vergelijking van het aantal uitheemsche, het getal inheemsche meesters schitterend vertegenwoordigd is, doet dat verschijnsel in heugelijker licht glansen dan men gewend is aan de kusten van Noord- en Zuiderzee te zien stralen. Vergezel mij waarde lezers enkele oogenblikken naar Arti's zalen. Wilt ge eenige genotvolle uren doorbrengen bij de aanschouwing van onze Nederlandsche meesters verzuimt dan niet bij twee historische doeken van Alma Tadema een pooze te toeven. Wie kent dezen meester niet door zijn heerlijke schilderij ‘Het Feest van den Wijnoogst’? Hier worden wij geboeid door zijne studie der middeleeuwen en der romeincshe oudheid.
De archeologische kunstenaar geeft u hier vernieuwde bewijzen zijner buitengewone, tot in de kleinste bijzaken afdalende kennis van het terrein hetwelk hij met zijn machtig penseel op het doek te voorschijn roept.
Zijn onovertroffen tooverachtige afschildering van marmer en albast zoeken we niet te vergeefs op de beide hier aanwezige stukken.
Vier doeken vorderen uwe aandacht van den geestigen David Bles, die, door zijne liefde jegens en zijne kennis van onze XVIIIde eeuw in hare maatschappelijke en huishoudelijke gewoonten en gebruiken, met eenig recht voor den Justus van Effen van het penseel zou mogen doorgaan Een daarvan: ‘Oranjeklanten en Keezen’ is een paskwil op den hardnekkigen partijgeest dier dagen, die zelfs in het huiselijk leven doordrong, hetgeen we hier veraanschouwelijkt vinden in eenige weigezeten burgers en burgeressen, die in hunne woonkamer de kleuren der partij tot welke zij behooren aan 't lijf dragend, met gramstorige blikken elkanders uitgesproken gedachten omtrent de politieke gebeurtenissen vergezellen.
Bosboom's kerkgebouwen ontbreken niet; Te Gempt heeft er zijn door de behulpzame graveerkunst zoo in wijden kring bekend geworden; ‘Hondenrekest’; Joh. Hilverdink toovert ons bij ondergaande zon den Oceaan voor oogen waarbij we ons in gepeins dreigen te verliezendat door Jozef Israel's humoristissche romantiek der zee en hare kinderen zich oplost in een lach of tot weemoed stijgt en tranen ons ontlokt, en de te vroeg ontslapen Louis Meijer predikt ons in zijn ‘Naoogen’ zòò gloedvol de poëzij van de zee en het drama harer kinderen, dat we terstond voor zijne kunstleer als geloovige zielen nederbuigen. De schilderij ‘Naoogen’ is dan ook te schooner naarmate de kunstenaar door eenvoudiger middelen grooter effekt te weeg bracht. Een klein gedeelte van het strand, daarop eene onbeweeglijke vrouwenfiguur, die het schier aan den horizont verdwenen zeil naoogt; - kan de opvatting eenvoudiger? En ik wenschte U te kunnen doen zien of ze dichterlijker en met meer waarheid weer te geven was dan hier geschiedde.
Ten Kate's krijgshaftige figuren uit de eeuw van onzen grooten