Brieven uit Noord-Nederland.
IX.
den Haag, 9 October 1875.
In een mijner overige brieven deelde ik u het plotseling overlijden van den beminnelijken dichter Elliot Boswel mede. Er is juist gister avond in een kunstkring te dezer stede een liefelijke hulde gebracht aan Boswel's nagedachtenis. De Vereeniging Nieuwland, die zich de beoefening der uiterlijke welsprekendheid ten doel stelt en die, ook door haren volijverigen beschermheer Mr. B.Th. baron van Heemstra van Froma en Eibersburen, in Vlaanderen niet onbekend kan zijn, heeft hare eerste openbare vergadering in dit winter seizoen gewijd aan het ten gehoore brengen van eenige der bekendste en geliefdste verzen van den betreurden doode.
Het programma hoofdzakelijk volgend, meld ik de verdienstelijke voordracht door August Belinfante van ‘'t Haantje op den Toren’, van ‘Winternacht’ door A.G. Pippel,’ Overlijden‘ door J.M. Bogaarts, ‘Wieg en Graf’ door Henri Ritter; ‘Het ouderlijke Huis’ door J. Strang en ‘Receptie’ door M.L.J. van der Heyden.
Na de voordracht van het gevoelvolle ‘Overlijden’ werd door de muzikale afdeeling der Vereeniging een door haren directeur, P. Broek gecomponeerde ‘Herinnering aan den dichter G.H.J. Elliot Boswel’ uitgevoerd, welke door hare eenvoudig schoone harmoniën diepen indruk op al de aanwezigen maakte. Laat mij niet vergeten te vermelden dat de achtergrond van het kleine tooneel werd ingenomen door een hoogst sierlijke en welgekozen draperie: - zwart fluweelen gordijnen tusschen grijze van dezelfde stof, die langs een transparant afhingen, dat het borstbeeld van den dichter te aanschouwen gaf. Treurbloemen en een immortellenkrans waren smaakvol om dat achterstuk geschikt.
De beschermheer herinnerde in eene korte toespraak aan het bestuur, de eere- en de werkende leden Boswel's verdiensten als eerelid van Nieuwland, en vereerde als aandenken des dichters fijn geteekend portret aan den eere-voorzitter Dr. Wap, en de voorzitters der letterkundige en der muzikale afdeeling.
De avond werd met de opvoering van Boswel's dramalische schets: ‘De Geschiedenis van Nieuwland en nog iets algemeens’ waardiglijk besloten. Dit stukje door Boswel ter gelegenheid van Nieuwland's tiende jaarfeest in 1871 vervaardigd, levert een uitstekend bewijs van gemakkelijke, vloeiende versificatie en schalken geest. Het bezit méer dan de vluchtige waarde van een gelegenheidsstukje en zou m.i. in eene verzameling van Boswel's poëziën niet mogen gemist worden.