ken werden voor bespottelijk lage prijzen aan vreemdelingen gelaten. Het kunstgevoel der nazaten van Rembrandt, Hals en Vander Helst was in een vasten winterslaap gezonken. Die slaap is sinds de laatste twaalf maanden minder vast geworden. Het flinke Gids-artikel van Jhr Dr Victor de Stuers, zeer eigenaardig ‘Holland op zijn Smalst’ getiteld, heeft daaraan een forschen stoot gegeven. Om een kranke te genezen, is 't allereerst noodig - nog vòòr de medecijnen - dat men den aard zijner kwaal grondig kenne. Gedachtig aan het oudhollandsch spreekwoord dat zachte geneesheeren stinkende wonden maken, toonde de Stuers zich een hardvochtig dokter, die onverbiddelijk te werk ging in het opsporen der onderscheiden krankheden waaraan het Nederlandsch kunstgevoel lijdende was. 't Was alsof de medecijnmeester tot het Nederlandsche volk sprak: ‘Voorloopig is mijn arbeid afgeloopen, aan u thans om gebruik te maken van de voortreffelijke geneesmiddelen u door mannen als Van Vloten, Vosmaer en Thijm aangeboden!’
De Regeering heeft het hare gedaan om aan de roepstem van de Stuers gehoor te geven. Zij stelde eene Commissie in van Rijks-advizeurs voor de monumenten van oude kunst en geschiedenis. Met den Commissaris des Konings (Gouverneur der provincie) in Zuid-Holland M. C. Fock, als Voorzitter, en Victor de Stuers. als Secretaris, heeft die Commissie zich voor'shands met ijver van hare taak gekweten. Voornamelijk heeft zich haar werkkring in de weinige maanden van haar bestaan bepaald tot het richten van dringende vertoogen aan met sloopingswaanzin behebte gemeenteraden. Bij de uitbreiding onzer steden en de daarmêe gepaard gaande verfraaiingen (gelijk het heet, doch maar al te dikwijls niet blijkt te zijn) staan de gedenkteekenen van oude bouwkunst: poorten, buizen, zalen aan vernietiging bloot. In de laatste maanden zijn de Gevangenpoort te 's Hage, de kleine Houtpoort te Haarlem en de Hoogewoerdspoort te Leiden met slooping bedreigd. De eerste is voor'shands gered; van de tweede is geen steen op den anderen gebleven en van de derde zal weldra niets dan een armelijke puinhoop aanwezig zijn. Gij bemerkt: het Nederlandsch kunstgevoel is bijlange na nog niet wakker, het slaapt zijn herfstslaap. De zomersluimering is nog niet nabij; het ontwaken in de lente wanneer zal het aanbreken?
E.S.K.
P.S. De geschiedenis van de slooping der schoone Hoogewoerdspoort is echter zòò treurig-vermakelijk dat ik er uwe lezers in mijn volgenden Brief mêe bekend zal maken.