De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 4(1874)– [tijdschrift] Vlaamsche Kunstbode, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Bladvulling Puntdichtjes. I. De Molenaar en 't Hof zijn dikwijls éénsgezind: Dit voegt zich naar den staat, die draait zich naar den wind: II. Giel voert een buffel in zijn wapen, zegt Van Mel Wat dunkt u dan van Giel? - Hij lijkt zijn wapen wèl. III. Het Schouwspel leert, zeî Toon, omdat het vol van geest is, Toon gaat er; - maar het blijkt niet dat er Toon geweest is IV. Een die geen brein heeft is half-zalig, zegt gij Krijn, Zoo zult gij, schoon ge nooit ter kerk komt, zalig zijn. V. Jan kent zich zelven best, zegt hij, naar mij gemeld is, Is 't waar? zoo weet hij best hoe 't met een zot gesteld is. VI. Piet zocht een rijke meid; die docht hem kan best munt slaan. Hij bleef - hier holp geen raad - hardnekkig op dit punt staan Hij kreeg er een' met munt - die spijtig was - in huis. Nu heeft hij dubbeldeel: want hij heeft munt en kruis. Jan VOS. Vorige Volgende