Alhoewel uit de beste welke de Nederlanden in dit tijdvak opleverden uitgekozen, kan geen enkel dezer kunstenaars bij onze toondichters der twee vorige eeuwen vergeleken worden, en hunne opvolgers der XVIIIe eeuw, bleven op hunne beurt zóóverre beneden de nog roemrijke overblijfsels der XVIIe, dat wij onze in puin vervallen school zullen voorbijgaan, zonder kunstenaars te noemen, welke, in plaats van zich te bezielen door de meesterstukken hunner voorgangers, muziek schreven zonder kunst te betrachten.
Géry de Ghersem, kanonnik van Doornik, was leerling van Georges, de la Hèle en van Philips Rogier. Voortreffelijk muziekant, werd hij eerst bestuurder der koninklijke muziekkapel te Madrid onder Philips II benoemd, en later muziekmeester van het Hof van Brussel. Men kent van hem Missen en eenige Motetten.
Willem Messaüs, van Antwerpen, zangmeester der Sint-Walburgiskerk dezer stad, is de schrijver eener verzameling van acht-en-twintig Motetten.
De capucien Léonard Nervius, muziekant van talent, toonzette tien Missen, verscheidene Litanien, een Magnificat, en eene verzameling Cantiones Sacroe.
Herman Hollanders was zangmeester der O.-L.-V.-kerk te Breda en liet twee werken van Motetten, behelzende het eene drie-en-veertig en het andere twee-en-vijftig compositiën.
Sebastien Ennelin, muziekkapelmeester te St-Quentin in Fransch-Vlaanderen, was een der vruchtbaarste toonzetters zijner eeuw. Van hem kent men Missen, Voorzangen, een groot getal o 'Salutaris, Lofzangen, Motetten, eene Mis van Requiem, twee Inviolata's, acht Salve Regina's, drie Regina Coeli, vier Ave Regina Coelorum, vier Alma Redemptoris, enz., enz.
Henri Dumont, in de omstreken van Luik geboren, was een beroemde kerkmuziekschrijver. Muziekmeester aan het hof van Lodewijk XIV en organist der Sint-Paulus-