werkzaamheden hem overlieten, het middel om zijne kunst te beoefenen. Men kent van hem Antiphonen, een Magnificat, twee boeken Missen, Motetten en Psalmen.
Twee andere priesters strekton tenzelfden tijde als Strozzi tot groote eer aan de Romeinsche School, zij waren del Pane en Naldini genaamd.
Domenico del Pane, aanvankelijk muziekant aan het hof van keizer Ferdinand III en vervolgens kapelaanzanger der pauselijke kapel, maakte eene bijzondere studie van de werken van Palestrina en schreef het grootste getal zijner Motetten, Magnificat's en Missen op motieven uit de gewrochten van het opperhoofd zijner school.
De mededinger van del Pane, Sante Naldini, kapelaanzanger der pauselijke kapel, door den Paus kamerheer of abt zijner kapel benoemd, is een dier uitstekende kunstenaars welke door Paus Urbanus VIII gelast werden met de herziening en de nieuwe uitgaaf van de Lofzangen der kerk in Gregoriaanschen zang en in palestrina-muziek. Dit werk werd in onze stad Antwerpen gedrukt in 1644 door de familie Moretus, opvolgers van den beroemden Plantin.
Een groot toondichter dien ik niet stilzwijgend zou kunnen voorbijgaan, is Jacopo Carissimi, kapelmeester te Assisen en te Rome, die een groot getal Psalmen, Missen, Lofzangen en Motetten schreef.
Laat ons die prachtige wandellaan der Romeinsche School niet verlaten, zonder met eerbied ook kunstenaars te begroeten, zooals Domenico Massencio, Paolo Quagliati, Horazio Tarditi, Nicolao Fontei, Giovanni-Felice Sances en Bonifacio Graziani, kapelmeesters der voornaamste steden van Italië en schrijvers van Motetten, Psalmen, Te Deum's, Vespers, Antiphonen, Magnificat's, Litaniën, Responsoria's, Missen en Saci i concenti in overgroot getal, en zooals Tomaso Baj, kapelmeester der pauselijke kapel, welke benevens eene Mis, een De Profundis en verscheidene Motetten, den Miserere schreef, zijn meesterstuk, welke, door de eenvoudigheid, de zuiver-