergama en te Bolonen, was een merkwaardig toondichter voor de kerk: zijne Psalmen, Motetten, Missen, zijn Miserere, zijne Lofzangen, Litaniën, Antiphonen en vele andere zijner werken beleefden ettelijke uitgaven.
Ridder Tarquinio Merula, kapelmeester te Cremona en te Bergama, was een kundig muziekschrijver, dien ik hier vermeld eerder om den verderfelijken invloed te bestatigen, welken zijne Missen, Motetten en Psalmen op de christene toondichters der XVIIIe eeuw uitoefenden, dan wel om de uitvoering zijner werken in onze kerken aantebevelen.
In 't voorbijgaan wil ik nog noemen: Giovanni-Nicolao Mezzogori, Cristoforo Piocchi, Hortensio Pollidori, Giovanni Prioli, Aureliano Signoretti, Francesco Milani, Antonio Savetta, Giovanni-Vincenzo Sarti en Pietro Sammartini, allen aanbevelingswaardige kunstenaars,