De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 4
(1874)– [tijdschrift] Vlaamsche Kunstbode, De– Auteursrechtvrij
[pagina 282]
| |
Drama.- 1e Prijs: 700 fr. en een verguld eermetaal. - 2e Prijs: 500 fr. en een zilveren eermetaal. - 3e Prijs: 300 fr. en een zilveren eermetaal. - Beste Liefhebber: een verguld eermetaal. - Beste Tooneelspeelster een verguld eeremetaal. | |
Blijspel.- 1e Prijs 400 fr. en een verguld eeremetaal. - 2e Prijs: 250 fr. en een zilveren eermetaal. - 3e Prijs: 150 fr. en een zilveren eermetaal - Beste Liefhebber, een verguld eermtaal. - Beste Tooneelspeelster: een verguld eermetaal.. Elke maatschappij welke aan dezen kampstrijd deel neemt zal verplicht zijn, een Tooneelstuk of Drama van minstens drie bedrijven en een Blijspel van 1 of 2 bedrijven uit te voeren. De vertooningen zullen in den nieuwen Nederlandschen schouwburg plaats hebben. - De Kantonale Onderwijzerskring van Antwerpen heeft den volgenden prijskamp uitgeschreven: Handboek voor adulten (jongens en meisjes), inhoudende: Algemeene regels van opvoedkunde en wellevendheid. - Gezondheidsleer: verzorging der kinderen; practische middelen om de verschillende kinderziekten te voorkomen en te verzorgen; middelen aan te wenden bij verwonding, verstikking, enz. - Plichten en rechten van den staatsburger. Het werk, in 't Nederlansch opgesteld, moet een boekdeel vormen van minstens 200 à 250 bladzijden in-8o. De prijs bestaat in eene som van 500 fr., welke tot dit doel in 1873 door het gemeentebestuur van Antwerpen aan den Onderwijzerskring werd toegestaan. Het bekroonde werk zal op kosten van | |
[pagina 283]
| |
den Kantonalen Onderwijzerskring gedrukt worden. De, schrijver zal 50 exemp. en 50% der winst ontvangen. De niet bekroonde stukken blijven de eigendom van den kring. De stukken moeten ingezonden worden vóór 1 januari 1875 aan den Voorzitter van den kring, den heer E. Van Slype, Poortstraat, 62, te Berchem (bij Antwerpen.) - In den prijskamp van Declamatie door de maatschappij Help u zelve van Eine uitgeschreven, zijn de volgende prijzen uitgeloofd: A. Tweespraken. Deftig vak. Eenige prijs: Twee zilveren vergulde eermetalen en 20 fr. (te verdeelen tusschen beide overwinnaars.) - Boertig vak. Eenige prijs: twee zilveren vergalde eermetalen en 20 fr. (te verdeelen tusschen beide overwinnaars). B. Alleenspraken. Deftig vak. 1e prijs: Een zilveren verguld eermetaal en 20 fr.; 2e pr.: een zilveren eermetaal en 10 fr. - Boertig vak. 1e prijs: een zilveren verguld eermetaal en 20 fr. 2de pr.: een zilveren eermetaal en 10 fr. - De Lovensche Rederijkerskamer ‘Het Kersouwken’ heeft den volgenden prijskamp van Nederlandsche letterkunde uitgeschreven, waarin alle schrijvers uit Noord en Zuid kunnen mededingen: Proza. - Voor eeno Novelle (van ten minste 16 bladz. klein 8o): 1ste prijs: een zilveren verguld eermetaal; 2de prijs: een zilveren eermetaal; - 3de prijs: Eene eervolle melding. Poëzie. - Voor het beste volkslîed: Ernstig vak: Prijs: een zilveren eermetaal. - Twee eervolle meldingen. - Luimig vak: Idem. De stukken, door eene vreemde band geschreven, moeten eene kenspreuk dragen en vergezeld zijn van een gesloten briefje, waarin, naast dezelfde kenspreuk, de naam en woonst des schrijvers worden opgegeven. - Intezenden vòòr 15 Augusti e.k. aan M.J. Brouwers z., Maria-Theresiastraat, 121, of aan M.W. Rosier, Jodenstraat 1 en 3, te Loven. - In den No vellenprijskamp, door het Willemsfonds van Gent uitgeschreven, zijn 9 stukken ter mededinging ingezonden. | |
[pagina 284]
| |
- De prijs van 3000 fr. door het Staatsbestuur uitgeloofd voor het beste tooneelstuk, gedurende de drie laatste jaren verschenen, is toegekend aan den heer Désiré Delcroix, te Brussel, met zijn drama: Philippina van Vlaanderen. Met hetzelfde stuk had hij reeds een 2n prijs behaald in den driedubbelen wedstrijd, door de stadsregeering van Antwerpen uitgeschreven. - ‘De Belgische Illustratie’ bevatte onlangs het portret des heeren Désiré Delcroix, onzen zoo gunstig gekenden tooneelschrijver. - De luitenants Vande Weghe on Van Acker van het 10de Regiment hebben van wege den minister van oorlog oorlof bekomen, de nieuwe verorderingen en de reglementen over de wapenoefeningen in Vlaamsche taal over te brengen. Door de herinrichting der Infanterie worden die reglementen merkelijk gewijzigd. | |
Toonkunde.- Prijskampen - Op 12 en 13 Juli e.k. zal te Gent de 3de Internationale zangstrijd plaats hebben, door het ‘Willemsgenootschap’ ingericht. Ziehier de uitloofde prijzen: Koorzang in de Nederlansche | |
Taal.- Eerste Afdeeling. 1e prijs, een gouden eerepenning en eene toelage van 400 fr.; 2e een verguld-zilveren eerepenning en eene toelage van 150 fr.; 3e een verguld-zilveren eerepenning. - Tweede Afdeeling. 1e prijs, een gouden eerepenning en eene toelage van 200 fr.; 2e, een verguld-zilveren eerepenning en eene toelage van 75 fr.; 3e, een verguld-zilveren eerepenning. - Derde Afdeeling. 1e prijs, een gouden eerepenning en eene toelage van 100 fr.; 2e een verguld-zilveren eerepenning en eene toelage van 50 fr.; 3e, een verguldzilveren eerepenning. | |
Koorzang in andere talen.- De schikkingen en prijzen zijn gelijk aan die der eerste sectie. - In elke sectie zal daarenboven een eereprijs uitgeloofd worden, te betwisten door de drie maatschappijen bekroond met den eersten prijs in iedere afdeeling. | |
Prijskamp van uitmuntendheid,zonder onderscheid van | |
[pagina 285]
| |
taal: Eerste prijs, een gouden eerepenning en eene toelage van 1200 fr. Er zal een tweede prijs uitgeloofd worden, wanneer er ten minste vier mededingende maatschappijen zijn. Ook het ‘Willemsfonds’ van Gent heelt besloten in dit concours een bijzonderen prijs voor den Nederlandschen zang vast te stellen. - Behalve Benoit's ‘Liefdedrama aan Zee’ gezongen door M. Blauwaert werden op het laatste Concert onzer Muziekmaatschappij door Mej. Biemans en M. Collin twee lieve liederen voorgedragen door M.J. Blockx gecomponeerd: ‘De spinster’ en ‘Kom Lieveken’ welke veel van dien jeugdigen toondichter laten verhopen. - Wij vernemen met belangstelling dat Benoit tegenwoordig ieverig arbeidt aan eene nieuwe vlaamsche opera. De tekst is, meenen wij, van Jos Vanden Brande. - De talentvolle bestuurder onzer Vlaamsche Muziekschool zou zich insgelijks bezig houden met het schrijven eener brochuur, in antwoord op een vlugschrift dat door den heer Ad. Samuel werd in het licht gegeven, naar aanleiding van het groot Festival van klassieke Toonkunde te Keulen. | |
Beeldende kunsten.- Prijskampen. - Voor den kampstrijd van Sterkwatergravuur, uitgeschreven door het ‘Journal des Beaux-Arts’ zijn niet minder dan 34 platen bij het Bestuur ingekomen. - De wedstrijd van 1874, zegt gemeld kunstblad, bewijst een merkelijken vooruitgang op dien van 1873, die nogtans reeds zoowel was gelukt. - Voor de verschillige reeds aangekondigde Tentoonstellingen van Beeldende kunsten, die in den loop dezes jaars zullen plaats hebben, is de dag der opening volgender wijze vastgesteld: Namen: 5 Juli; - Dieppe (Frankrijk): 20 Juli; - Kortrijk: 9 Augusti; - Gent: 30 Augusti; - Berlijn: 6 September; - Leuven: 6 September; - Amsterdam: 7 September. - Onlangs waren in de expositiezaal onzer Academie een aantal werken van leerlingen en oud-leerlingen tentoongesteld, | |
[pagina 286]
| |
waaronder eenigen reeds zeer goed der bespreking waardig zijn. - In de eerste plaats noemen wij den heer Vanden Bergh. Zijn historisch tafereel uit de Beeldstorming te Antwerpen bezit zeer goede hoedanigheden; wat meer perspectief in zijn kerkgebouw zou het effekt hebben verhoogd. - Behalve een paar keurige portretten, leverde de heer Eug. Siberdt een lief genrestukje ‘De kleine Doedelspeler’, niet zeer nieuw, maar vol gevoel en leven. - Als veelbelovende landschapschilders vermelden wij verder de heeren Vola on Th. Verstraete. Laatstgenoemde gaf ons door zijn ‘Zonsondergang op de Schelde’ het bewijs dat hij het schoone in de natuur goed te treffen weet. Sommige deelen zijn vrij goed bewerkt, b.v. de weerspiegeling van het avondrood in het water; in andere deelen is de uitvoering nog wat beneden de echt poëtsche opvatting gebleven. Zijn' ‘Zicht uit de omstreken van Berchem’ beviel ons ook goed, vooral het watergedeelte. Beren daar scheen het tafereel ons wat te weinig afgewerkt. - Van de landschappen dor heeren Goossens on Thirion valt minder goeds te zeggen; zij schenen ons o.a. veel te fantasistisch van kleur. Wij raden hun beiden aan zich ernstig op de studie der natuur toe te leggen. - Om te eindigen moeten wij nog, ditmaal op het gebied der beeldhouwkunst, eene gunstige melding maken van ‘De Spotter,’ een eigenaardig borstbeeldje door M. Peeters. - De Zweep meldt dat de talentvolle Vlaamsche beeldhouwer M.E. Colinet een voortreffelijk borstbeeld, heeft voltooid van den heer Eug. Stroobant, voorzitter van den ‘Wijngaard.’ - De Maatschappij tot bevordering van Nijverheid en Wetenschappen van Gent heeft besloten tegen de aanstaande Gemcentefeesten andermaal eene tentoonstelling van nijverheidsvoortbrengselen in te richten. | |
Vlaamsche belangen.- Eene onzer gewichtigste taalgrieven ligt ontegensprekelijk in het Belgisch staatsonderwijs. Daarin staat het Nederlandsch nog steeds in een toestand van ondergeschiktheid, die voor onze moedertaal evenzoo vernede rendals voorde beschaving van ons volk hinderlijk is. Men weet | |
[pagina 287]
| |
dat, in de laatste kamerdebatten, de Minister ons op dit punt verbetering voor het Middelbaar onderwijs had beloofd. Welnu, in den Moniteur is onlangs een nieuw studieprogramma afgekondigd, en vruchteloos hebben wij daarin naar die beloofde ernstige verbetering gezocht. Het nieuw stelsel is in geenen deele van aard om den Vlaming voldoening te geven. In gansch het programma - merkt het Volksbelang terecht aan - wordt voor onze taal geene andere verbetering gebracht dan één uur in de zesde latijnsche en één uur in de vijlde professioneele klas. Wij aanzien niet als eene ernstige verbetering voor het onderwijs onzer taal de toevoeging eener nieuwe professioneele zesde klas; inderdaad het is met voldoende zekerheid te voorzien, dat de leerlingen voortaan eene klas vroeger en op denzelfden ouderdom als nu de schoolbanken zullen verlaten. Doen zij hetzelfde getal klassen als nu uit, dan komt er hun alleen in die nieuwe klas één uur te baat. Dus wint het Nederlandsch onderwijs een uur in de professionneele en 2 uren in de latijnsche klassen: voor hen alleen, die al hunne professionneele klassen uitdoen, zou het verschil vier uren beloopen; iets wat ten gunstigste gerekend een totaal van zes uren zou geven... De verhouding, die vroeger bestond tusschen Fransche en Nederlandsche lessen, is zoo schromelijk ten voordeele van de eerste dier talen gebleven als vroeger. In de latijnsche klassen 32 uren Fransch tegen 16 Vlaamsch, in de professionneele 47 tegen 17. Wel is waar is hel onderwijs van het Nederlandsch nu in de Waalsche Athenaeums op den zelfden voet gebracht als in de Vlaamsche, eene wijziging, waar wij niets tegen hebben, maar die echter ook niet gelden mag als het wegnemen der miskenning en der achteruitstelling van onze moedertaal in onze gewesten. | |
Necrologie.- Lodewijk Verleeuwen, een overtuigde verdediger der Vlaamsche Beweging, overleden te Gent. - Bestuurlid van de ‘Vlaamsche Liberale vereeniging’ en van | |
[pagina 288]
| |
het Willemsfonds, maakte hij verders deel van verschillige vlaamsche Kunst- en Letterkringen. Bij het graf werden vier lijkreden uitgesproken: door de heeren G. Uytterhaogheu, Jul. Vuylsteke, K. De Vos en De Raeve. - Wilhelm Von Kaulbach, Duitschland's wereldberoemde historieschilder, in de stad Munchen overleden. - Vele zijner tafereelen dragen den stempel van een buitengewoon genie en een machtig talent. In 1837 verscheen zijn beroemde Veldslag der Hunnen, een tafereel dat meer aan de legende dan aan de geschiedenis is ontleend. Achtereenvolgens schilderde hij verder zijn Reineke Fuchs, zijn Bedouïnengroep en zijne Verwoesting van Jerusalem. Het nieuw Museüm van Berlijn versierde hij met zes groote geschiedkundige muurschilderingen en de Pinacotheek van Munchen met overheerlijke fresco's. Ook maakte hij een groot aantal teekeningen naar aanleiding der werken van Goethe, Schiller, Shakespere en andere dichters. Een zijner laatste werken is ‘De vervolging der Christenen onder Nero,’ een tafereel dat alléén voldoende is om zijnen naam tot de onsterfelijkheid te doen overgaan. Kaulbach was bestuurder der Akademie van Munchen. - Dr G.P.F. Groshans, overleden te Rotterdam. Ieverig voorstander der Vlaamsche taalbelangen, heeft hij vooral aan het Willemsfonds aanmerkelijke diensten in Noordnederland bewezen. Ook de Nederlandsche Congressen verliezen in den heer Groshans een ernstigen mederwerker. Zijn verlies wordt derhalve in Noord en Zuid ernstig betreurd.
N.B. De lijst der Verschenen Werken, uit hoofde van plaatsgebrek, tot het volgend Nr verschoven. |
|