eenige verwantschap schijnt te hebben. Doch, ‘er is niets nieuws onder de zon’ zegt de spreuk, en met genoegen kunnen we vaststellen dat ‘Typen’ toch van eene gewetensvolle, vlaamsche karakterstudie getuigt.
De verslaggever van de brusselsche jury, liet in zijne over 't algemeen vleiende beoordeeling over M. Block's ‘Typen’ echter de vraag in 't midden of de personen uit dit stuk wel eigentlijke ‘typen’ mogen heeten; welnu, naar onze bescheiden meening past op die vraag een bevestigend antwoord, althans wat de hoofdpersonnages betreft. Het karakter van den geldzuchtigen huichelaar Van Goert, die met al de geslepenheid van een modernen Tartuffe, den goedhartigen, maar door hoogmoed verblinden rentenier Van Waenbergen zijn geld weet te ontfutselen, is goed opgevat en op voortreffelijke wijze geschetst. Zoo ook de schijnbaar fatsoenlijke, maar in den grond verachtelijke Mr. en Mevr. De Craen, die hunnen liederlijken zoon aan Van Waenbergen's dochter trachtne te koppelen; eene poging die echter totaal mislukt, tot groote vreugde van 's meisjes geliefde, den jongen bouwmeester Rocourt, die ten slotte de schijnheilige huisvrienden naar verdienste ontmaskert.
En moge ook de dramatische verwikkeling allereenvoudigst, ja schier onbeduidend wezen, toch zijn wij van oordeel dat M. Block's Typen op zich zelven belangwekkends genoeg bevatten om - bij een behoorlijke opvoering - den toeschouwer in spanning te houden. De dialoog is daarbij over 't algemeen zeer goed, op enkele plaatsen zelfs geestvol geleid. Hier en daar echter nog wat te veel ‘boekentaal’: zekere uitdrukkingen kwamen ons te gezocht voor om gansch natuurlijk te wezen. Overigens schenen ons, met het oog op spraakleer of syntaxis enkele volzinnen wel voor eenige verbetering vatbaar.
Doch dit zijn slechts bijzonderheden van gansch ondergeschikt belang. ‘Typen’ is, wij herhalen het, een goed tooneelspel, dat wij nu of toekomend jaar ook op onzen Antwerpschen Schouwburg hopen ten tooneele gebracht te zien. Stukken als ‘Vriend Kobus’ en ‘Typen’ zijn zeker oneindig meer dan menige vertaling de eer der opvoering waardig.